null Ook Amerikaanse belangstelling voor boek OU-docent Ted Laros

CW_Literatuur_ZuidAfrika_TedLaros_14430_head_large.jpg
Samenleving
Ook Amerikaanse belangstelling voor boek OU-docent Ted Laros
Hoe heeft de Zuid-Afrikaanse literatuur bijgedragen aan de uiteindelijke artistieke vrijheid in Zuid-Afrika? Dr. Ted Laros, universitair docent Letterkunde aan de Open Universiteit, werkte van 2010 tot 2013 aan een dissertatie rondom dit thema. Onlangs verscheen het proefschrift in boekvorm onder de titel 'Literature and the Law in South Africa, 1910-2010: The Long Walk to Artistic Freedom', in de 'Law, Culture and Humanities Series' van Fairleigh Dickinson University Press. Niet alleen in ons land, ook in Amerika lijkt veel belangstelling te bestaan voor het boek.

In 'Literature and the Law in South Africa, 1910-2010: The Long Walk to Artistic Freedom' analyseert Ted Laros alle rechtszaken rond literaire werken die in de genoemde periode zijn gevoerd in Zuid-Afrika. ‘'k heb gekeken naar de relatie tussen het literaire en het juridische veld Wat zegt de rechterlijke omgang met literatuur over de autonomisering van het Zuid-Afrikaanse literaire veld?' Laros focust vooral op vier specifieke zaken: die rond Wilbur Smith’s 'When the Lion feeds' (1965), Can Themba’s 'The Fugitives' (1975), André Brinks 'Kennis van die Aand' (1974) en Etienne Leroux’ 'Magersfontein, oh Magersfontein' (1978). Hij besteedt echter ook nauwgezet aandacht aan de literaire censuur tijdens de Unie-periode (1910-1961) en aan een reeks belangrijke censuurzaken uit de apartheids- en post-apartheidsperiode. 'Al deze zaken laten zien hoe de strijd die geleverd werd in en buiten de rechtbank tussen literaire, rechterlijke en politieke elites uiteindelijk leidde tot een constitutionele kunstvrijheid voor literatuur', aldus Laros.

Verbanden

Waarom koos Laros specifiek voor dit onderwerp? 'De Zuid-Afrikaanse literatuur heeft een interessante relatie tot de Nederlandse. Dat er een nauwe band bestaat tussen beide, behoeft geen betoog. Allereerst is er natuurlijk de historische band tussen de twee literaturen: de Nederlandse literatuur die in Zuid-Afrika 'landde' en er grotendeels de maat bleef voor het Afrikaanssprekende volksdeel tot eind negentiende, begin twintigste eeuw. Vervolgens waren er vooral de institutionele banden tussen de Afrikaanse en Nederlandse literatuur, en literatuurstudie. Tot de dag van vandaag bestaan er goede institutionele relaties tussen de twee (met uiteraard de culturele boycot van eind jaren zeventig tot begin jaren negentig als periode van discontinuïteit). Dit maakt het interessant om de Zuid-Afrikaanse literatuur te onderzoeken.'
'Bovendien is het vanuit cultuursociologisch oogpunt interessant om de relatie tussen literatuur, politiek en recht in Zuid-Afrika te onderzoeken. Er lijkt een verband te bestaan tussen het ontstaan van literaire velden en het opduiken van het concept kunstvrijheid ofwel 'exceptio artis' in het recht. Onderzoek naar de situatie in West-Europese landen, zoals Duitsland, Frankrijk en Nederland, lijkt dit te bevestigen. Maar in hoeverre passen historische ontwikkelingen zoals die zich voordeden in een (post-)koloniaal land als Zuid-Afrika - waarin zeker gedurende de apartheid een bijzondere relatie bestond tussen het literaire, juridische en politieke veld -, in dit model? In mijn boek probeer ik een antwoord te geven op deze vraag.’

Lezing New York

In januari gaf Laros een lezing tijdens de 'Modern Language Association Annual Convention' in New York over de rechtszaak rond André Brinks 'Kennis van die Aand'. Deze roman, die in ’73 verscheen, was het eerste Afrikaanstalige literaire werk dat verboden werd door de censuurraad. Brink en diens uitgever Buren tekenden appel aan tegen de beslissing van de censuurraad bij de Kaapse provinciale divisie van het Hooggerechtshof. Het hof behandelde de zaak van 5 tot en met 7 augustus 1974 en sprak op 1 oktober van dat jaar haar unanieme oordeel uit: het appel werd verworpen en het verbod gehandhaafd. Laros: 'Wat de zaak erg interessant maakt, is dat twee van de drie rechters uitgesproken poëticale posities innamen in hun respectieve motiveringen, posities die accordeerden met dominante literatuuropvattingen uit het toenmalige literaire veld. Eén rechter eindigde zijn motivering zelfs met een hartstochtelijk pleidooi voor geëngageerde literatuur. Vanuit cultuursociologisch standpunt vormt deze zaak daarom een zeer interessant onderzoeksobject, ook voor een Amerikaans publiek. Het feit dat de Zuid-Afrikaanse rechtspraak zich bij het toepassen van de censuurwetgeving in aanzienlijke mate oriënteerde op het Amerikaans recht, maakt de zaak des te interessanter voor Amerikaanse cultuur- en rechtswetenschappers.'
Er bestaat dan ook flink wat belangstelling voor het onderwerp in Amerika. Na de goed ontvangen lezing van Laros - waar hij veel positieve reacties op kreeg -, is het boek inmiddels door een groot aantal Amerikaanse universiteitsbibliotheken aangekocht. 

Boek Ted Laros

Het boek van Laros is onder meer hier te bestellen.