null Bewerkte boeken

Bewerkte boeken

  • Cultuurwetenschappen
  • CB3312
  • 5 EC
  • Vanaf € 384
  • Dit product is tijdelijk niet leverbaar


Inhoud

Introductie
Muidhond, Het leven is verrukkulluk, Dorsvloer vol confetti: drie voorbeelden van Nederlandse romans die in het afgelopen decennium verfilmd werden. Sinds jaar en dag bestaat een belangrijk deel van de speelfilmproductie (en trouwens ook toneelproductie) – in Nederland en daarbuiten – uit adaptaties van literaire teksten. Tot ver in de vorige eeuw was het in literaire kringen de gewoonte om neer te kijken op dit soort bewerkingen van romans. Inmiddels is daar een eind aan gekomen en worden verfilmingen en dramatiseringen beschouwd als een interessante bijdrage aan de receptiegeschiedenis van literatuur. De romans en verhalen krijgen in cinematografische en dramatische vorm een tweede leven en niet zelden een groter publiek. Maar wat is eigenlijk de relatie tussen de literaire tekst en de bewerking ervan?

In deze cursus beschouwen we de adaptatie als een ‘interpretatie’ van de oorspronkelijke literaire tekst. Dit gebeurt in eerste instantie vanuit een narratologisch perspectief: zijn er tijdens het adaptatieproces verhaalmotieven weggevallen of toegevoegd? Wat is er in de bewerking gebeurd met de verschillende personages en hun onderlinge relaties? En zijn er misschien nevenintriges verdwenen of is er juist een verhaallijn toegevoegd? Speciale aandacht zal uitgaan naar de adaptatie van literaire ‘klassiekers’ en van verhalen uit de (post)koloniale tijd: worden deze teksten ‘geactualiseerd’ of streeft men juist naar een zo authentiek mogelijk beeld van het verleden? Worden er vraagtekens gezet bij de ideologische lading van teksten uit lang vervlogen tijden of probeert men juist recht te doen aan de oorspronkelijke intenties?

In deze cursus wordt gebruikgemaakt van filmfragmenten uit de films De avonden, Het sacrament, Het mes, Eline Vere, Max Havelaar, Oeroeg en De vierde man.

Leerdoelen
- Je verwerft inzicht in het adapteren van literaire teksten en meer specifiek in de wijze waarop een adaptatie beschouwd kan worden als een interpretatie van de oorspronkelijke tekst.
- Je leert een literaire tekst en de verfilming ervan met elkaar te vergelijken aan de hand van een narratologisch begrippenapparaat.
- Je leert hoe je de cultuurhistorische context van tekst en verfilming kunt analyseren.
- Je ontwikkelt je academische schrijfvaardigheid aan de hand van een zelf te vervaardigen academisch betoog met een duidelijke vraagstelling en wetenschappelijke verantwoording.

Aanmelden

Aanmelden is mogelijk voor iedereen.

Aanmeldingsdata

Deze cursus zal naar verwachting verschijnen per 26-01-2025.
Aanmelden is mogelijk vanaf deze datum.

Begeleidingsvorm

Deze cursus kan je op elk gewenst moment starten. Kijk in het Jaarrooster wanneer de begeleiding is ingeroosterd.

Begeleidingsbijeenkomsten


Studiedag
Studiecentrum Utrecht
Variabel startmoment
Begeleider - dhr.dr. J. Oosterholt
- do 13-03-2025 / 11.00-15.00 uur

Docenten

Tentamenvorm

Opdracht.

Tentamentoelichting

De eerste opdracht heeft betrekking op een door de student in overleg met de begeleider uitgekozen literaire tekst en de verfilming ervan; de tweede opdracht bestaat uit een klein werkstuk over deze roman plus verfilming. Deze tweede opdracht (het kleine werkstuk) telt twee keer zo zwaar als de eerste opdracht. Voor beide onderdelen moet een voldoende worden gehaald.

Tentamendata

Volgens afspraak.

Cursusmateriaal

De cursus bestaat uit een werkboek dat als volgt is opgezet: een inleiding met vervolgens drie cases aan de hand waarvan drie belangrijke facetten van de adaptatie belicht worden: de verhaaltechnische transformatie (Claus), de ideologische transformatie (koloniale en postkoloniale visies) en de adaptatie als actualisering (bewerking van ‘klassiekers’). Verder komen recente Nederlandse literatuurverfilmingen aan bod (gebaseerd op werk van Reve en Mulisch) en bewerkingen van jeugdliteratuur.

Digitale leeromgeving

Als student kan je via de cursussite in de digitale leeromgeving naar de discussiegroepen gaan. Hier kan je met je medestudenten en begeleider informatie uitwisselen en discussiëren over de leerstof.