Een interview van Sophie Pycke (HUMO) met Tim Surma, promovendus aan de Open Universiteit, en Paul Kirschner, universiteitshoogleraar aan de Open Universiteit. Hoe het moet en hoe het niet moet!
Daar is de blok! Met een landelijk tekort aan fluostiften als gevolg. Maar werkt dat wel, overijverig onderlijnen? Volgens de cognitieve psychologie gebruiken scholieren en studenten massaal de verkeerde studietechnieken. Onderzoekers hebben de voorbije decennia verschillende leermethodes ontwikkeld die wél efficiënt blijken, maar die vinden amper hun weg naar aula’s en klaslokalen. Smijt de samenvatting van je medestudent door het raam en loods die gortdroge materie je brein écht binnen.
Onderlijnen, herlezen of de samenvatting van iemand anders van buiten leren: het zijn studietechnieken die zorgen voor een vals gevoel van herkenning. Er zijn betere manieren om een – blijvend – geheugenpad te trainen. Dat zeggen Paul A. Kirschner, hoogleraar onderwijspsychologie en universiteitshoogleraar aan de Nederlandse Open Universiteit, en Vlaams doctoraatsonderzoeker Tim Surma.
HUMO: Het was dus tijdverlies om in een lang vervlogen studententijd fluostiften in alle kleuren van de regenboog te verslijten?
TIM SURMA: 'Alles hangt af van de techniek die je gebruikte. Maar de meeste studenten beginnen meteen, bij de eerste lezing, zowat drie vierde van de tekst te onderlijnen. Een makkelijke en snelle aanpak, maar één die je weinig vooruit helpt. Uit studies blijkt dat onderlijnen een minder doeltreffende techniek is, ongeacht tekstlengte of onderwerp. In sommige gevallen kan het de performantie zelfs ondermijnen. Want door te onderlijnen, leg je de nadruk op partikeltjes informatie en blijf je weg van het groter kader. Je blijft dus maar wat aan de oppervlakte bengelen. Het werkt bijvoorbeeld wel beter wanneer je pas na het lezen van een hoofdstuk actief nadenkt over de belangrijkste begrippen of passages, en daarna onderlijnt.'
HUMO: Wat zijn, naast onderlijnen, de meest gebruikte foute bloktechnieken?
SURMA: 'Een foute tijdbesteding. Een student die drie dagen voor zijn examen een volledige cursus in zijn hoofd zit te stampen, is die info – met wat geluk – de dag nà het examen vergeten. Een marathonloper begint ook geen drie dagen voor de wedstrijd te trainen. Maar ons brein zou die techniek wel moeten oppikken? Alleen de allerslimsten komen daarmee weg. Vandaar dat studenten na een examen snel het gevoel hebben dat ze alles vergeten zijn. Een probleem als je niet alleen moet slagen voor vakken als statistiek 1, maar daarna ook voor statistiek 2 en 3.'
'Herlezen is een andere veelgebruikte, maar weinig optimale techniek. Volgens een Amerikaanse survey herleest 84% van de universiteitsstudenten tekstboeken tijdens de blok als herhalingsmethode. De voordelen op korte termijn lijken aantrekkelijk: herlezen vraagt geen training, je hebt een gevoel van herkenning en het neemt redelijk weinig tijd in beslag. Maar herlezen is ook een passieve techniek. Het is net door leerstof actief op te halen dat je je die ook op een later tijdstip makkelijker zal herinneren. Middelbare scholieren hebben dan weer de neiging om cursussen letterlijk over te schrijven. Ze hebben het gevoel uren gewerkt te hebben, maar de hersenen hebben er weinig van opgepikt.'
HUMO: De samenvatting van de bolleboos naast je gebruiken, is dat een goed idee?
SURMA: 'Samenvattingen van een ander zijn een no go. Want wat doe je dan? Je leert enkel de samenvatting en skipt de cursus, terwijl net het zelf genereren van die samenvatting of mindmap je heeft verplicht om na te denken over hoofd- en bijzaken. Leren zonder het grotere geheel te vatten, helpt weinig.'
PROF. PAUL A. KIRSCHNER: 'Het probleem is dat de meeste leerlingen en studenten nooit geleerd hebben om een goeie samenvatting te schrijven. Ze schrijven passages letterlijk over of kunnen bijzaak niet van hoofdzaak onderscheiden. Dat is ook een van de redenen waarom zo veel kinderen geen mooie opstellen schrijven. Ze hebben nooit geleerd om hun gedachten op een rij te stellen en te ordenen in clusters, alinea’s of secties. Ze beginnen links bovenaan en eindigen rechts onderaan. Hoe je een samenvatting schrijft, zou in het leerstofpakket van het lager onderwijs moeten zitten ingebouwd en moet doorgaan door de hele onderwijscarrière in alle vakken.'
