Klinische psychologie 2: diagnostiek en therapie

Klinische psychologie 2: diagnostiek en therapie

  • Psychologie
  • PB2002
  • 5 EC
  • Vanaf € 336
Deze cursus kunt u op elk gewenst moment starten. Kijk in het Jaarrooster wanneer de begeleiding is ingeroosterd.


Inhoud

Deze cursus is een vervolg op Klinische psychologie 1, waarin theoretische referentiekaders in de klinische psychologie, verschillende psychische stoornissen en de internationale classificatie van psychopathologie volgens DSM-5 beschreven worden. Bij Klinische psychologie 2 ligt de nadruk op diagnostiek en behandeling van psychopathologie.
Deze cursus is opgedeeld in drie logisch samenhangende delen. Het eerste deel biedt vooral een kader. Allereerst komen de algemene principes van psychodiagnostiek en indicatiestelling aan bod. Vervolgens verplaatsen we de aandacht naar verschillende manieren van ‘kijken’ naar diagnostiek en behandeling en staan we stil bij de ethische richtlijnen en gedragsregels voor de psycholoog. Het tweede deel van de cursus richt zich op diagnostiek en behandeling vanuit verschillende theoretische (behandel)benaderingen. Zo leggen we in dit deel onder meer uit hoe diagnostiek en behandeling vanuit een cognitief-gedragstherapeutische benadering en vanuit een interpersoonlijke benadering plaatsvindt. Het derde en laatste deel van de cursus is gericht op diagnostiek en behandeling van verschillende vormen van psychopathologie. Hierbij komen verschillende stoornisgroepen uit de DSM-5 aan bod, zoals stemmingsstoornissen, eetstoornissen en psychotische stoornissen. Daarnaast besteden we aandacht aan de diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag.

Leerdoelen
Nadat je deze cursus hebt bestudeerd, verwachten we dat je:
1. de verschillende stappen, doelstellingen en handelingen behorende bij de diagnostische cyclus kan benoemen, en dat je aan kunt geven hoe diagnostiek van psychische klachten aan de hand van de diagnostische cyclus in de praktijk wordt gebracht.
2. aan kan geven wat indicatiestelling betekent, dat je factoren kan benoemen die van invloed kunnen zijn op indicatiestelling en dat je relevante aandachtspunten bij indicatiestelling kan benoemen.
3. kan aangeven wat de verschillen zijn tussen de stoornisspecifieke en transdiagnostische benadering en dat je transdiagnostische factoren en interventies kan benoemen.
4. de rationale en kenmerken van een aantal veelgebruikte behandelbenaderingen kan benoemen, dat je kan aangeven hoe diagnostiek, indicatiestelling en behandeling vanuit deze benaderingen verlopen, en dat je de hierbij relevante aandachtspunten kan benoemen.
5. voor een breed scala aan psychische stoornissen de criteria, klinische presentaties en veronderstelde mechanismen kan benoemen, alsmede de aandachtspunten hierbij, en dat je kan aangeven welke methoden en instrumenten bij deze stoornissen bijdragen aan de beschrijvende en verklarende diagnostiek.
6. voor een breed scala aan psychische stoornissen passende behandelingen kan benoemen, dat je de effectiviteit van deze behandelingen kan benoemen, dat je kan aangeven op welke mechanismen deze behandelingen aangrijpen en dat je kan benoemen hoe, en door welke specifieke interventies dit gebeurt.
7. een beeld kan schetsen van het vóórkomen van suïcidaal gedrag bij verschillende vormen van psychopathologie en dat je verklaringen, risicofactoren en beschermingsfactoren kan benoemen.
8. kan aangeven hoe diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag op een adequate wijze wordt toegepast en dat je de inhoud van de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag kan benoemen.
9. de belangrijkste punten uit de Beroepscode voor psychologen van het NIP (versie 2015) kan benoemen en deze Beroepscode adequaat kan toepassen op een eenvoudige casus over een klinisch werkend psycholoog.
10. kan aangeven hoe behandeling van klachten bij NIP en BIG verloopt en welke maatregelen getroffen kunnen worden.

NB: bovenstaande leerdoelen zijn bedoeld om een overzicht te geven. In de digitale studie omgeving tref je bij iedere studietaak leerdoelen aan die op een gedetailleerder niveau zijn uitgewerkt.

Deze cursus maakt deel uit van het cursuspakket van de Open Universiteit voor het behalen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).

Aanmelden

Aanmelden is mogelijk voor iedereen.

Toelichting aanmelden

De inschrijfduur van 12 maanden start 14 dagen na de verwerking van uw aanmelding voor deze cursus. Aanmelden voor het tentamen kan pas nadat uw inschrijfduur gestart is.
Houd daarom bij het aanmelden voor deze cursus rekening met de aanmeldtermijn voor de tentamens en met de data van eventuele begeleidingsbijeenkomsten.

Voorkennis

De inhoud van de cursus Klinische psychologie 1: persoonlijkheidstheorieën en psychopathologie wordt bekend verondersteld.

Begeleidingsvorm

Deze cursus kunt u op elk gewenst moment starten. Kijk in het Jaarrooster wanneer de begeleiding is ingeroosterd.

Bij deze cursus hoort standaardbegeleiding: inhoudelijke vragen kan je stellen aan de docent.

Docenten

Tentamenvorm

Digitaal individueel tentamen met meerkeuzevragen en een opdracht.

Tentamendata

Digitaal individueel tentamen: volgens afspraak.
Opdracht: volgens afspraak.

Tentamenhulpmiddelen

Het online woordenboek

Cursusmateriaal

De cursus Klinische psychologie 2 is zo opgebouwd dat je er als student op een geheel zelfstandige manier mee aan de slag kunt. Wanneer je je inschrijft, dan krijg je de beschikking over verschillende studiematerialen: een speciaal voor dit vak ontwikkeld boek en een digitale leeromgeving. Via de digitale leeromgeving heb je toegang tot additionele bronnen en tot een groot aantal studietaken die corresponderen met de leeronderdelen. De studietaken bestaan onder andere uit vragen met automatische feedback, aan de hand waarvan jij je eigen antwoorden kunt nakijken. Ook kan je via de digitale leeromgeving informatie uitwisselen met medestudenten en docent en discussiëren over de leerstof.

Digitale leeromgeving

Na het aanmelden voor deze cursus kun je gebruik maken van de digitale leeromgeving. Hier kun je met medestudenten en docent informatie uitwisselen en kun je discussiëren over de leerstof.