null Well, they’re all Etonians

RW_Webcolumn_CarlaZoethout_14010_head_large.jpg

Well, they’re all Etonians

Webcolumn Rechtswetenschappen - door Carla Zoethout - januari 2018

Afgelopen november tijdens een conferentie over ‘The Legal Implications of Brexit’ aan de FernUni in Hagen, sprak ik een collega van The Open University UK.1 De aanleiding van de conferentie indachtig, vroeg ik hem hoe David Cameron bij het uitschrijven van het EU-referendum in 2016, zo’n verkeerde inschatting had kunnen maken. ‘Well, they’re all Etonians’, zei hij. Nogal vanzelfsprekend dus.

Gebrek aan inzicht

Cameron’s kabinetsleden hebben allemaal op de beroemde elitekostschool gezeten – een garantie dat je eigenlijk een beetje buiten de maatschappij staat. Bovendien woonden zijn ministers allemaal in ‘the inner city of London’, waar het leven onvergelijkbaar is met dat in de ‘countryside’. Veel EU-instituties zijn in Londen gehuisvest en het is vooral de City die sterk is gericht op de EU. Dat de uitkomst van het referendum anders uitpakte dan de bedoeling was, getuigde dan ook van een volkomen gebrek aan inzicht in wat in de samenleving leeft bij de Conservative Party, vond mijn Britse collega.

Populisme

Eigenlijk was het uitschrijven van het referendum een vorm van populisme van de Conservative party, al klinkt dat tegenstrijdig. Populisme heeft een negatieve connotatie en is ongetwijfeld een van de meest gekozen thema’s voor conferenties, de afgelopen jaren. Maar raadpleging van de Oxford Dictionary leert dat de term strikt genomen neutraal (en in zekere zin zelfs sympathiek) is: ‘A political approach that strives to appeal to ordinary people who feel that their concerns are disregarded by established elite groups.’ Je zou zeggen: dat is toch wat politici horen te doen? Rekening houden met deze gevoelens?

De uitkomst van die ‘appeal to ordinary people’ werd de Brexit uit de Europese Unie, waarvan de gevolgen langzamerhand beginnen door te dringen. Drie onderwerpen van de Hagen-conferentie geven een indruk van de complexiteit van de operatie: het EU-burgerschap, de ‘devolution’ (bevoegdheidsoverdracht aan Schotland en Wales) en de mensenrechten.

Positie EU-burgers

Een van de belangrijkste kwesties die zich aandient is de positie van EU-burgers in ‘post-EU Britain’. Volgens de regering zijn er op dit moment 3 miljoen EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk. Het aantal aanvragen voor een VK-burgerschap is enorm toegenomen, terwijl de immigratie sterk is afgenomen. Veel is onduidelijk. Waar de regering aanvankelijk vaart zette en EU-burgers liet weten dat zij misschien het land moeten verlaten, heeft Theresa May inmiddels een wat geruststellender boodschap uitgedragen in een ‘Open letter to EU-citizens’. Op dit moment wordt gesproken van de mogelijkheid van 7 verschillende vormen van burgerschap in het Verenigd Koninkrijk. De onzekerheid heeft al geleid tot een Brexit-vlucht van EU-burgers die het zekere voor het onzekere verkiezen. Zoals onze Britse collega’s het uitdrukten: ‘A fine mess’.

Devolution of power

Het vooruitzicht van de Brexit heeft ook tot discussies geleid over fundamentele constitutionele veranderingen binnen het Verenigd Koninkrijk. Vanaf 1998 is onder de toenmalige premier Tony Blair al een ‘devolution of power’ aan Schotland en Wales in gang gezet. Beide ‘deelstaten’ kregen eigen parlementen en eigen (soms vergaande) bevoegdheden ten aanzien van onder meer de organisatie van de politie, het onderwijs, de landbouw en andere sectoren. In 2016 is dat proces nog eens verder uitgebreid. Volgens enkele commentatoren wordt Schotland hiermee een van de meest autonome deelstaten ter wereld.2 Geen wonder dat het Brexit-referendum daarom al gauw leidde tot een verzoek om een tweede onafhankelijkheidsreferendum in Schotland te houden. Wat de uitkomst daarvan ook zij, voor al die onderwerpen die EU-terrein betreffen, zullen aparte regelingen moeten worden getroffen voor Schotland en Wales.

Mensenrechten

Tot slot de mensenrechten. Vooralsnog is het onduidelijk welke effecten de Brexit zal hebben op de mensenrechtenbescherming in het Verenigd Koninkrijk. Maar de kritiek van de Conservatives richtte zich ook op een andere Europese institutie – het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Die kritiek ging zelfs zover dat het Verenigd Koninkrijk de rol van het Hof wilde terugbrengen tot een adviserend orgaan en met een eigen mensenrechtenverklaring wilde komen. Daarover zijn de gemoederen inmiddels flink getemperd.

In een recent boek over de Brexit getiteld Unleashing demons, wordt verhaald hoe David Cameron, aan de vooravond van het referendum de duistere uitspraak doet: ‘Ye could unleash demons of which ye know not.’3 Quite right, zou ik zeggen. Laten we hopen dat de plannen ook het Europese mensenrechtenverdrag te verlaten, voorlopig op de lange baan worden geschoven. De belangrijkste ontwerper van het EVRM in 1950, blijft hard nodig om ook in 2017 de mensenrechtenstandaards hoog te houden.

Carla Zoethout

* Prof. dr. Carla M. Zoethout is hoogleraar Constitutioneel recht aan de Open Universiteit.

Heerlen, januari 2018

1 Conferentie, georganiseerd door de FernUni te Hagen, Duitsland, in samenwerking met de UNED (Spaanse OU), de Britse Open University en de Open Universiteit Nederland, op 8-9 november 2017.

2 http://www.iconnectblog.com

3 Craig Oliver, Unleashing demons, The inside story of Brexit, Hodder & Stoughton, London 2017.



Meer webcolumns