Webinar: Het recht van inzage in theorie en praktijk
Inhoud
Het recht van inzage is een van de hoekstenen van het gegevensbeschermingsrecht. Betrokkenen kunnen door inzage de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens controleren en eventueel misbruik tegengaan. Een voorbeeld hiervan is het beroemde inzageverzoek van activist Max Schrems bij Facebook. In de praktijk zien we echter vaak dat mensen het recht van inzage gebruiken voor allerlei andere redenen. Denk bijvoorbeeld aan Über-chauffeurs die het vooral te doen is om een eerlijke arbeidsverhouding, verzekeringspolishouders (in de Dexia-zaken) die willen aantonen dat ze niet goed zijn ingelicht door de financiële instelling, of patiënten die inzage willen in hun patiëntdossier (in de recente HvJ EU-uitspraak Copies du dossier médical).
In dit webinar bespreekt René Mahieu deze voorbeelden aan de hand van twee theorieën die een directe rechtvaardiging bieden voor dit brede gebruik van het recht op inzage. Het belooft een interessante online lezing te worden, waarbij theorie en praktijk tegenover elkaar worden geplaatst.
Aanmeldinformatie
Het webinar start op donderdagavond 13 november om 20.00 uur en is te volgen via een livestream. Tijdens de sessie kun je vragen stellen via de chatfunctie. Deelname is volledig gratis. Wil je er graag bij zijn? Meld je dan aan via het aanmeldformulier: je ontvangt dan op de dag zelf een deelnamelink waarmee je kunt inloggen. Aanmelden is mogelijk tot en met 12 november. De duur van het webinar is circa 60 minuten.
Over de spreker
Dr. René Mahieu is universitair docent gegevensbescherming en privacyrecht aan de Open Universiteit en geaffilieerd onderzoeker van de interdisciplinaire onderzoeksgroep Law, Science, Technology & Society (LSTS) van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). René werkte als senior adviseur bij de Nederlandse autoriteit voor gegevensbescherming. Hij heeft zijn proefschrift geschreven en veel gepubliceerd over het recht op inzage van persoonsgegevens. Zijn huidige onderzoek richt zich voornamelijk op vragen rond effectieve handhaving van gegevensbeschermingswetgeving door nationale toezichthoudende autoriteiten.