RW_Buitenpromovendus_17463_head_large.jpg
Format promotievoorstel buitenpromovendi Rechten - 2020
Een promotieplan of promotievoorstel dient te worden opgesteld om vooraf zo concreet mogelijk het belang, de kwaliteit en de haalbaarheid van het voorgenomen promotietraject binnen de gestelde tijd te kunnen beoordelen. Ook wordt gevraagd naar gegevens die een indruk kunnen geven van de achtergronden van de beoogde uitvoerder/ster. Bij de afzonderlijke onderdelen staat soms indicatief het aantal woorden aangegeven. Probeert u zich daaraan te houden.

Het promotievoorstel dient in elk geval de volgende punten en onderdelen te bevatten: 

  1. Titel en eventueel al ondertitel  
  2. Samenvatting van uw onderzoeksvoorstel (maximaal 500 woorden).
  3. Samenvatting van uw onderzoeksvoorstel aan de hand van 5 trefwoorden.
  4. Onderwerp (maximaal 250 woorden): omschrijf het onderwerp (dus niet als vraag). Geef daarbij een korte introductie op het onderwerp en ga eventueel ook al kort in op de wetenschappelijke context van uw onderzoek. Indien relevant kun je ook kort ingaan op de maatschappelijke context. Zie de website Veilige stad voor inhoudelijke aanknopingspunten.
  5. Stand van zaken (1500-2500 woorden): wat is er tot op heden in de relevante wetenschappelijke en vakliteratuur over je onderwerp geschreven? Zijn er lacunes te signaleren, met andere woorden: wat voegt je onderzoek toe aan het reeds bestaande rechtswetenschappelijk onderzoek?
    Toelichting: Promotieonderzoek houdt in dat je wetenschappelijk onderzoek verricht op het hoogste niveau; je bent in debat met wetenschappers die eerder en elders over (deelaspecten van) je onderwerp hebben gepubliceerd. Is je eigen onderzoek daarbij in voldoende mate vernieuwend, aanvullend en is het mogelijk om dit met voldoende diepgang uit te voeren? Beargumenteer je overtuiging en verwijs hiervoor ook concreet naar de beschikbare vakliteratuur.
  6. Probleemstelling: dit is de hoofdvraag die je over je onderzoek stelt. Deze is leidend voor je onderzoek. Een goede probleemstelling is als vraag in één zin geformuleerd.
  7. Onderzoeksopzet:
    - Hoe ga je jouw onderzoek concreet uitwerken en structureren? Hoe verhoudt de uitwerking van je onderzoek zich tot het bestaande onderzoek?
    - Aan de hand van welke onderzoeksvragen? De onderzoeksvragen, of deelvragen (uitwerking van de hoofdvraag) beogen de beantwoording van de centrale probleemstelling te vergemakkelijken.
    - Methodologie: welke rechtswetenschappelijke bronnen (zoals wet- en regelgeving, rechtspraak en literatuur) bestudeer je (globaal aangeven), welk (ander) bronnenonderzoek doe je, ben je eventueel voornemens om empirisch onderzoek te doen? Als je empirisch onderzoek doet, werk de methode daarvan dan globaal uit met inachtneming van de daarvoor geldende wetenschappelijke en ethische eisen.
  8. Voorlopige inhoudsopgave. Deze kan werkenderwijs nog worden gewijzigd en aangevuld. Alle hoofdstukken tezamen dienen alle onderzoeksvragen, en daarmee ook de centrale probleemstelling te beantwoorden. 
  9. Presentatie onderzoeksresultaten: als boek of bundeling van artikelen?
  10. Tijdpad. Probeer al zo concreet en realistisch mogelijk het tijdpad voor het hele promotietraject aan te geven. Dus zowel voor de fase van de literatuurstudie, het bronnenonderzoek, het eventuele empirische onderzoek, de schrijffase als de terugkoppeling met en het verwerken van het commentaar van de promotores, alsmede voor het persklaar maken van de onderzoeksresultaten. De regel is dat je altijd tenminste twee promotores krijgt toegewezen, en dat ook andere docenten betrokken zijn bij je begeleiding.
  11. Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn voor het promotietraject.

Verder zijn de volgende administratieve gegevens van belang (je gegevens worden met inachtneming van de AVG verwerkt):

1. Gegevens van de beoogde buitenpromovendus:

  • naam en voornaam, huidige adres, postcode en woonplaats;
  • geboortedatum;
  • telefoonnummer(s);
  • e-mailadres.

2. Aanvullende gegevens:

  • vooropleiding vanaf de middelbare school;
  • je persoonlijke motivatie voor dit onderzoek (maximaal 100 woorden);
  • eventuele onderzoekservaring die relevant is voor het beoogde promotieonderzoek (bijvoorbeeld wanneer door jou al eerder over hetzelfde onderwerp is gepubliceerd, graag met bibliografische referenties; wanneer het promotieonderzoek in het verlengde ligt of een verdieping is van een eerdere masterscriptie vermeld dan de titel van die scriptie, de betreffende masteropleiding, het jaar van gereedkomen en de beoordeling of het cijfer van die scriptie);
  • eventuele relevante referenties.

Gang van zaken

De Commissie Buitenpromovendi reageert in de regel binnen 4 weken op een ingediend onderzoeksplan. De regel is dat je altijd tenminste twee promotores krijgt toegewezen, en dat ook andere docenten betrokken zijn bij je begeleiding.