Drugsgebruik_beter_begrijpen_head_large.jpg

Geestverruimende middelen: een trip door de tijd

Voor nieuw onderzoek nodigt hoogleraar Geschiedenis van mentale gezondheid en cultuur Gemma Blok drugsgebruikers van toen en nu uit om hun ervaringen te delen. 'Bij het maken van drugsbeleid worden gebruikers eigenlijk nooit gehoord. Als we drugsgebruik beter begrijpen, kunnen we betere aanbevelingen doen voor dat beleid.'

Zagen gebruikers in de housescene van de jaren tachtig en negentig MDMA als smeermiddel voor sociale bevrijding? Voelen cocaïnesnuivers de druk van de individualisering? Zijn bezoekers van psychedelische retreats die overal opduiken vooral bezig met persoonlijke ontwikkeling of zoeken ze, net als in de jaren zestig, religieuze ervaringen? Razend interessante vragen, vindt Gemma Blok. De hoogleraar werkt momenteel aan nieuw onderzoek naar drugsgebruik in Nederland vanaf de jaren zestig: het Drugs Monologen project. Voor dit onderzoeksproject ontvangt ze een subsidie van NWO en werkt ze samen met het Poppi Drugsmuseum in Amsterdam. 'We vragen mensen naar hun (vroegere) ervaringen met drugs. Hopelijk geven deze gebruikersverhalen uit de afgelopen zestig jaar inzicht in waarom mensen drugs gebruiken en welke betekenis ze daaraan geven.'

Nieuwe onderzoeksmethode

Om die gebruikersverhalen op te halen, gebruikt Blok een relatief nieuwe onderzoeksmethode. (Voormalige) gebruikers kunnen hun drugservaringen al dan niet anoniem delen in een speciale app. Ook organiseert het projectteam 'storytelling workshops' en gaan ze met een babbelbox langs openbare plekken als parken, bibliotheken en musea. Een deel van de verhalen wordt gepubliceerd op de projectwebsite en in het Poppi Drugsmuseum. In 2025 sluiten ze het project af met een publiekssymposium waar ze resultaten zullen delen en aanbevelingen doen voor beleid. 'Met mijn onderzoek wil ik drugsgebruik niet demoniseren of romantiseren, maar beter begrijpen. Wat zijn de functies én fluctuaties van drugsgebruik? Hoe relateren we de opkomst van gebruikersculturen aan veranderingen in de samenleving? En hoe kan drugsbeleid daarop worden aangepast?'

Antipsychiatrie

We gaan eerst terug in de tijd. Blok studeerde in de jaren negentig tijdens de 'tweede psychedelische revolutie'. Nadat ze afstudeerde op de geschiedenis van de psychiatrie, werkte ze bij het Trimbos-instituut. De kritische hervormingsbeweging van de antipsychiatrie, actief in de jaren zeventig, trok haar interesse. Deze beweging stelde de grenzen tussen gek en normaal ter discussie, bekritiseerde elektroshocks en pillen, en betoogde dat de maatschappij mensen ziek maakte. Het medisch model in de psychiatrie lag onder vuur, vergelijkbaar met hedendaagse kritiek. Blok ziet hierin veel parallellen met drugsgebruik. 'De antipsychiatrie stelde dat de patiënt als ervaringsdeskundige meer een stem moest krijgen', stelt ze. 'Ook de stem van drugsgebruikers wordt weinig gehoord.' Bovendien bestaan er - net als bij psychiatrische patiënten - vooral negatieve stereotypen over drugsgebruikers; van asociale verslaafden tot losgeslagen festivalgangers. Ook hierin schuilt een doel van Bloks onderzoek: ze wil stigma’s en taboes doorbreken. 'Juist ook door gebruikersverhalen te onderzoeken van mensen met werk en een gezin. Of mensen die drugs gebruiken voor spiritualiteit, zelfmedicatie of creativiteit.'

Over beeldvorming gesproken: in eerder onderzoek bestudeerde Blok de ervaringen van heroïnegebruikers. Als een van de hoofdonderzoekers van het Europese onderzoeksproject 'Governing the narcotic city' interviewde ze heroïnegebruikers in Europese steden, waaronder Amsterdam en Rotterdam. Zien zij zichzelf als nihilistische suïcidale figuren die willen ontsnappen aan hun ellende? De gebruikersverhalen lijken deze stereotypering te weerleggen. 'Veel mensen zagen het begin van hun heroïnegebruik juist als iets positiefs en bevrijdends. Ineens waren ze verlost van rotgevoelens en konden ze zichzelf zijn. Hun creativiteit ging stromen en ze durfden naar buiten te treden. Maar ja: vaak liep het wel minder positief af.'

Jongerenemancipatie

Uit Bloks onderzoek blijkt dat de opkomst van gebruikersculturen sterk samenhangt met veranderingen in de samenleving. Zo werd wiet in de jaren vijftig en zestig vooral gebruikt door jongeren die zich afzetten tegen de gevestigde orde. 'Dat waren volgens hen ouwe lullen die TROS-programma’s keken en De Telegraaf lazen. Die dronken jenevertjes, terwijl jongeren alcohol vervingen door blowtjes of LSD', aldus de hoogleraar. Ze feestten in jazzclubs, poptempels en jongerencentra, en experimenteerden met opiaten en speed. 'Het beroven van apothekers was een fenomeen, maar ook medicijnkastjes van ouders moesten eraan geloven.'

