De optocht van de doden in Mexico: poëzie en vrijheid in een geteisterd land
Weinig landen in de wereld tonen zo een fascinatie voor de dood als Mexico. We kennen allemaal wel de Día de los muertos, de Dag van de Doden, maar de laatste jaren is het opvallend hoe sterk dit symbool van Mexico wereldwijd aan zichtbaarheid en populariteit heeft gewonnen.
Van traditie tot parade
Dat heeft onder meer te maken met de James Bond film Spectre, die in 2015 uitkwam. In de openingsscène zien we een James Bond die zich soepel over de aftandse daken van de Mexicaanse hoofdstad beweegt, terwijl zich onder hem een immense carnavalsstoet aftekent van acteurs en dansers die zich hebben verkleed als sierlijke skeletten. Twee jaar later, in 2017, bracht de film Coco, een productie van Walt Disney, de Dag van de Doden alweer op de voorgrond.
De Mexicaanse regering was er snel bij om deze wereldwijde aandacht voor de Mexicaanse traditie in haar voordeel aan te wenden. Toeristen die de film hadden gezien, gingen immers op zoek naar de paradetocht die in Spectre te zien is. Maar al snel bleek dat deze optocht een verzinsel van de regisseur was. De Día de los muertos bestaat in Mexico eerder uit een ritueel waarbij families begin november hun doden feestelijk herdenken op het kerkhof of bij een altaar, maar niet zozeer in de vorm van een stoet. Het duurde niet lang voor de Minister van Toerisme in Mexico, Enrique de la Madrid Cordero, besloot dat de traditie dan maar moest worden uitgevonden. Sinds november 2016 paradeert er elk jaar een heuse Día de los Muertos carnavalsoptocht door Mexico City, een excellent voorbeeld van de 'invention of tradition', dus.
Aandacht afleiden van realiteit
Niet alleen was deze parade een belangrijke nieuwe teaser om toeristen naar Mexico te lokken (een land dat sowieso al in de top 10 van ‘s werelds meest bezochte landen staat), maar ook om de aandacht af te leiden van al het geweld dat zich daadwerkelijk in Mexico afspeelt. Sinds het begin van de drugsoorlog in 2006 spreken we immers van bijna 200.000 doden en 30.000 verdwenen personen. La muerte is dus alomtegenwoordig in Mexico, en de corrupte Mexicaanse regering was maar al te blij toen internationale filmproducties een frivole en feestelijke invulling gaven aan de dood. De onvrede bij de Mexicaanse bevolking groeide het voorbije decennium gestaag: de straffeloosheid, of impunidad, en de lakse manier waarmee de regering optrad tegen de drugsmaffia, en er zelf mee verweven was, leidde tot steeds luidruchtiger protest.
Onvrede vertaald in poëzie
Een opvallend fenomeen in het protest tegen het extreme geweld is de opkomst van poëzie. Tijdens de betogingen die in heel Mexico plaats vinden, worden er verschillende activiteiten georganiseerd. De borduurwerken voor de vrede zijn een belangrijk voorbeeld, maar ook poëzie wordt veelvuldig gereciteerd. Het boegbeeld van deze burgerbeweging is niet toevallig de bekende Mexicaanse dichter Javier Sicilia: zijn onschuldige zoon werd in 2011 brutaal gefolterd en vermoord. Net als de Argentijnse dichter Juan Gelman, wiens zoon door de Argentijnse militaire junta in de jaren 70 werd ontvoerd en voorgoed verdween, vormt Sicilia het boegbeeld van poëzie als teken van verzet.
Opkomst van vrouwelijke dichters: Maria Rívera
Hoewel Javier Sicilia de meest prominente publieke figuur is van het protest in Mexico tegen de corrupte regering, is hij nu zelf minder actief als dichter. De belangrijkste gedichten binnen deze beweging zijn opvallend genoeg van vrouwelijke dichters. Eén van de meest bekende is María Rívera, auteur van het gedicht Los muertos, 'De doden'. Zij droeg dit gedicht in 2011 voor op de Zócalo, het centrale plein in Mexico City waar niet alleen alle officiële feesten plaats vinden, maar waar ironisch genoeg ook de Carnavalsoptocht sinds 2016 wordt afgesloten. In tegenstelling tot de feestelijke optocht, is de toon en de inzet van dit gedicht niet frivool of humoristisch, maar dramatisch, tragisch en gruwelijk. Hier volgt het begin van het gedicht, in de Engelse vertaling van Richard Gwyn:
The Dead
Here they come
the decapitated,
the amputees,
the torn into pieces,
the women with their coccyx split apart,
those with their heads smashed in,
the little ones crying
inside dark walls
of minerals and sand.