HUMO: Bestaat er eigenlijk een verschil tussen een samenvatting met de hand schrijven of typen op je laptop?
KIRSCHNER: 'Beter met de hand. Als je een samenvatting op de computer maakt, ga je sneller integrale zinnen uit je cursus knippen en plakken. Dat werkje vraagt weinig cognitieve verwerking. Als je met pen en papier aan de slag gaat, ga je zinnen comprimeren en parafraseren. Je verwerkt de info in je eigen woorden en bent op dat moment al aan het studeren. Dat heb je niet niet als je razendsnel en blind zit te typen. De tekst staat dan wel op papier, maar is onvoldoende door je hersenen verwerkt.'
HUMO: Waarom zijn die veelgebruikte studietechnieken zo weinig efficiënt?
SURMA: 'Ze zorgen voor een vals gevoel van herkenning en scheppen de illusie van competentie. Informatie komt herkenbaar voor. Die info zélf herproduceren, blijkt een ander paar mouwen. Maar aangezien herkenning een plezierig en comfortabel gevoel is, houden we vast aan die technieken. We worden niet graag geconfronteerd met de beperkingen van ons geheugen.'
'We hebben bijvoorbeeld ook makkelijk de neiging om ons geheugen te overschatten. 'Wat ik me nu herinner, weet ik vast over vijf dagen ook wel nog.' We verwarren onze huidige prestatie dus soms met het leren op lange termijn. Als je op één avond 20 economische termen in je hoofd propt, ga je ervan uit dat die in je geheugen vervat zitten. Maar het vergeetproces begint van zodra we stoppen met leren.'
HUMO: Moet er zoiets komen als een vak 'leren leren'?
SURMA: 'De meeste middelbare scholen zetten effectief wel in op 'leren leren'. Maar het probleem is net dat die studietips in een apart vak worden gebundeld. Wat maakt dat leerlingen tijdens één afgebakend uurtje stilstaan bij de manier waarop ze studeren. Op zich wel een goeie zaak, maar het kan veel beter. Menig leerkracht zal bevestigen dat zo’n apart vak over studeren eigenlijk geen bal opbrengt. Studeertips moeten net ingebed zitten in een bredere context. Nu krijgen leerlingen tips over hoe ze teksten moeten lezen en de week erop worden ze verondersteld die techniek spontaan te gebruiken tijdens de les geschiedenis. Het is net zaak om een leerstrategie tijdens de les uit te leggen en die meteen te testen. Als leerkracht kan je een stukje tekst lezen en meteen erna wie, wat, waarom vragen stellen. Het duurt 20 seconden om aan je leerlingen duidelijk te maken waarom het zo nuttig is om stil te staan bij wat je gelezen hebt en jezelf via die vragen te dwingen info uit de tekst te herinneren. Minimale moeite, maximaal resultaat.'
HUMO: Vanaf welke leeftijd laat je een kind het best studietechnieken aanleren?
SURMA: 'Hoe jonger, hoe beter. Ik ben nu 37 jaar, maar tot twee jaar geleden heb ik altijd op de verkeerde manier gestudeerd. Ik dacht altijd dat ik het beste kon leren aan de hand van filmpjes. Zo heb ik uren verspeeld met op Youtube filmpjes op te zoeken over statistiek, terwijl er veel effectievere manieren zijn. Hoe sneller je dat door hebt, hoe beter. In de lagere school al zouden kinderen moeten leren werken met flashcards, zouden ze moeten leren dat zoiets niet alleen dient om jezelf te controleren, maar om makkelijker bij te leren. Ik sta zelf ook nog voor de klas en integreer continu kleine quizjes. Vooral voor parate kennis maken die een wezenlijk verschil. Door voortdurend op die studietechnieken in te spelen, worden ze een gewoonte en kan een leerling beter inschatten of hij daadwerkelijk iets heeft bijgeleerd. Want veel leerlingen die het middelbaar doorkomen door achteloos hun cursussen te onderlijnen, lopen in het hoger onderwijs genadeloos tegen de lamp.'
HUMO: En echt iedereen kan zijn geheugen trainen via studietechnieken?
SURMA: 'Elke persoon is uiteraard gebonden aan persoonlijke limieten. Maar met de juiste technieken kan je veel meer dan je zou vermoeden.'
