Doorstroom naar vervolgonderwijs
In het project wordt onderzocht hoe leerlingen die bij Agora-scholen innovatief voortgezet onderwijs hebben gevolgd, doorstromen naar het vervolgonderwijs. Er zijn inmiddels diverse publicaties over het project verschenen en een volgende publicatie wordt dit voorjaar verwacht. Daarin zal ook aandacht zijn voor de impact van de coronapandemie van de aflopen twee jaar op dit onderwerp.
Mogelijk betere aansluiting
De vooronderstelling is dat leerlingen die Agora-onderwijs hebben gevolgd, een betere aansluiting hebben met het hoger onderwijs. Ze leren immers zeer zelfstandig te werken en te leren. Ook speelt bij Agora loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob) zo’n belangrijke rol dat leerlingen minstens zo veel bezig zijn met het vervolg ná de school als met het behalen van het diploma. De vooronderstelling is dan ook dat ze beter weten wat ze willen gaan doen.
Steeds meer Agora-scholen
In de eerste vier jaar van het project (2018-2021) volgden de onderzoekers ook de schoolloopbaan van Agora-leerlingen. In die periode was het onderzoek beperkt tot leerlingen van de eerste Agora-school in Nederland, die in Roermond. Inmiddels zijn er in Nederland en Vlaanderen meer scholen die het Agora-model toepassen. Ze hebben zich verenigd in een koepel. Bij het onderzoek van de komende jaren worden ook andere Agora-scholen betrokken.
Verbreding
De leiding van het project berust bij prof. dr. Jos Claessen van de faculteit Onderwijswetenschappen. Hij volgt Agora al vanaf de start in 2014. Aan het vervolgproject gaat dr. Arnoud Evers een belangrijke bijdrage leveren, en waar mogelijk wordt de verbinding gelegd met de Educatieve Agenda Limburg waarin de OU participeert. Verder is het de bedoeling het project te verbreden met een school uit een ander type voortgezet onderwijs dan Agora.