null Is dit het moment om te vragen naar oordopjes?

PSY_VeiligFeesten_13831_head_large.jpg

Is dit het moment om te vragen naar oordopjes?

Webcolumn Gezondheidspsychologie - door Tjeerd de Zeeuw - juni/juli 2021

Nu de coronaregels verder versoepeld zijn, kunnen we weer naar nachtclubs, concerten en muziekfestivals. Coronatesten, en herstel- of vaccinatiebewijzen helpen bezoekers te beschermen tegen het sars-cov-2-virus. Het risico voor de volksgezondheid is daarmee acceptabel. Toch? Niet helemaal. De kans corona op te lopen mag dan verlaagd zijn, muziekliefhebbers en clubbers stellen zich massaal bloot aan een ander gezondheidsgevaar: hard geluid.

100 decibel op de werk- en dansvloer

Bij een gemiddeld concert of festival ligt het geluidsvolume rond de 100 decibel (dB). Wordt een dergelijk geluidsvolume op de werkvloer gemeten, dan zijn werknemers in Nederland wettelijk verplicht gehoorbescherming te dragen. Zo’n verplichting is er niet op de dansvloer (1). Club- en festivalbezoek eindigt dan ook vaak met piepende of suizende oren, een teken van gehoorschade. Toch draagt niet meer dan 1 á 2 op de 10 bezoekers van dit soort evenementen gehoorbescherming, en vaak zijn dat er zelfs nog minder (2).

Een incidentele blootstelling aan een geluidsvolume van 100 dB zal in de meeste gevallen geen blijvende gevolgen hebben (3). Grote groepen hebben echter elk weekend met deze geluidsniveaus te maken. Door de week komt daar dan vaak het geluid bij van het luisteren naar muziek met koptelefoon, andere luidruchtige activiteiten in de vrije tijd en, mogelijk, hard geluid op het werk. Door die herhaalde blootstelling aan harde geluiden kan blijvende lawaaislechthorendheid optreden. Daarbij geldt: hoe harder het geluid, hoe korter het duurt voordat gehoorverlies optreedt, en hoe vaker de blootstelling, hoe groter het risico op gehoorverlies.

Lawaai- en ouderdomsslechthorendheid

Gehoorverlies door hard geluid is het grootst in de eerste tien jaar van blootstelling (4). De decennia daarna neemt het gehoor, bij ongewijzigde omstandigheden, verder af, echter in minder snel tempo. Vanaf een jaar of zestig krijgt iedereen vervolgens te maken met de natuurlijke afname van het gehoor door ouderdom. Bij deze ouderdomsslechthorendheid neemt het gehoor exponentieel af met het vorderen van de leeftijd: zo’n 5 procent van de 60-65 jarigen kampt met 'beperkend gehoorverlies'1, bij de 80-85 jarigen is dit percentage al gestegen tot meer dan 50 procent (5).

Ouderdomsslechthorendheid komt bovenop eventuele gehoorschade door lawaai. Lawaaislechthorendheid versnelt mogelijk zelfs het gehoorverlies op latere leeftijd, ook nadat de lawaaiblootstelling is gestopt (6-8). Deze achteruitgang van het gehoor kan een groot effect hebben op de kwaliteit van leven en leiden tot gevoelens van eenzaamheid en sociaal isolement (9). Ook wordt gehoorverlies in verband gebracht met een verhoogd risico op dementie en cognitieve achteruitgang (10).

Met de stijging van de levensverwachting kan gehoorschade op jongere leeftijd dus in belangrijke mate de kwaliteit van onze gewonnen levensjaren bepalen. Voor mensen met een lage sociaaleconomische positie (SEP)2 zijn de vooruitzichten in dit opzicht het minst gunstig. Zij hebben, vergeleken met leeftijdsgenoten met een hogere SEP, vaker te maken met beperkend gehoorverlies (11-14). Werk en leefstijlfactoren spelen hierbij een belangrijke rol. Ondanks gehoorbeschermende regelgeving is lawaaislechthorendheid in Nederland, samen met aandoeningen aan het houding- en bewegingsapparaat, de meest voorkomende beroepsziekte bij werknemers met een lagere SEP (15). De slechtere gehoorgezondheid van personen met een lage SEP staat daarnaast in verband met ongunstige leefomstandigheden, een minder gezonde levensstijl, beperkte gezondheidsvaardigheden, en een grotere blootstelling aan lawaai tijdens vrijetijdsbesteding (11, 13, 16).

Mogelijkheden tot preventie

Het optreden van ouderdomsslechthorendheid is (vooralsnog) onvermijdelijk. Het is de normale slijtage die optreedt tijdens het leven. Daarentegen zijn lawaaislechthorendheid en de ongunstige gehooreffecten van een ongezonde levensstijl wél te voorkomen. Zo heeft regelgeving geleid tot minder arbeidsgerelateerde lawaaislechthorendheid in westerse landen, en hebben maatregelen om roken tegen te gaan ook een gunstig effect op de gehoorgezondheid (17, 18). Een terrein waar echter nog veel winst is te boeken, is de blootstelling aan hard geluid in de vrije tijd. Door veel en op hoog volume met oortjes of koptelefoon naar muziek te luisteren, loopt een groep van met name jongeren een verhoogd risico op gehoorschade (19). Het dragen van oordopjes tijdens muziekevenementen is bovendien nog steeds de uitzondering, in plaats van de norm. Is het daarom nu, als een stap in de goede richting, een idee om concert- en festivalbezoekers te vragen of zij, behalve coronatest- of vaccinatiebewijs, ook oordopjes hebben meegenomen?

