null Seksualiteit te complex voor evolutionaire psychologie

PSY_Lankveld_sexualmedicine_13111_head_large.jpg
Gezondheid
Seksualiteit te complex voor evolutionaire psychologie
De evolutionaire psychologie begon in de jaren ‘90 aan een stormachtige opmars. Maar de storm is inmiddels behoorlijk gaan liggen, betoogt OU-docent Jannes Eshuis in een artikel in het Tijdschrift voor Seksuologie. Met de grote variatie in menselijk seksueel gedrag weet de stroming zich geen raad.

Seksueel gedrag is een van de stokpaardjes van de evolutionaire psychologie, die menselijk gedrag probeert te verklaren met behulp van de evolutietheorie. De (al dan niet vermeende) verschillen tussen mannen en vrouwen lenen zich uitstekend voor een Darwinistische benadering. Dat leidde tot spraakmakende theorieën en hypothesen. Zoals dat menselijke partnervoorkeuren worden gedreven door de van het andere geslacht verwachte investering in de nakomelingen.

Wildgroei

Het evolutionaire kader bleek goed toepasbaar op sommige basale menselijke gedragsstrategieën. Maar met verklaringen voor variaties op die algemene tendensen - zoals de grote diversiteit aan menselijke seksuele voorkeuren en strategieën - heeft het klassieke evolutionaire perspectief veel meer moeite. 'Het probleem is de moeizame empirische bewijsvoering', legt Eshuis uit. Met als gevolg een wildgroei van nauwelijks te falsificeren hypothesen.

Seksueel geweld

Het stuk gaat in het bijzonder in op seksueel geweld. De klassieke evolutionaire psychologie neemt aan dat daaraan een adaptieve strategie ten grondslag moet liggen. Het mannenbrein zou met gespecialiseerde neurale verkrachtingscircuits zijn toegerust. 'Biologisch niet erg waarschijnlijk want erg inefficiënt, en bovendien niet te bewijzen noch uit te sluiten', zegt Eshuis. Life-history-theorieën daarentegen stellen daar een genuanceerdere, alternatieve verklaring tegenover. Ook zij onderkennen uiteraard de evolutie als drijvende kracht voor menselijke gedrag. Maar ze stellen dat variaties op algemene gedragsneigingen niet voortkomen uit speciaal geëvolueerde breinmodules, maar uit individuele aanpassing aan omstandigheden die zich gedurende de levensloop voordoen. En dat levert wél empirisch onderzoekbare claims op.

Als het aan Eshuis ligt, is life history theory dan ook een veelbelovende opvolger als nieuwe biologische metatheorie voor de sociale wetenschappen. Gaat de klassieke evolutionaire psychologie dan toch het onderspit delven in de survival of the fittest van wetenschappelijke theorieën?

Het artikel van Eshuis verscheen in het laatste nummer van het Tijdschrift voor Seksuologie uit 2020.