Hoger onderwijs kan innovatiekracht vergroten door organisatorische samenhang
Uitdagingen voor hoger onderwijs
Universiteiten en hogescholen staan voor grote uitdagingen: van digitalisering en kunstmatige intelligentie tot maatschappelijke kwesties zoals klimaatverandering en diversiteit. Om deze veranderingen bij te benen en richting te geven, hebben hogere onderwijsinstellingen innovatieve capaciteit nodig: het vermogen om duurzaam en systematisch te vernieuwen. Het onderzoek bracht in kaart wat die capaciteit precies inhoudt en welke factoren erachter schuilgaan.
Inzicht in mechanismen van innovatie
Nijland en collega's, onderzoekers Lydia Schaap (Hogeschool Utrecht), Miriam Cents-Boonstra (Saxion) en Kristin Vanlommel (Universiteit van Antwerpen), analyseerden in een literatuurstudie 91 wetenschappelijke artikelen over innovatie in het hoger onderwijs. Daarbij keken ze op drie niveaus: het individu (docenten, onderzoekers en medewerkers), netwerken (samenwerking binnen en buiten de instelling) en de organisatie als geheel. Hun doel was niet alleen een duidelijke definitie van innovatieve capaciteit te ontwikkelen, maar ook inzicht te krijgen in de bronnen en mechanismen die innovatie in beweging zetten of juist belemmeren.
Sleutels voor innovatiekracht
De onderzochte studies lieten drie niveaus zien waarop deze mechanismen invloed uitoefenen op innovatieve capaciteit: de organisatie, het individu en het netwerk. Hierbij komen zeven sleutelbronnen naar voren die samen de innovatiekracht bepalen: menselijk kapitaal (kennis en vaardigheden), sociale netwerken, structuren en processen, leiderschap, organisatiecultuur, een doorleefde missie en visie, en collectief leren in netwerken. Het belang van deze zeven sleutelfactoren verschilt per niveau. Op organisatorisch niveau kwam vaak het belang van structureel kapitaal naar voren, op netwerkniveau bleken sociaal kapitaal en collectief netwerkend leren essentieel, en op individueel niveau menselijk kapitaal. Belangrijk is dat deze elementen elkaar voortdurend beïnvloeden. Zo wordt talent binnen een instelling sterker benut wanneer de cultuur innovatie stimuleert en samenwerking over afdelingen heen mogelijk maakt. Bovendien blijken leiderschap en een doorleefde visie cruciale startpunten voor verandering. Als een visie niet alleen helder is, maar ook wordt omarmd door alle betrokkenen en ieders handelen stuurt, is dit een sleutelbron die andere bronnen beïnvloedt.
Organisatorisch afstemmen is cruciaal
Een opvallend inzicht is dat innovatie niet verloopt via een simpele oorzaak-gevolgketen, maar via circulaire processen: bronnen versterken elkaar of werken juist vertragend in complexe wisselwerkingen. De praktische boodschap van het onderzoek is helder: universiteiten en hogescholen moeten niet alleen investeren in afzonderlijke factoren zoals training of nieuwe structuren, maar vooral in de samenhang daartussen. Organisatorische afstemming – het op elkaar laten aansluiten van missie, cultuur, structuren en menselijk kapitaal – blijkt essentieel om innovatieve capaciteit te versterken. Hierdoor ontstaat de veerkracht en creativiteit die nodig is om als hogere onderwijsinstelling een leidende rol te spelen in maatschappelijke vernieuwing.
Het artikel 'A Framework Supporting the Innovative Capacity of Higher Education Institutions: An Integrative Literature Review' is gratis te lezen.