null ‘Professionalisering docenten moet anders’

OW_InfoOpleiding_12572_head_large.jpg
Leren
‘Professionalisering docenten moet anders’
Om het onderwijs blijvend te laten aansluiten op de onderwijsbehoefte van de 21ste eeuw, is het belangrijk dat leraren zich blijven professionaliseren. De manier waarop dit nu gebeurt, is echter te veel gebaseerd op klassieke inzichten die niet effectief zijn. ‘Leraren moeten niet ván, maar mét elkaar leren. Daarvoor is wel een forse cultuurverandering nodig.' Dit stelt prof. dr. Marjan Vermeulen bij de aanvaarding van het bijzonder hoogleraarschap Docentprofessionalisering aan het Welten-instituut van de Open Universiteit. Deze bijzondere leerstoel is ingesteld door onderwijsadviesbureau KPC Groep. Vermeulen spreekt haar inaugurele rede uit op 20 mei 2016 en heeft als titel: Leren organiseren; een rijke leeromgeving voor leraren en scholen.

Van individuele focus naar dialoog

Het leren in onderwijsorganisaties is historisch gegroeid vanuit traditionele opvattingen over leren. De methoden en producten die daaruit voortkomen zijn gericht op kennisoverdracht en individueel leren: roostering, één leraar met één groep, examens, overhoringen en voortgangstoetsen. Een ander belangrijk aspect bij het traditionele leren is dat een expert van tevoren ‘de les' bepaalt en plant wat de leeruitkomst is. Maar voor de samenleving van de 21ste eeuw is creatief en innovatief gedrag nodig, en dat kan juist het best worden gestimuleerd in een leeromgeving gericht op gezamenlijk of collectief leren. Dat wil zeggen, in een leeromgeving waarin niet alleen ván, maar vooral mét elkaar wordt geleerd door middel van dialoog. Dit geldt ook voor de professionalisering van leerkrachten. Daarnaast is het van belang om leraren en scholen niet als uitvoerders van ideeën van anderen, maar als ontwikkelaars te benaderen.

Leren organiseren

‘Om dat creatief en innovatief gedrag aan te leren, is het van belang dat we het leren opnieuw gaan organiseren. En dat we leren om dat goed te doen', aldus Vermeulen. Dit vraagt wel om een cultuuromslag in onderwijsland. ‘Op dit moment worden scholen nog te veel in de positie van aanpassen en uitvoeren geplaatst, op basis van versimpelde informatie uit de wetenschap. Doordat scholen geen volledig inzicht hebben in onderzoeksresultaten worden zij "dom" en afhankelijk gehouden en ontstaat het gevaar van verkeerde implementatie van concepten.'

Gelijkwaardig samenwerken

Om dit te veranderen is het volgens Vermeulen hoog tijd dat onderwijsinstellingen, wetenschap en onderwijsondersteunende organisaties op een gelijkwaardig niveau met elkaar gaan samenwerken aan de ontwikkeling van nieuwe praktijken. Die moeten niet op voorhand zijn dichtgetimmerd, maar gaandeweg gezamenlijk verder worden ingevuld. Wetenschappers zullen daarvoor andere instrumenten moeten ontwikkelen die bijdragen aan wetenschappelijke kennisontwikkeling, maar net zo goed praktisch relevant zijn in hun toepassing. De praktijk, met de lokale kennis en de inzichten in de alledaagse processen en knelpunten, is (pro)actief in de innovatieprocessen. Door de expertise van alle partners op basis van gelijkwaardigheid te benutten, dus door cocreatie, ontstaan professionele leergemeenschappen waarin wordt samengewerkt aan een rijke collectieve leeromgeving voor leerlingen, leraren en scholen.

Oratie > Symposium > afscheidsrede

De oratie van prof. dr. Marjan Vermeulen wordt gecombineerd met de afscheidsrede van prof. dr. Peter Sloep, hoogleraar op de leerstoel Technology enhanced learning. Zijn afscheidsrede heeft als titel ‘Open Onderwijs, twee geloven op één kussen'. In de tussenliggende tijd is een symposium georganiseerd met als titel ‘Tussen droom en daad; experts bevraagd'. Dit symposium richt zich op de veranderingen in onze verwachtingen ten aanzien van onderwijs, onderwijsorganisaties en docenten. De oratie start om 13.00 uur, het symposium om 14.00 uur en de afscheidsrede om 16.00 uur bij de Open Universiteit in Heerlen.

Over Marjan Vermeulen

Marjan Vermeulen (Den Haag, 1958) begon haar loopbaan met een Middeloo opleiding Welzijnswerk. Zij werkte als buurthuis- en jongerenwerker alvorens zij met haar deeltijdstudie Onderwijskunde aan de Universiteit van Utrecht en Amsterdam begon. Naast haar baan als onderzoeker bij het SCO-Kohnstamm Instituut van de UvA promoveerde zij op het onderwerp de school als arbeidsorganisatie, met aandacht voor de relatie tussen personeelsbeleid en de motivatie van leraren. Vervolgens ging zij aan het werk als onderzoeker en hoofd van de onderwijssectie bij het onderzoeksinstituut van de Universiteit van Tilburg (IVA), gevolgd door een baan als Lector bij Interactum, een federatie van zelfstandige pabo's. Haar onderzoeksfocus heeft altijd een sterk praktijkgericht karakter gehad; onderzoek heeft voor haar altijd een bijdrage aan verbeterde onderwijspraktijken moeten opleveren. De afgelopen jaren is zij werkzaam binnen het onderwijsonderzoek aan het Welten-instituut van de Open Universiteit. Dit combineert zij met een baan als onderzoeker/adviseur bij KPC Groep. KPC Groep is een landelijk opererend onderwijsadviesbureau dat scholen en besturen ondersteunt en adviseert op het gebied van onderwijs- en organisatieontwikkeling.