null Verschil in Haagse verpleegkunde lag vooral aan arbeidsomstandigheden

CW_Klassezusters_WillyDeZoete_head_large.jpg
Verschil in Haagse verpleegkunde lag vooral aan arbeidsomstandigheden
Tussen 1900 en 1940 maakte het verpleegkundig beroep grote ontwikkelingen door. Den Haag kende in die tijd drie ziekenhuizen: het katholieke ziekenhuis Westeinde, het diaconessen ziekenhuis Bronovo en het gemeentelijk ziekenhuis. Willy de Zoete, buitenpromovendus bij de Open Universiteit, heeft de verschillen onderzocht tussen de drie groepen verpleegkundigen in de diverse ziekenhuizen op beroepsinhoud, beroepsopvatting, hun plaats in de maatschappij en de manier waarop dit hun werk beïnvloedde. Op 7 november 2019 om 16.00 uur verdedigt Willy de Zoete haar proefschrift ‘Klassezusters. De ontwikkeling van het verpleegkundig beroep in Den Haag 1900-1940’ bij de open Universiteit in Heerlen.

Aansluiting tot de Nederlandse Bond voor Ziekenverpleging

In 1893 realiseerden gemeentelijke ziekenhuizen zich dat het nodig was om hun verzorgers te vervangen door getrainde verpleegkundigen. Dit leidde tot de oprichting van de Nederlandse Bond voor Ziekenverpleging. Artsen, ziekenhuismanagers en verpleegkundigen ontwikkelden samen de standaarden voor de opleiding van verpleegkundigen. Vanaf het jaar 1900 sloten de ziekenhuizen in Den Haag zich één voor één aan bij de Bond, waardoor de manier waarop de verpleegkundigen waren opgeleid redelijk overeenkwam. Hun dagelijks werk was echter zeer verschillend door de werkomstandigheden en religieuze verschillen. Zo hadden nonnen een strikte dagelijkse routine om te bidden. Zij hadden alleen rust tijdens hun gebeden en werkten van zonsopkomst tot bedtijd met amper genoeg te eten. In de stad maakten de verpleegkundigen nauwelijks kortere dagen, maar ze hadden wel wat vrije tijd en de maaltijden waren goed. De nonnen en de verpleegkundigen in het gemeentelijk ziekenhuis deden ook veel huishoudelijk werk, wat het beroep zwaar maakte. Het diaconessen ziekenhuis had de beste werkomstandigheden: niet het huishoudelijk werk, maar verpleegkunde was het belangrijkste deel van de dagelijkse routine. De werkdagen waren lang, maar het tempo was redelijk en de verpleegkundigen kregen pauzes. 

Arbeidsomstandigheden na de Eerste Wereldoorlog

In de jaren na de Eerste Wereldoorlog werden de arbeidsomstandigheden van verpleegkundigen in de Haagse ziekenhuizen steeds beter. ‘De overheid stelde voortaan de standaarden voor de opleiding. Verpleegkunde kreeg de status van beroep en verpleegkundigen verdienden genoeg om te voorzien in hun levensonderhoud. De werkomstandigheden veranderden ook: een top klinisch ziekenhuis vereist een excellente staf. Het was daarom niet langer logisch om goed opgeleide verpleegkundigen voor huishoudelijk werk in te zetten.’ Het onderzoek laat zien dat de verschillen tussen de groepen verpleegsters vooral liggen op het gebied van arbeidsomstandigheden, niet op het gebied van beroepsinhoud of beroepsopvatting. ‘Met name de wettelijke bescherming van het diploma, met de daaropvolgende aanscherping van de opleidingseisen heeft hieraan bijgedragen.’

Over Willy de Zoete

Willy de Zoete startte haar carrière als verpleegkundige, opgeleid in diaconesseninrichting Bronovo, en werd later docent. ‘De ontwikkelingen op het gebied van zorgonderwijs hebben altijd mijn belangstelling gehad. Zonder opleiding immers geen professional.’ Willy de Zoete verdedigt haar proefschrift ‘Klassezusters. De ontwikkeling van het verpleegkundig beroep in Den Haag 1900-1940’ op 7 november 2019 om 16.00 uur aan de Open Universiteit te Heerlen. Promotor is prof. dr. J.H. Furnée, hoogleraar Europese cultuurgeschiedenis, Radboud Universiteit en copromotor is prof. dr. G. Blok, hoogleraar Moderne geschiedenis, Open Universiteit.

Willy de Zoete

Willy de Zoete