'Maar one size does not fit all. Een studietechniek is niet zoals een medicijn dat altijd aanslaat. Bedoeling is dat studenten geïnformeerd hun weg kunnen zoeken binnen de effectieve studiemethoden. En daar moet de leerkracht en docent zijn rol opnemen.'
HUMO: Nemen lerarenopleidingen hierin ook effectief het voortouw?
KIRSCHNER: 'Integendeel, die schieten tekort. Leerkrachten en docenten zijn zelf niet vertrouwd met de beste leertechnieken en dragen die dan ook niet over aan hun leerlingen. Leerkrachten zijn het product van pakweg zestien jaar in hetzelfde onderwijssysteem. Daarin hebben ze geleerd om netjes met kleuren te highlighten, hoofdstukken uit het boek nog eens te herlezen of hun aantekeningen na te lezen. Die techniek zitten ze generaties lang te herkauwen en door te geven.' 'Bijkomend probleem is dat mensen tamelijk anekdotisch gericht zijn. 'Ik heb het vroeger zo gedaan en ik ben geslaagd. Dus het zal wel goed zijn zo.' Wie weet hoever ze het hadden geschopt als ze wél de juiste leertechnieken hadden gebruikt.' SURMA: 'Effectieve studietechnieken werden vorig academiejaar nauwelijks vermeld in tekstboeken of cursussen van lerarenopleidingen. Voor mijn doctoraatsstudie heb ik, samen met drie collega’s, 44 lerarenopleidingen in België onder de loep genomen. Toch wat betreft studietechnieken. In totaal hebben we, na gerichte screening, een zestigtal boeken onderzocht op de meest gebruikte studietechnieken. Wat bleek? In de overgrote meerderheid van die boeken wordt amper melding gemaakt van leerstrategieën. Het zou mooi zijn mochten handboek- en cursusschrijvers zich iets meer inspireren op decennialang cognitief onderzoek. Het zou onze leraren, en dus ook de komende generaties van hun leerlingen ten goede komen. Maar ik heb er goede hoop op dat dit snel kan aangepast worden zonder al te grote inspanningen.'
HUMO: Heb je de lerarenopleidingen in kwestie geconfronteerd met je bevindingen?
SURMA: 'Ja, en ze reageerden hoofdzakelijk positief. Ik heb hen artikels en samenvattingen opgestuurd en hopelijk doen ze daar iets mee. Met een aantal docenten heb ik persoonlijk contact gehad en zij gaan die technieken alleszins in hun lessen integreren. Ook verschillende uitgeverijen van schoolboeken gaan ermee aan de slag.'
'Ik heb nu één aspect van het leraarschap doorgelicht, maar leerkrachten en docenten zijn ook van massa’s andere zaken onvoldoende op de hoogte. Zoals klasmanagement, omgaan met pestgedrag of adhd. Het is voor leraren en docenten een zware klus om op de hoogte te blijven van alle wetenschappelijk gekaderde evoluties. En dat is geen kritiek, ze hebben gewoon tijd te weinig om al die aspecten grondig in kaart te brengen.'
HUMO: Over leerstijlen wordt in middelbare scholen en hoger onderwijs wél volop gecommuniceerd. Wat is dat eigenlijk, leerstijlen? En werpen die wel vruchten af?
KIRSCHNER: 'Volgens één van de meest gangbare leerstijlensystemen zijn er drie types studenten: zij die het best visueel, auditief of kinesthetisch geprikkeld worden. Sommige studenten zouden dus makkelijkst informatie onthouden via beelden, anderen via het gehoor of via beweging. (door bv. rond te lopen) Bedoeling is dat jongeren via een enquête hun leerstijl opgeven en zo tot een leerprofiel komen. Maar zoals dat gaat met voorkeuren, kiezen ze de makkelijkste of meest bekende weg. Ze geven de leerstijl op die zij menen het beste bij hen ligt, die hen de minste moeilijkheden oplevert. Door in die comfortzone te blijven hangen, ontneem je jezelf de mogelijkheid om je vermogen ten volle te ontwikkelen. Iemand die de dingen graag supergeordend heeft, is net gebaat bij een wat rommelige aanpak, zodat zij of hij een beroep moet doen op zijn vermogen om te ordenen en die kwaliteit zo verder uitdiept. Dat hele systeem van leerstijlen heeft trouwens wat weg van astrologie. 'Ik ben een leeuw, dus een leider, dus ik gedraag me daarnaar.' Evenveel waarheid in beide constructies.'
