null Vaktherapie forensische zorg: nog veel te ontdekken maar veelbelovend

PSY_Symposium_ErvaringInzicht_head_large.jpg
Gezondheid
Vaktherapie forensische zorg: nog veel te ontdekken maar veelbelovend
In de forensische zorg wordt dikwijls vaktherapie ingezet bij het begeleiden van gedetineerden met psychiatrische problemen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van dans, drama, muziek of spel. De gerapporteerde ervaringen vanuit de praktijk zijn goed en studies beoordelen vaktherapie op een flink aantal punten als goed of veelbelovend. Maar het aantal studies is beperkt en de methodologie laat soms te wensen over. Dat blijkt uit een inventarisatie van een groep onderzoekers onder leiding van prof. dr. Susan van Hooren, hoogleraar bij de Open Universiteit. In maart 2021 hebben zij hun rapporten gepubliceerd.

Vaktherapie binnen de forensische zorg

Vaktherapie wordt al lange tijd ingezet in de forensische zorg, zowel bij volwassenen als in de jeugdzorg. De forensische zorg heeft te maken met doelgroepen waarvan een deel verbaal niet sterk is. De mogelijkheden om ze te bereiken met verbale communicatie zijn dan ook beperkt. Daarom zijn behandelinterventies noodzakelijk waarbij niet het verbale centraal staat, maar waarbij gebruik wordt gemaakt van gedrags- en experiëntiële technieken. Deze technieken vormen een belangrijke basis voor vaktherapeutische interventies. Daarbij maken behandelaars therapeutisch gebruik van bijvoorbeeld beeldende materialen, dans, drama, muziek en spel.

Effectief of veelbelovend

Het aantal studies uitgevoerd in de forensisch psychiatrische setting is beperkt, maar de resultaten zijn veelbelovend. Ze laten zien dat vaktherapie als effectief of veelbelovend kan worden beoordeeld als het gaat om het versterken van psychologische processen en maatschappelijke/relationele factoren. Vaktherapie blijkt ook effectief als het gaat om het verminderen van psychiatrische symptomen, zoals angst, depressie en stress. Verder kan vaktherapie bij deze doelgroep leiden tot afname van crimineel en antisociaal gedrag, waaronder vijandigheid, woede en agressief gedrag. Vanwege het beperkt aantal studies en methodologische kwesties, doen Susan van Hooren en haar collega’s enkele concrete aanbevelingen voor vervolgonderzoek binnen de forensische zorg.

Onderzoek in forensische zorg en forensische jeugdzorg

Van Hooren en haar collega’s hebben geïnventariseerd welke wetenschappelijke studies er zijn verricht naar de effectiviteit van vaktherapie in de forensische (jeugd)zorg: wat is er onderzocht en wat is de kwaliteit van die onderzoeken? Op basis van die inventarisatie hebben ze vastgesteld wat wetenschappelijk bewezen is en waar nog onderzoek nodig is. Verder hebben ze geïnventariseerd welke onderzoekswensen de sector zelf heeft. Het project bestond uit twee deelonderzoeken: eentje gericht op de forensische (volwassenen) zorg en eentje op de forensische jeugdzorg.

Infographics over de effecten van vaktherapie

De onderzoekers hebben hun conclusies over de effectiviteit van vaktherapie samengevat in infographics. Daarin zie je op welke punten vaktherapie bewezen effectief is en op welke gebieden de behandelmethode 'veelbelovend' is. Daarnaast beschrijven de onderzoekers in twee rapporten het bestaande onderzoek en de 'evidence gap': wat weten we en is bewezen, wat weten we nog niet of niet goed genoeg en moet onderzocht worden.

Ook de therapieën zelf onder de loep nemen

De onderzoekers concluderen dat er, naast onderzoek naar effectiviteit, ook behoefte is aan systematische beschrijvingen van de vaktherapeutische behandelvormen in de context van de forensische zorg. Verder is er behoefte aan een overzicht van de werkingsmechanismen: waarom werkt iets? In de jeugdzorg is er behoefte aan de ontwikkeling van interventies die aansluiten bij de jeugdcultuur en gebruik maken van nieuwe technologieën zoals wearables, virtual reality en augmented reality.

Het onderzoek werd mede ondersteund door het programma Kwaliteit Forensische Zorg. De infographics en rapporten zijn online beschikbaar.