Algemene economie voor management
Algemene economie voor management
-
Managementwetenschappen
-
MB0302
-
5 EC
-
Vanaf € 352
Inhoud
Maar ook de kosten van een product worden beïnvloed door de markt. De hoogte van de lonen, de prijzen van grondstoffen, de rente waartegen geleend kan worden, enz. komen tot stand op eigen specifieke markten in zowel binnen- als buitenland. En daar kan een manager geen invloed op uitoefenen. Ten slotte wordt ook de wereld steeds complexer waardoor de manager voor nog meer uitdagingen komt te staan, zoals snelle technologische veranderingen en innovaties van producten.
In deze cursus behandelen we eerst de micro-economie waar keuzeproblemen aan de orde komen als 'hoeveel goederen moeten we produceren?' en 'levert uitbreiding van de productie wel meer winst op?' Je verwerft inzicht in productie- en kostenfuncties en in de werking van de markten. Belangrijk onderdeel is ook de speltheorie waarop strategische beslissingen gebaseerd kunnen worden.
Daarna komen belangrijke macro-economische variabelen als economische groei, inflatie, werkloosheid, betalingsbalans en wisselkoersen aan de orde. Tussen deze variabelen bestaan relaties die duidelijk zichtbaar worden in de conjunctuurcyclus. Want als het goed gaat in een economie, dan zal dat ook een positieve invloed hebben op de bedrijvigheid en op de hoogte van de werkloosheid, maar niet zozeer op de inflatie en de betalingsbalans.
Omdat een markteconomie niet altijd perfect functioneert, heeft de overheid in ons land een aantal taken zoals het voorkomen van al te grote economische schommelingen en stagnatie (= stabilisatiefunctie), het zorgen voor een juiste afstemming van de productie op de behoeften (= allocatiefunctie) en het zorgen voor een als rechtvaardig beschouwde verdeling van de welvaart (= verdelingsfunctie).
Het laatste blok gaat over geld. Geld kan de functie vervullen van ruilmiddel waardoor ruil van goederen en diensten vergemakkelijkt wordt. Door producten in geld uit te drukken, kunnen we ermee rekenen. Maar geld moet dan wel een stabiele waarde hebben. Daarom is het handhaven van de prijsstabiliteit de hoofddoelstelling van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De derde functie is die van oppotmiddel, omdat geld ook gebruikt kan worden om te sparen of te beleggen.
Om je kennis te testen, dien je na afloop van de cursus een interactief spel te spelen dat ontwikkeld is door De Nederlandsche Bank. Hierin krijg je naast economische begrippen en verbanden, ook te maken met beleidskeuzes van de ECB en het ministerie van Financiën. Welke instrumenten hebben zij om beleid te voeren, welke (on)mogelijkheden bieden die instrumenten en wat doen de beleidsmakers in de praktijk?
Leerdoelen
Het algemene leerdoel van de cursus is inzicht te verschaffen in economische principes en factoren die ten grondslag liggen aan strategische beslissingen. Dat kunnen micro-economische factoren zijn waarop een manager invloed kan uitoefenen en macro-economische factoren waarop hij of zij dat niet kan, maar die wel van belang zijn voor de organisatie.
Voor elke leereenheid zijn specifieke leerdoelen geformuleerd. Deze geven aan wat je na bestudering van de leereenheid moet weten en kunnen. De leerdoelen van de cursus zijn dus te zien als een optelsom van de afzonderlijke leerdoelen.
Na bestudering van de cursus kun je:
- de micro-economische basisprincipes rondom vraag, aanbod, producenten- en consumentengedrag relateren aan strategische beslissingen,
- een eerste inschatting maken van de ontwikkeling van de economie op de korte, middellange en lange termijn, aan de hand belangrijke macro-economische variabelen als economische groei, werkloosheid, inflatie en betalingsbalans,
- aangeven welke rol de overheid speelt in een economie middels haar stabilisatiefunctie, allocatiefunctie en herverdelingsfunctie,
- de economische betekenis van het geld uitleggen, waarbij geld wordt gezien als ruilmiddel, als rekeneenheid en als oppotmiddel.
Aanmelden
Toelichting aanmelden
De cursus wordt éénmaal per academisch jaar aangeboden.
Deze cursus is wederzijds uitsluitend met de gelijknamige cursus met cursuscode B02111 en de cursussen OUX: Strategie en algemene economie voor management (B08113), Inleiding in de Nederlandse economie (E33111/E01131) en Economie voor niet-economen (E34112). Dit betekent dat deze cursussen wegens inhoudelijke overlap niet samen in een opleiding kunnen worden ingebracht.
Begeleidingsvorm
Bij deze cursus hoort standaardbegeleiding: inhoudelijke vragen kun je stellen aan de docent.
Docenten
Tentamenvorm
Tentamendata
Opdracht: volgens afspraak.
Tentamenhulpmiddelen
De online rekenmachine
Het online woordenboek t.b.v. ANS