null Imagopolitiek leidt tot stuitende mondkapjesdeal

MW_Webcolumn_KeesGelderman_Mondkapjesdeal_head_large.jpg

Imagopolitiek leidt tot stuitende mondkapjesdeal

Webcolumn Managementwetenschappen - door Kees Gelderman - juni 2022

De publieke sector is al jaren bezig met een (verdere) professionalisering van de inkoopfunctie. Naast rechtmatigheid is er steeds meer aandacht gekomen voor doelmatigheid van uitgaven; een verschuiving van 'wat mag er' naar 'wat kan er binnen de kaders van de regelgeving'. Kortom, er vindt een inhaalslag plaats. Hierdoor vindt de publieke inkoop steeds professioneler plaats (zie ook 'Professioneel inkopen', van Gelderman, Albronda en Andriesse, 2021). Public procurement professionals zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden en positie, gericht op het creëren van maatschappelijke impact van inkoop.

Rol van opdrachtgever

Juist voor deze professionals moet het uiterst frustrerend zijn als niet integer met overheidsgeld wordt omgegaan, zoals bij de omstreden mondkapjesdeal met Sywert van Lienden en consorten het geval was. Deze affaire wordt steeds pijnlijker nu duidelijk is geworden dat door de inkopers van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) al in een heel vroeg stadium bezwaar is aangetekend tegen de gang van zaken. In de media is inmiddels breed uitgemeten dat miljoenen zijn verdiend door Van Lienden en partners, terwijl ze voortdurend beweerden hun werk op non-profitbasis te doen. De rol van de opdrachtgever is echter veel minder belicht. Hoe is het mogelijk dat het ministerie van VWS in zee ging met een drietal 'handige jongens' die een veel te hoge prijs vroegen voor mondkapjes waarvan er toen al genoeg werden ingekocht door het LCH? Met nauwgezette onderzoeksjournalistiek hebben Jan-Hein Strop en Stefan Vermeulen in hun boek 'Sywerts miljoenen - de jacht op het mondkapjesgoud' (2022) deze vraag proberen te beantwoorden.

Inkoopbeleid

Het antwoord is even ontluisterend als onthutsend. Waar men aanvankelijk vriendjespolitiek vermoedde tussen Van Lienden en toenmalig VWS-minister Hugo de Jonge, blijkt de vork uiteindelijk toch anders in de steel te zitten. In het voorjaar van 2020 begon Van Lienden met een mediaoffensief, waarin het inkoopbeleid van VWS keihard werd aangepakt. Met optredens in de media, interviews en een serie messcherpe tweets wees de ondernemer op het falen van de politieke top van het ministerie. Het verwijt aan de coronaminister van dienst was dat deze onze zorghelden onbeschermd liet werken. De Jonge voelde de politieke en maatschappelijke druk met de dag toenemen. Het kabinet had er toen al voor gekozen om ernstig rekening te houden met de publieke opinie. Daar maakte Van Lienden handig gebruik van.

Stuitend en veelzeggend is dat de onderbouwde mening en waarschuwingen van de professionele LCH-inkopers geen rol speelden. Zij stuurden e-mails met een formeel protest tegen de overeenkomst met Van Lienden: de deal was onnodig (er waren toen al genoeg mondkapjes besteld), aan de leveringsbetrouwbaarheid van deze partij zonder trackrecord werd getwijfeld en er waren betere aanbiedingen van leveranciers die wél betrouwbaar waren. Het consortium werd eerder beschouwd als een concurrent dan een nuttige aanvulling, ook gezien het plan om een eigen webshop op te zetten. Naar de onderbouwde bezwaren werd echter niet geluisterd; de politiek drukte de deal erdoor bij het LCH. Het imago redden van de coronaminister bleek belangrijker dan inkoop technische overwegingen.

Het LCH werd in maart 2020 opgericht met daarin inkopers in de Nederlandse zorg en ook vertegenwoordigers van bedrijven die aan de zorg leveren. Gekozen werd voor gezamenlijk inkopen zonder winstoogmerk, gezien het landsbelang en de nijpende tekorten. Vooral het selecteren en contracteren van betrouwbare leveranciers bleek een lastige opgave, maar ze boekten succes. Wellicht tekenend voor de inkoopprofessie is dat de successen intern worden gevierd. De buitenwacht werd vooral 'geïnformeerd' door opiniemakers als Van Lienden, die bleef roepen dat de overheid het niet ging 'fiksen'. Dat beeld werd dominant in de berichtgeving.

Professioneel inkopen

Het LCH-inkoopcentrum besteedde echter geen aandacht aan externe PR en communicatie en was vooral aan het werk. De les die verkopers en marketeers maar al te goed kennen luidt: be good and tell it. De aanvallen van Van Lienden bleven onbeantwoord, zodat de publieke opinie eenzijdig werd bespeeld. Wat zou er gebeurd zijn als ook verteld was hoe er gewerkt werd en wat de resultaten waren? We zullen het nooit weten.

Toenmalig minister De Jonge gaf uiteindelijk zelf de aanzet tot de omstreden deal met Van Lienden, zo ontdekte De Volkskrant, iets wat hij blijft ontkennen. 'Je kunt die Sywert beter inside pissing out hebben dan outside pissing in', appte De Jonge aan de secretaris-generaal van VWS. Daarmee parafraseerde hij de Amerikaanse president Lyndon Johnson, die criticasters de mond snoerde door ze op te nemen in de regering. Zijn quote luidt: "( ... ) !t's probably better to have him inside the tent pissing out, than outside the tent pissing in( ... )" De app van De Jonge is veelzeggend. Van Lienden moest de deal krijgen, omdat deze opiniemaker een te grote bedreiging vormde voor de verantwoordelijke politici. Overheidsgeld werd dus besteed aan het oppoetsen van imago's. Ondanks dat De Jonge al veel heeft proberen uit te leggen, is het laatste woord hierover nog niet gezegd. Het huidige kabinet wacht op de afronding van het onderzoek dat nu loopt om een definitief oordeel te vellen over het lot van De Jonge. De 'gunning uit de losse pols' staat haaks op alles waar professioneel inkopen voor staat. Het inkoopgedrag van de ambtelijke en politieke top van VWS valt ver buiten de grenzen van goed fatsoen en professioneel en maatschappelijk verantwoord inkopen. Deze pijnlijke conclusie zou de start kunnen zijn voor een écht transparante bestuurscultuur.

Kees Gelderman is universitair hoofddocent aan de Open Universiteit en coauteur van het boek 'Professioneel Inkopen'.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Deal!, een uitgave van Nevi, kennisnetwerk voor inkoop, contract- en supply management.