null Over de kracht van ficties

CW_JeroenVanheste_Fictie_head_large.jpg

Over de kracht van ficties

Webcolumn Cultuurwetenschappen - door Jeroen Vanheste - juni 2020

Een van de leukste filosofieboeken die er zijn, Hans Vaihingers De filosofie van het alsof, gaat over de kunst van het 'doen alsof'. Vaihinger laat zien hoe ficties ons kunnen helpen om de werkelijkheid effectiever naar onze hand te zetten. Hij licht dat toe met schitterende voorbeelden uit heel uiteenlopende terreinen zoals de wiskunde (waar gewerkt wordt met ficties als het begrip 'oneindig' en de wortel uit negatieve getallen), de natuurkunde (waar gebruik gemaakt wordt van fictieve begrippen als 'zwaartepunt' en waar men fantaseert over onmogelijke experimenten zoals bijvoorbeeld met trams die op lichtsnelheid door het heelal reizen) of de rechtswetenschap (waar men uitgaat van een 'vrije wil' om straffen te kunnen rechtvaardigen). De wetenschap, zegt Vaihinger, houdt zich uitsluitend bezig met het vinden van de waarheid - maar minstens zo belangrijk als waarheid zijn bruikbaarheid en doelmatigheid, en bij die laatste kunnen ficties ons helpen.

Begrippen als 'de wortel uit -1', 'zwaartepunt' of 'vrije wil' hebben misschien geen tegenhanger in de werkelijkheid, maar ze stellen ons wel in staat om bepaalde berekeningen uit te voeren, verhelderende gedachtenexperimenten te doen en samen te leven in een maatschappij met aansprakelijke burgers. Het punt is dit: ook al hebben ficties geen grond in de werkelijkheid en zijn ze dus niet 'waar', toch brengen ze effecten in die werkelijkheid teweeg. Misschien zal de hersenwetenschap vroeg of laat onweerlegbaar aantonen dat er geen vrije wil bestaat, maar dat weerhoudt een samenleving er nog niet van om te doen alsof haar burgers vrij zijn en daardoor ook verantwoordelijk zijn voor hun gedrag. Een samenleving waarin iedereen doet alsof we vrij zijn in de keuzen die we maken, is een heel andere samenleving dan een waarin we allemaal geloven dat we gedetermineerd zijn. Vrijheid is dus een zeer nuttige fictie, een 'alsof' dat de drijvende kracht vormt van het ethische handelen en het fundament van een samenleving van verantwoordelijke burgers.

Vitale illusies

Vaihingers boek illustreert de kracht van de verbeelding, die op de filosofische agenda is gekomen tijdens de Romantiek, dus ongeveer vanaf het einde van de 18e eeuw. De romantische denkers zochten naar nieuwe vormen van magie in een wereld waar het nuchtere oog van wetenschap en vooruitgang de betovering dreigde weg te nemen. Volgens de romantici verlangen en streven mensen van nature naar zin en betekenis, naar een ideaal dat hoger reikt dan hun natuurlijke en materiële behoeften. Het doet er daarbij eigenlijk niet zoveel toe of dat ideaal ook daadwerkelijk bestaat.

Ook godsdienst is een voorbeeld van zo'n ideaal dat voor velen misschien meer fictie dan waarheid is. De hedendaagse filosoof Roger Scruton zegt dat troost die wordt geput uit verbeelde zaken, daarmee nog geen ingebeelde troost is: de onwaarheden van het geloof openbaren misschien de waarheden die ertoe doen, terwijl de waarheden van de wetenschap de menselijke werkelijkheid aan het zicht onttrekken. Een heel belangrijke filosoof van het 'alsof' is ongetwijfeld ook Nietzsche, van wie de beroemde uitspraak is dat we de kunst hebben opdat we niet aan de waarheid te gronde gaan. Daarmee bedoelt hij dat de 'waarheden' van de wetenschap (zoals: de mens is een zuiver materieel wezen, er is geen God, enzovoort) onverdraaglijk zouden zijn als we niet de kunst zouden hebben om de wereld naar onze eigen hand te zetten. Om kleur aan het leven te geven hebben we geen waarheid nodig, maar verbeeldingskracht. We moeten niet alleen nadenken over de wereld om haar geheimen op te lossen, maar de wereld ook scheppen door deze onze eigen vorm te geven. Nietzsche zegt dat ficties bij dat laatste noodzakelijk zijn: hij spreekt over het belang 'jezelf een doel, een bedoeling, een "daartoe" voor te houden, een hoog en edel "daartoe"', in het volle besef dat elk 'daartoe' uiteindelijk niet meer dan een zelfbedachte fictie is. Tegelijkertijd is het besef dat ons levensdoel in werkelijkheid niet meer dan een zelfverzonnen fictie is, toch geen enkele reden om het te relativeren: onze overtuigingen mogen dan maar van relatieve waarde zijn, we moeten ze desondanks onwrikbaar verdedigen.

Het Fries kent het mooie woord 'sabeare', wat zo ongeveer 'doen alsof' betekent. Sabeare is een vorm van spel en het vertellen van verhalen, een manier om je wereld te betoveren. Want de mens is een wezen dat ficties kan koesteren: ons leven krijgt niet alleen kleur, vorm en betekenis door wat we weten, maar ook en vooral door wat we geloven. En dat laatste stemt lang niet altijd overeen met de waarheid en werkelijkheid: de praktijk van het leven kent vitale illusies die bruikbaar en doelmatig zijn en die een manier kunnen zijn om het leven een eigen invulling te geven.

Liever een fictie dan de waarheid

Al tientallen jaren wordt elke oudejaarsavond op de Duitse televisie de in 1963 opgenomen sketch 'Dinner for One' uitgezonden. Ook in veel andere landen wordt de sketch jaarlijks uitgezonden, zodat het inmiddels het meest herhaalde televisieprogramma ooit is. Een hoogbejaarde dame heeft sinds jaar en dag de gewoonte om op haar verjaardag een diner te organiseren voor haar vier beste vrienden. Na al die jaren zijn haar vrienden echter inmiddels alle vier overleden, de laatste al 25 jaar geleden. Maar de dame zet de traditie gewoon voort, waarbij haar butler de rollen van de vier vrienden (inclusief hun manier van praten en bijzondere trekjes) voor zijn rekening neemt. Bovendien neemt hij als butler ook de bediening op zich. 'The same procedure as last year, Miss Sophie?', vraagt hij bij elk van de vier gangen, waarop het antwoord steevast luidt: 'The same procedure as every year, James'. Die procedure bestaat eruit dat begonnen wordt met soep en sherry, vervolgens is er vis met witte wijn, daarna kip met champagne, en ten slotte fruit met port. Omdat de butler bij elke gang vier glazen moet drinken, raakt hij langzaam flink aangeschoten. Elk jaar opnieuw gaat dat zo: de oude dame houdt vast aan het ritueel door te doen alsof iedereen er nog is en alles bij het oude is gebleven. Niet de waarheid, maar de kracht van een fictie zorgt ervoor dat ze de zin in haar bestaan weet te bewaren.

Televisiebeeld uit de sketch Dinner for One

Dinner for One