null Onderzoek: Docenten kunnen motivatie studenten maken of breken

Leraar_14124_head_large.jpg
Onderzoek: Docenten kunnen motivatie studenten maken of breken
Docenten in hoger onderwijs verwachten dat studenten vanuit zichzelf gemotiveerd zijn om te studeren. Maar zij spelen daar zelf ook een belangrijke rol in: ze kunnen die motivatie ondersteunen of juist ondermijnen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, Hogeschool Zeeland en de Open Universiteit. De onderzoekers adviseren docenten om in hun docentgedrag in te spelen op de psychologische basisbehoeften van studenten.

Vijf onderzoeken naar motiverend lesgeven

De onderzoekers, Martijn Leenknecht (Hogeschool Zeeland), Lisette Wijnia (Open Universiteit), Remy Rikers en Sofie Loyens (beide Universiteit Utrecht) hebben vijf onderzoeken uitgevoerd naar motiverend lesgeven. De onderzoeken vonden plaats in het hoger onderwijs. Onderzocht werd of en hoe het gedrag van docenten de motivatie van studenten beïnvloedt. Dat deden ze steeds vanuit het perspectief van de student: uit eerder onderzoek blijkt immers dat studenten die positiever zijn over hun docenten en gemotiveerd zijn ook beter presteren.

Psychologische basisbehoeften

De onderzoekers concluderen dat docenten de motivatie van studenten kunnen ondersteunen door in te spelen op drie psychologische basisbehoeften. Deze behoeften komen uit de zelfdeterminatietheorie. Deze motivatietheorie onderscheidt de behoefte aan autonomie (gevoel zelf aan het stuur te staan), aan competentie (je capabel voelen) en aan verbondenheid met anderen. Of aan onze psychologische basisbehoeften wordt voldaan, hangt af van de ervaringen die we opdoen. Iedere ervaring is een potentiële inbreuk, of juist een mogelijke versterking van deze basisbehoeften. 

Motivatie ondersteunen

Docenten kunnen de motivatie ondersteunen door in hun docentgedrag in te spelen op die drie basisbehoeften. Ze kunnen de autonomie van studenten ondersteunen door keuzes aan te bieden, de relevantie van de taak uit te leggen en door kritiek toe te staan. Aan de behoefte aan controle kunnen ze voldoen door te zorgen voor een duidelijke structuur en duidelijke verwachtingen. Tot slot kan de docent betrokkenheid tonen door beschikbaar te zijn voor hulp.

Motivatie ondermijnen

Maar docenten kunnen de motivatie ook ondermijnen. Bijvoorbeeld door de autonomie in te perken door straffen en beloningen en door in te spelen op gevoelens van schaamte en schuld. Ook ambigue verwachtingen en onverschillig reageren werken ondermijnend. Docenten doen dit ondermijnende gedrag vaak niet bewust: het is een gewoonte of ze zijn bijvoorbeeld ervan overtuigd dat orde en dwang beter is voor de studenten.

Advies aan docenten

De onderzoekers raden docenten aan om actief bezig te zijn met het stimuleren van de motivatie. Ze moeten daarbij letten op het ondersteunen van autonomie, het bieden van structuur en betrokkenheid tonen. Deze motiverende docentbenaderingen kunnen worden gezien als een repertoire dat docenten kunnen inzetten. Daarbij lijkt consequent toepassen belangrijker dan volledig te zijn. Het is belangrijker ieder moment een behoefte-ondersteunende benadering toe te passen dan in iedere situatie alle drie de benaderingen evenredig aan bod te laten komen. Het gebruik van controle, op welke manier dan ook, wordt afgeraden, omdat dit leidt tot meer gecontroleerde en minder duurzame vormen van motivatie.

Lees ook het artikel op ScienceGuide: Houd niet alleen de student verantwoordelijk voor diens motivatie.