'Geen cent voor de Grieken' klinkt stoer. Maar wanneer de rijkere landen in het noorden van de eurozone alleen maar bereid zijn om mondjesmaat steun te geven aan de armere landen in het zuiden, dan zal de Europese muntunie steeds verder worden ondermijnd. Het is teleurstellend dat politici in het noorden zich vooral zorgen lijken te maken over het redden van de euro vanwege gevolgen van de crisis voor de eigen nationale economie.
De huidige crisis in Europa wordt niet opgelost met pleidooien voor bezuinigingsmaatregelen en strenge begrotingsregels, hoe belangrijk het ook is om je aan de afspraken te houden. Veel van de huidige maatregelen zijn immers gepaard gegaan met een toename van sociale onrust in het zuiden. Men heeft door traagheid in de periode 2008-2012 de landen in het zuiden verder de recessie in geduwd, waardoor het steeds moeilijker is geworden de leningen terug te betalen. De lidstaten van de Europese Unie dienen samen maatregelen af te kondigen die leiden tot groei en werkgelegenheid in plaats van tot stilstand en afbraak. Pas op 2 februari 2012 is met het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) de mogelijkheid geschapen om de stabiliteit van de eurozone in zijn geheel te waarborgen. Het ESM-verdrag wijzigt het VWEU en biedt als permanent financieringsprogramma mogelijkheden om lidstaten in moeilijkheden financieel te redden.
Niet de armere landen en hun zogenaamde 'luie' burgers hebben gefaald, het waren de banken die in de problemen raakten door roekeloze speculatie en vervolgens hebben aangeklopt bij de overheden, waardoor we van een bankencrisis in een staatsschuldencrisis terechtkwamen. Het is niet onbegrijpelijk dat overheden grote systeembanken zijn gaan redden, maar men kan betwijfelen of geld van de belastingbetaler ooit is bedoeld voor zulke gigantische reddingsoperaties, juist omdat de financiële crisis is te wijten aan de bij die banken gehanteerde bonuscultuur.
Als het gaat om de muntunie is ervoor gepleit om het rijke Noord-Europa en het arme Zuid-Europa maar van elkaar te splitsen. Lang niet alle bewoners van de Europese Unie zijn 'Europeaan' in de zin dat zij in Europa geloven. Maar de lidstaten van deze supranationale organisatie zijn verplicht loyaal samen te werken (art. 4 lid 3 VEU). Nog steeds bestaan grote onevenwichtigheden tussen het noorden en het zuiden als het gaat om het vermogen om te kunnen concurreren. De rijkere landen waren maar al te graag bereid geld uit te lenen aan de zuidelijke lidstaten opdat die goederen, zoals auto's en wasmachines, konden kopen uit het noorden. Op die manier werd de groei van de rijke landen gesteund en kregen Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen in zuidelijke lidstaten steeds grotere belangen. De rijkdom en werkgelegenheid in het noorden is kortom deels ontstaan over de rug van het arme zuiden.
Is hier uit te komen? Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw is gebouwd aan een interne markt met solidariteit tussen de lidstaten. Het is onjuist om als Europeanen de grens van de solidariteit te leggen bij de nationale grens. Volgens artikel 2 VEU berust de Europese Unie op een aantal waarden, die de lidstaten gemeen hebben in een samenleving die wordt gekenmerkt door solidariteit. In artikel 3 lid 3 VEU staat dat de Europese Unie de economische, sociale en territoriale samenhang en de solidariteit tussen de lidstaten bevordert. Bij solidariteit gaat het om de vraag of er echt sprake is van sociale cohesie, van gemeenschappelijk optreden om lidstaten die in de knel zijn geraakt te helpen. Als bijvoorbeeld de federale regering in Washington een zwakkere deelstaat in de Verenigde Staten van Amerika, bijvoorbeeld Nebraska, extra steun geeft, dan zal iedere Amerikaan dat begrijpen.
Uiteraard laat je als Amerikaanse Unie geen deelstaat in de modder wegzakken. Zo moet we ook in Europa leren te denken en handelen. Er is niets mis met het geven van Europese steun aan regio's en staten die het minder goed doen, dat hoort bij een economische en monetaire unie. Zo moeten wij ook Griekenland steunen, niet alleen financieel maar ook met hulp inzake het organiseren van betere belastingheffing, een beter kadaster en een beter bureau voor statistiek. Dat geldt ook voor andere landen aan de rand van het territorium, zoals Ierland, Portugal en Spanje.
De eurocrisis staat niet los van de eerdere agressieve export door het noorden. Niet alles is de schuld van 'luie en spilzieke' Grieken. De Duitse en Nederlandse burgers moeten inzien dat het beter is de schulden samen te dragen en om een deel van die schulden kwijt te schelden. Een gemeenschappelijk en daadkrachtig Europa met solidariteit tussen de lidstaten kan de financiële en economische crisis overwinnen.
Jan Willem Sap
Prof. dr. J.W. Sap is hoogleraar Europees recht aan de Open Universiteit en universitair hoofddocent Europees recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Heerlen, 15 maart 2013
Meer webcolumns