Open_MagaziNe_Lansu_head_large.jpg
Slim gebruik klimaatdata cruciaal voor waterbeheer
Hoe gaan we om met de gevolgen van klimaatverandering? De wetenschap zoekt koortsachtig naar antwoorden. Slim gebruik van data is daarbij cruciaal. Data in de vorm van onder meer klimaatgegevens zijn volop beschikbaar. Maar analyse en interpretatie is niet eenvoudig, laat staan de vertaling naar bruikbare instrumenten om klimaatverandering op lokaal niveau het hoofd te bieden. Het project EIFFEL ontwikkelt en test instrumenten in de regio. Negentien Europese instellingen zijn betrokken waaronder de Open Universiteit.

Dinsdagmiddag 13 juli 2021. Ruben Hage, junior docent van de vakgroep Milieuwetenschappen en onderzoeker in het EIFFEL-project, kijkt naar buiten vanuit zijn werkkamer bij de Open Universiteit. In Heerlen valt de regen met bakken uit de hemel. Samen met promovenda Borjana Bogatinoska besluit hij thuis verder te werken. Een wijze ingeving: in de vroege avond verandert de A79 achter het universiteitsgebouw in een rivier vol gestrande auto’s. 'Ik weet niet of ik nog met de auto naar huis had gekund', vertelt Hage. 'Het was best beangstigend om te zien. Wat daarna gebeurde in Limburg, Duitsland en België weten we. We hebben van heel dichtbij ervaren hoe immens de kracht van water is. En hoe wezenlijk het dus is om instrumenten te vinden die ook op lokaal niveau inzicht verschaffen in de effecten van extreem weer.'

Urgentie duidelijk

Angelique Lansu, die ook in Limburg woont en werd overvallen door het water, knikt. 'Tweehonderd millimeter regen in 48 uur, plus water uit Duitsland en België. De universiteit ligt precies in het hart van die stortbui in het Limburgse overstromingsgebied. Gelukkig hoog genoeg boven het maaiveld, maar schrikken was het wel. Toeval of niet, we hadden vlak erna een online EIFFEL-webinar over de effecten van klimaatverandering. Kon ik aan de Europese deelnemers mooi wat actuele foto’s laten zien. Precies over datgene wat we met EIFFEL willen aanpakken.'
Een aansporing wellicht om meer tempo te maken? Lansu, universitair docent bij dezelfde vakgroep aan de faculteit Bètawetenschappen en projectleider van EIFFEL, glimlacht. 'De urgentie van klimaatmitigatie en -adaptie is ons wel duidelijk. Misschien zijn de overstromingen voor politici wel een extra motivatie om het Akkoord van Parijs en de afspraken van Glasgow waar te maken.' 'Waterbeheersing is een belangrijk speerpunt. Daarbij gaat het niet alleen om het voorkomen van wateroverlast. We zien ook heel droge perioden en hittestress. Juist dan is het zaak om het water vast te houden. Nederland en andere deltalanden hebben lang de policy gehad om water zo snel mogelijk af te voeren, nu moeten we een balans vinden van afvoeren en vasthouden. Maar hoe doen we dat? Buffers bouwen, wetlands en moerassen creëren? Misschien, maar wat zijn de neveneffecten? Is het overal een oplossing? Daarvoor is lokaal onderzoek nodig. Op basis van data die ter plaatse beschikbaar zijn.'

Co-Adapt en EIFFEL

Waarmee we zijn aanbeland bij de kern van EIFFEL, officieel gestart in 2021 met een budget van vijf miljoen euro. EIFFEL is de afkorting voor rEvealIng the role oF geoss as the deFault digital portal for building climatE change adaption & mitigation appLications.
Het zaadje om in te schrijven voor de Europese call is eerder geplant met de start van het project Co-Adapt in 2019. Co-Adapt is een Europees samenwerkingsverband van acht beekstroomgebieden met hun waterschappen. De Open Universiteit doet hierin onderzoek naar het gebruik van instrumenten die het doorvoeren van natuurlijke oplossingen voor waterbeheer eenvoudiger maakt. 'Er was een enorme klik tussen de betrokken waterprofessionals en onderzoekers', blikt Lansu terug. 'We maakten vervolgafspraken en schreven met achttien partijen uit Finland, België, Frankrijk, Spanje en Griekenland een aanvraag. Die samenwerking maakt ons sterker, het onderzoek wordt tegelijk breder en concreter.'

Voorspellende apps

Ruben Hage vat kort de missie van EIFFEL samen. 'Met projectpartners op het gebied van kunstmatige intelligentie ontwikkelen we instrumenten om Europese satellietdata op lokaal niveau bruikbaar te maken. Apps bijvoorbeeld waarmee je kunt voorspellen wat de gevolgen zijn van maatregelen. Zoals de aanplant van heggen of de aanleg van wetlands – drassige gebieden. Hoe kun je met dit soort natuurlijke ingrepen de opwarming beïnvloeden of je eraan aanpassen? Wetlands bijvoorbeeld houden niet alleen water vast maar nemen ook veel CO2 op, meer groen zorgt voor een natuurlijke koeling.'