1 Een gemiddeld gehoorverlies van het beste oor van ≥35 dB bij de frequenties 0.5, 1, 2, en 4 kHz.

Sociaaleconomische positie/status omvat meestal opleidingsniveau, beroepsklasse en/of inkomen. Er bestaat geen gestandaardiseerde methode om SEP te meten.

Referenties

  1. Gommer A, Verweij A, Snijders B. Advies maximale geluidsniveaus voor muziekactiviteiten: Voorstel maximale geluidsniveaus voor openbaar toegankelijke locaties met versterkte muziek. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; 2018.
  2. Gorter A. Gehoorschade als gevolg van harde muziek: risicogedrag en misconcepties onder uitgaanspubliek. Leiden: Nationale Hoorstichting; 2012.
  3. Neitzel RL, Fligor BJ. Risk of noise-induced hearing loss due to recreational sound: Review and recommendations. The Journal of the Acoustical Society of America. 2019;146(5):3911-21.
  4. ISO 1999 (2013). Acoustics—Estimation of noise-induced hearing loss. Geneva: International Organization for Standardization.
  5. van der Meijden W, Panneman M, Kloet S, Blatter B, Homans N, Goedegebure A. Prevalentie van gehoorverlies in Nederland: Rotterdamse resultaten geëxtrapoleerd naar heel Nederland. Amsterdam: VeiligheidNL; 2020.
  6. Hederstierna C, Rosenhall U. Age-related hearing decline in individuals with and without occupational noise exposure. Noise Health. 2016;18(80):21.
  7. De Maria L, Caputi A, Sardone R, Cannone ESS, Mansi F, Birtolo F, et al. Occupational exposure to noise and age-related hearing loss in an elderly population of Southern Italy. The Open Public Health Journal. 2020;13(1).
  8. Grobler LM, Swanepoel DW, Strauss S, Becker P, Eloff Z. Occupational noise and age: A longitudinal study of hearing sensitivity as a function of noise exposure and age in South African gold mine workers. South African Journal of Communication Disorders. 2020;67(2):1-7.
  9. Shukla A, Harper M, Pedersen E, Goman A, Suen JJ, Price C, et al. Hearing Loss, Loneliness, and Social Isolation: A Systematic Review. Otolaryngology–Head and Neck Surgery. 2020;162(5):622-33.
  10. Thomson RS, Auduong P, Miller AT, Gurgel RK. Hearing loss as a risk factor for dementia: A systematic review. Laryngoscope Investigative Otolaryngology. 2017;2(2):69-79.
  11. Vasconcellos AP, Colello S, Kyle ME, Shin JJ. Societal-level Risk Factors Associated with Pediatric Hearing Loss: A Systematic Review. Otolaryngology–Head and Neck Surgery. 2014;151(1):29-41.
  12. Su BM, Chan DK. Prevalence of hearing loss in US children and adolescents: findings from NHANES 1988-2010. JAMA Otolaryngology–Head & Neck Surgery. 2017;143(9):920-7.
  13. Tsimpida D, Kontopantelis E, Ashcroft D, Panagioti M. Socioeconomic and lifestyle factors associated with hearing loss in older adults: a cross-sectional study of the English Longitudinal Study of Ageing (ELSA). BMJ open. 2019;9(9):e031030.
  14. Rigters SC, Metselaar M, Wieringa MH, De Jong RJB, Hofman A, Goedegebure A. Contributing determinants to hearing loss in elderly men and women: results from the population-based Rotterdam study. Audiology and Neurotology. 2016;21(Suppl. 1):10-5.
  15. Van der Molen HF, De Vries S, Sluiter JK. Occupational Diseases among Workers in Lower and Higher Socioeconomic Positions. International journal of environmental research and public health. 2018;15(12):2849.
  16. Widén SO, Erlandsson S. The influence of socio-economic status on adolescent attitude to social noise and hearing protection. Noise and health. 2004;7(25):59.
  17. Engdahl B, Stigum H, Aarhus L. Explaining better hearing in Norway: a comparison of two cohorts 20 years apart - the HUNT study. BMC Public Health. 2021;21(1):242.
  18. Hoffman HJ, Dobie RA, Losonczy KG, Themann CL, Flamme GA. Kids Nowadays Hear Better Than We Did: Declining Prevalence of Hearing Loss in US Youth, 1966–2010. The Laryngoscope. 2019;129(8):1922-39.
  19. You S, Kong TH, Han W. The Effects of Short-Term and Long-term Hearing Changes on Music Exposure: A Systematic Review and Meta-Analysis. International journal of environmental research and public health. 2020;17(6):2091.