Niet alleen fantasie
De manier waarop María Rívera de doden opvoert, doet onmiddellijk aan een soort bizarre stoet of optocht denken. De doden lopen op de lezer af, 'here they come', overweldigen ons met hun verminkte uiterlijk. Het expliciete karakter neemt alleen maar toe: het abjecte lichaam staat centraal in het gedicht, en het afstotelijke, het gruwelijke aspect van de folteringen en van de gewelddadige dood wordt niet geschuwd. Tegelijkertijd gaat het hier niet om puur gefantaseerde personages: het gedicht wemelt van de verwijzingen naar waargebeurde feiten. Niet alleen criminaliteit tussen drugsbendes staat centraal: het gedicht noemt ook vrouwen bij naam die werden verkracht en vermoord in Ciudad Juárez, het noorden van Mexico, of verwijst letterlijk naar sommige van de 72 illegale migranten die in augustus 2010 werden geëxecuteerd door het kartel van de Zetas in Tamaulipas, het Noord-Oosten van Mexico.
Here they come,
the dead so alone, so mute, so much ours,
set beneath the enormous sky of Anáhuac,
they walk,
they drag themselves,
with their bowl of horror in their hands,
their terrifying tenderness.
De nadruk die het gedicht legt op de doden als so much ours, kan je lezen als een verwijzing naar de innige band die de Mexicaan met zijn doden voelt, zoals ook blijkt tijdens de Día de los muertos. De doden inspireren in Mexico inderdaad niet alleen afschuw, verdriet, maar ook tederheid, een angstaanjagende tederheid. De dodenstoet van María Rívera’s gedicht verbeeldt deze zeldzame combinatie tussen afschuw en tederheid, doordat niet alleen objectieve feiten, maar ook namen, details, innige aspecten een plaats krijgen in het gedicht:
They are called
baby clothes woven in the casket of the soul,
the little tee shirt of a three-month-old
the photo of a toothless smile,
they are called mamita,
papito,
they are called
little kicks
in the tummy
and the newborn’s cry […]
María Rívera
Inspiratie
Opvallend genoeg bleef ook de dodenstoet van María Rívera niet tot haar eigen fictionele, poëtische universum beperkt. De video waarop de dichteres haar gedicht voorleest, ging viraal op YouTube en diende als inspiratiebron voor videokunstenaars, dramaturgen, muzikanten en schilders over de hele wereld. Javier Sicilia las het gedicht ook voor tijdens een bijeenkomst met Mexicaanse wetgevers. Eindelijk heeft de stem van de vredesbeweging weerklank gevonden. Het recentelijk aantreden van de nieuwe president, Andrés Manuel López Obrador, wijst alvast in de goede richting: hij wil af van de gefaalde war on drugs. Hopelijk schiet het Ministerie van Justitie in Mexico nu eindelijk ook een keer in actie, zodat de doden van Maria Rívera’s optocht in ere worden hersteld. De originele Spaanse versie van het gedicht, de Engelse vertaling van Richard Gwyn, en een interview met María Rívera zijn te vinden op de website van Numéro cinq magazine.
Brigitte Adriaensen, hoogleraar Letterkunde bij de vakgroep Letterkunde en kunstgeschiedenis van de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit, heeft veel internationale publicaties op haar naam staan. Ze participeert in diverse nationale en internationale netwerken. Ze is mede-oprichter van het internationale onderzoeksnetwerk VYRAL (Violencia y Representación en Americaná Latina) met universiteiten uit Chili, Argentinië, de VS en België. Ook is ze universitair hoofddocent Spaanstalige Letter- en Cultuurkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Meer webcolumns