Langetermijn effecten bij oudere transvrouwen
De effecten van de transitie worden meestal onderzocht tijdens of kort na het medische traject. Maar hoe staat het met de langetermijneffecten op het gebied van welzijn en op het gebied van zorgbehoefte? In de literatuur over dit onderwerp wordt vaak gesteld dat met name oudere transpersonen kwetsbaar zijn voor stigmatisering omdat hun transitie plaatsvond in een tijd dat er weinig bekend was over transgenders en de sociale acceptatie laag was. Dit kan leiden tot schaamte, schuld, zich sociaal terugtrekken. Met als gevolg minder sociale steun en een slechtere mentale en geestelijke gezondheidstoestand dan leeftijdgenoten. In haar masteronderzoek heeft Milou Piening onderzocht in hoeverre oudere transpersonen daar inderdaad last van hebben gehad en in hoeverre dat na de transitie is veranderd.
Geen spijt en meer mentaal welzijn
Piening ondervroeg 20 transvrouwen tussen de 51 en 85 jaar die vóór 2014 in transitie waren gegaan bij het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Het interview ging in op zeven onderwerpen die volgens de literatuur over dit onderwerp belangrijk lijken. De meeste deelnemers hebben de periode voor hun coming out als erg zwaar ervaren en de helft van hen dacht in die tijd aan zelfmoord. Hoewel hun coming-out als transgender in eerste instantie vaak leidde tot negatieve reacties en problemen, heeft geen van de deelnemers van het onderzoek spijt van de transitie. Sinds de transitie voelen ze zich gelukkiger en de meesten zijn momenteel relatief gezond ondanks de soms negatieve effecten van de hormoontherapie en complicaties na de behandeling. 11 van de 20 gaven aan dat ze geen last meer hadden van stigmatisering na de transitie. Deelnemers die soms nog wel negatieve reacties krijgen, gaven aan dat ze hier nu beter mee om kunnen gaan. Een aantal gaf aan dat religie een steun is geweest bij hun coming-out, de transitie en hun huidige situatie. Voor anderen was het juist een belemmering.
Eenzaamheid en relaties
Meer dan de helft van de ondervraagde transvrouwen voelde zich ondanks hun sociale netwerk eenzaam. Voor een stuk wordt dit veroorzaakt door het ouder worden, de COVID maatregelen en psychische problemen. Negen deelnemers hadden een partner vóór de transitie, voor vijf van hen is de relatie na de transitie verbroken. Op het moment van het onderzoek hadden 11 deelnemers een relatie. Opvallend was wel dat zeven van hen aangaven geen seksueel contact meer te hebben in de relatie. Als belangrijkste reden hiervoor noemde men een verlies aan seksuele verlangens.
Transvrouwen minder kwetsbaar dan verwacht. En transmannen?
Waar de literatuur suggereert dat oudere transgenders kwetsbaarder zijn, laat dit onderzoek bij transvrouwen andere resultaten zien. De deelneemsters voelen zich beter en minder kwetsbaar na de transitie dan verwacht. Negatieve ervaringen voor en tijdens de transitie worden op de langere termijn in een meer positief licht gezien. Er lijkt bij deze groep na de transitie sprake te zijn van veerkracht en persoonlijke groei. De onderzoekers: 'Het zou interessant zijn om een vergelijkbaar onderzoek te doen bij transmannen. Verder doen we een aanbeveling om verder onderzoek te doen naar de seksualiteit van transpersonen en naar factoren die veerkracht en groei bij transgenders bevorderen.'
Presentatie bekijken
Het EPATH congres vond online plaats. De presentatie van Mark Hommes is opgenomen en hier te bekijken.