Groepsfoto met van links naar rechts: Angelique Lansu, Borjana Bogatinoska en Ruben Hage

Geoss-data

Satellietgegevens van de aarde zijn beschikbaar via het Europese Geoss-portaal. Lansu: 'Dit soort ruimtelijke data is voor het ontwikkelen van beleid onmisbaar. Het is essentieel om die data in praktische instrumenten, zoals apps, te vatten zodat je ook klimaateffecten in je eigen beekdal kunt bekijken. Deze apps zijn niet alleen bruikbaar voor beleidsmakers - zoals in Nederland de waterschappen - om beslissingen te nemen. Maar ook voor de boomkweker, de boer of natuurbeheerder.'

Vijf pilots

EIFFEL gaat die apps niet in een of ander lab ontwikkelen. 'We kozen voor een bottom-upbenadering en gaan dus samen met de gebruikers in kaart brengen wat zij nodig hebben bij het ontwikkelen en uittesten van de instrumenten', zegt promovendus Borjana Bogatinoska. 'We doen vijf pilots in vijf landen. Voor elke pilot heeft de Open Universiteit online workshops georganiseerd. We willen weten welke groep belanghebbenden waar behoefte aan heeft, zodat we in EIFFEL echt concrete en praktische apps ontwikkelen. Gebruikers van de app voor de pilot in het beekdal Brabantse Aa of Weerijs willen bijvoorbeeld kunnen zien wat de effecten van de natuurlijke oplossingen in het beekdal zijn. En of deze voldoende zijn om droogte aan te pakken of koolstof beter vast te houden in de bodem. Door spreiding van de pilots en interactie tussen de verschillende regio’s en economische sectoren krijgen we veel diverse input. Hierdoor leren we veel van elkaar en leggen we ook de basis voor internationale cocreatie.'

Zichtbaar en voelbaar

Ruben Hage kan dat bevestigen na de eerste workshops afgelopen zomer. 'Klimaatverandering is zichtbaar en voelbaar op vele fronten. In Finland tasten allerlei exotische insecten de naaldbossen aan. Daardoor wordt de kans op bosbranden groter, terwijl loofbossen veel bestendiger lijken te zijn. Een mooi voorbeeld van informatie die je ook in een app kunt verwerken. Wat als die exoten door de opwarming verder noordwaarts gaan? Een andere pilot betreft het monitoren van de uitstoot van schepen in de havens op de Balearen. Wat zijn de gevolgen als je ook de uitstoot van de toeristenbusjes naar de cruiseschepen meerekent? Die data kunnen havenautoriteiten, hoteleigenaars en omwonenden met een app inzien om samen maatregelen te bedenken.'

Haast

In eigen land neemt het onderzoeksteam van de Open Universiteit, samen met IHE Delft en de Provincie Brabant, het stroomgebied van de Brabantse Aa of Weerijs onder de loep. Borjana Bogatinoska: 'We testen de tools die data combineren met artificial intelligence. Komende jaren modelleren we op basis van satellietgegevens wat het effect is van natuurlijke oplossingen: bijvoorbeeld hoeveel water en hoeveel CO2 wordt er méér vastgehouden als zich een moeras vormt? De technische invulling is de volgende stap. Bij de tools in Co-Adapt kun je denken aan online ontwerpsessies met burgers en klimaateffectanalyses op het beekdal. We verwachten in 2022 de eerste apps voor de Europese pilots in te zetten.'

Onderwijs

Angelique Lansu ziet nog een positief bijeffect. 'Dit project loopt officieel tot medio 2024. We doen het niet alleen: ook onze bachelor- en masterstudenten voeren onderzoek uit binnen deze projecten. Niet alleen voor de Open Universiteit, maar ook voor internationale partners. Zo vergaren we veel nieuwe kennis over klimaatontwikkeling die we direct inbedden in ons onderwijs.'

Portretfoto Angelique Lansu met citaat: Het gaat niet alleen om het voorkomen van wateroverlast. We zien ook heel droge perioden en hittestress. Juist dan is het zaak om water vast te houden.

Over de onderzoekers

Dr. ir. Angelique Lansu (1963) is sinds 1990 universitair docent Milieuwetenschappen aan de faculteit Bètawetenschappen van de Open Universiteit. In 2013 promoveerde ze op het proefschrift 'Leren voor duurzame ontwikkeling'. Lansu studeerde in 1988 af aan de Universiteit van Wageningen als geoloog en tropisch bodemgeograaf.

Borjana Bogatinoska MSc (1995) is promovenda aan de faculteit Bètawetenschappen van de Open Universiteit. Haar onderzoek bij de vakgroep Milieuwetenschappen richt zich op het gebruik van tools in de cocreatie van natuurlijke oplossingen in het waterbeheer. Ze is afgestudeerd als ingenieur aan de faculteit Civiele Techniek van Cyrillus-en-Methodiusuniversiteit in Skopje, Noord-Macedonië. Haar master rondde ze af bij het Unesco Instituut voor watereducatie IHE Delft.

Ruben Hage MSc (1996) is sinds 2021 junior docent Milieuwetenschappen aan de Open Universiteit. Hij behaalde zijn master Sustainability Science, Policy and Society aan de Universiteit Maastricht, na zijn bachelor Liberal Arts and Sciences aan het University College van Maastricht. Tijdens zijn studie deed Ruben ervaring op met participatie en stakeholder engagement.

Lees meer artikelen

Tekst: Jos Cortenraad
Fotografie: Laurent Stevens