Nederland kende toen nog geen gedoogbeleid. Gepakt worden met een stickie kon je zo enkele nachten cel of een verplicht traject bij de verslavingszorg opleveren. Tegelijkertijd gingen verslavingsdeskundigen de bedreiging van cannabis voor gebruiker en samenleving relativeren. 'Zij betoogden dat wietgebruikers vaak creatieve mensen waren die zinnige vragen over het leven stelden.' Zo vond men op den duur de straf erger dan de kwaal.

Linke soep

En toen kwam heroïne in 1972 op de Nederlandse markt. Daarvoor hadden de 'Summer of Love' en de hippietrail al een psychedelische revolutie aangewakkerd, maar heroïne werd gezien als linke soep. 'Men dacht: Als we gedogen dat jongeren een blowtje in de jongerencentra kopen, dan vermijden ze tenminste straatdealers die heroïne verkopen. Dat was de basis van het coffeeshopbeleid. Bovendien kon de narcoticabrigade het aantal blowende jongeren niet meer aan, zaten de huizen van bewaring overvol en seponeerden rechters zaken rond hasj- en wietbezit steeds vaker.' In de jaren tachtig werd de situatie rondom heroïne grimmig. Op veel openbare plekken werd druk verhandeld en gebruikt. Relatief veel gebruikers van heroïne hadden een migratieachtergrond, bijvoorbeeld uit de voormalige koloniën Suriname en Indonesië. De discriminatie die zij in Nederland ondervonden, werd een voedingsbodem voor drugs- en alcoholgebruik. Ook het sluiten van de Limburgse mijnen en de hoge werkloosheid leidden tot 'ellendegebruik'. Én spuiten werd veel gevaarlijker tijdens de aidsepidemie, aldus Blok.

Welke stappen werden vanuit beleid genomen? 'In eerste instantie probeerde men de dealers streng aan te pakken, maar de handel was zo lucratief dat opgepakte bendes razendsnel vervangen werden. Daarna begon men met beleid dat niet meer uitsluitend op afkicken gericht was, maar op schadebeperking van chronisch gebruik. Daarbij verstrekte de verslavingszorg methadon, gesteund door de Nederlandse overheid. Wij waren daar heel vooruitstrevend mee. Maar heroïne op recept ging de overheid te ver. Totdat de Zwitsers ermee begonnen. Toen kon het hier ineens ook.'

Drugsbestrijding

Wat kan de geschiedenis ons leren, ook over effectief beleid? Drugs kunnen zelf schadelijk zijn, maar drugsbestrijding ook. Juist díe kant van het verhaal wordt duidelijk door onderzoek naar gebruikerservaringen. 'Bij het maken van drugsbeleid worden gebruikers eigenlijk nooit gehoord. Als we drugsgebruik beter begrijpen, kunnen we betere aanbevelingen doen voor dat beleid. Juist gebruikers ondervinden daarvan de gevolgen.' Zo waren verslaafde gebruikers van heroïne in de jaren zeventig en tachtig door strenge wetgeving overgeleverd aan een grillige illegale markt. De criminaliteit waar je als gebruiker in kunt belanden, zoals prostitutie en het straatleven op zichzelf, hebben schadelijke gevolgen. Daarbij wordt de kwaliteit van middelen niet bewaakt. Tot slot is er de stigmatisering die met een verbod gepaard gaat. Als je drugs gebruikt, kijkt men daar anders tegenaan dan wanneer je alcohol drinkt. Ineens ben je een 'junk', terwijl epidemiologische onderzoeken uitwijzen dat alcohol en nicotine gevaarlijker zijn dan veel stoffen die we tegenwoordig als drug beschouwen. Ook de huidige generatie gebruikers heeft te maken met negatieve gevolgen van drugsbeleid. Terwijl het gebruik van cocaïne en psychedelica onder jongeren en professionals lijkt te normaliseren, spreken politici en opiniemakers over hedonistische festivalgangers en decadente 'yoga-snuivers'. Het synthetische roesmiddel 3-MMC is sinds het verbod erop in 2021 vaak vervuild. En op een xtc-pil staat niet - zoals bij een fles drank - hoe sterk hij is. Met alle mogelijke nare gevolgen van dien.'

Wat zijn drugs?
Blok: 'Drugs definieer ik als illegaal gemaakte psychoactieve stoffen. De grens tussen illegale en legale stoffen is door de geschiedenis heen fluïde. Eigenlijk waren alle illegale stoffen ooit legaal. Vaak begonnen ze hun 'carrière' als medicijn in de geneeskunde of psychiatrie, zoals cocaïne en LSD.

Over Gemma Blok

Prof. dr. Gemma Blok is sinds 2017 als hoogleraar Geschiedenis van mentale gezondheid en cultuur verbonden aan de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. Ook is zij sinds 2023 hoogleraar Geschiedenis van de psychiatrie aan de Universiteit Utrecht. Blok promoveerde in 2004 aan de Universiteit van Amsterdam op de geschiedenis van de antipsychiatrie in Nederland. Tussen 2005 en 2017 werkte ze als postdoc onderzoeker en universitair docent aan de UvA en richtte haar onderzoek zich in toenemende mate op de geschiedenis van de Nederlandse verslavingszorg en drugsgebruikersculturen.

Lees meer artikelen

Tekst: Anniek Wesselink
Foto’s: Peter Strelitski