HUMO: Waarom worden scholieren en studenten dan toch nog altijd om de oren geslagen met leerstijlen?
KIRSCHNER: 'Omdat er een multimiljoenenindustrie achter zit. Trainers in leerstijlen komen naar scholen en duwen die technieken de klas, maar ook de ouders in. En aangezien scholen, docenten en ouders niet gewapend genoeg zijn om in te gaan tegen die praktijken, blijven ze bestaan. Docenten geloven evenzeer als kinderen en ouders dat het werkt. En voor ouders is het een mooie vluchtroute: 'Ah u bent een verbaal leerkracht, maar mijn kind is een beelddenker. Vandaar de slechte punten.' Hokjesdenken en self fulfilling prophecy tot het uiterste.'
HUMO: Wat met de meer traditionele studietechnieken, zoals eten en beweging?
KIRSCHNER: 'Beweging stimuleert de bloedsomloop waardoor meer zuurstof naar de hersenen gaat en die beter functioneren. Als je moe of suf achter je bureau zit, is het dan ook nuttig om een matig actieve bezigheid te gaan doen: fietsen, wandelen, trappen lopen,.. Overmatige spanning kan je met beweging bestrijden, maar gezonde spanning, waarbij je lichaam adrenaline produceert en je alert bent, is dan weer wel gezond. Algemene stelregels die voor iedereen gelden bestaan niet. Iemand met morbide overgewicht kan evengoed wat naar muziek luisteren. Doen waar je je goed bij voelt is het belangrijkst.' 'Ook via voeding kan je je hersenen stimuleren. Voel je je wat slapjes achter je bureau? Eet dan koolhydraten die je lichaam afbreekt tot glucose, dé brandstof voor je hersenen. Vermijd snelle suikers zoals snoepjes of chips, maar ga voor fruit, aardappelen of pasta. Eiwitten, onder andere terug te vinden in steak, zijn ook niet per se nodig. Eiwitten zijn nodig voor spieropbouw, maar zijn minder belangrijk voor je energieniveau. Tijdens een dipje eet je dus beter een tros druiven dan een stuk vlees.'
HUMO: Wat met studenten die zich aan de voorschriften van de ramadan houden? Zij kunnen niet continu hongertjes blussen.
KIRSCHNER: 'Vasten tijdens de blok is problematisch. Studenten die zich houden aan de ramadan ondermijnen hun leerprestaties. Ze hebben onvoldoende nachtrust en een te lage suikerspiegel. Ze mogen pas eten na zonsondergang en moeten wakker zijn om te eten voor zonsopkomst tegen 5 uur. Daarna moeten ze gemiddeld nog acht uur verder zonder eten, en dan moeten ze nog aan hun examen beginnen. Verschrikkelijk ondermijnend voor het concentratievermogen.'
HUMO: Handige tips, maar sociale media blijven wel voor een constante beproeving zorgen. Moet een student vandaag meer doorzettingsvermogen aan de dag leggen dan pakweg 20 jaar geleden?
SURMA: 'Vroeger waren er knikkers en voetbal. Nu is er instagram en facebook. Het verschil is dat die sociale media veel dwingender zijn dan een potje voetbal. Multitasken is trouwens een mythe. Je kan geen twee cognitief belastende processen tegelijkertijd uitvoeren. Als twee mensen wandelen en de ene vertelt een moeilijker verhaal, zullen ze automatisch even stilstaan. Omdat je hersenen anders niet alle info opnemen. Het geluid van een berichtje op je gsm stemt overeen met een shot endorfine. Leg je gsm dus in een andere kamer, op stil, en laat sociale media voor tijdens de pauzes.'
HUMO: En tot slot, om van de blok een gezellige familieaangelegenheid te maken: kunnen ouders iets doen om het studieleed van hun oogappel te verzachten?
KIRSCHNER: 'Als ze in het hoger onderwijs zitten, is het te laat. Dan kan je hun frustraties hoogstens stillen met wat lekker en gezond eten. Maar ouders kunnen wél nog iets doen voor hun kleine kinderen. Op de basisschool zijn kinderen nog veel ontvankelijker voor advies van ouders en vinden ze het makkelijker om nieuwe gewoonten aan te leren. Maak het hen daarom van jongs af gewoon om elke avond een half uur samen hun leerstof door te nemen in plaats van 2u om de andere avond. Gespreid leren is het antwoord op veel vragen. Maar die wijze raad zullen ze op hun veertiende niet meer aannemen, niet van hun ouders en niet van de leerkracht.'