BaMa_Verhaal_Klaas_INF_head_large.jpg
Van trombonist naar softwareontwikkelaar
Klaas van Slageren zit middenin z’n bachelor-afstudeeronderzoek Informatica. Hij doet, samen met medestudent Irene, onderzoek naar de vraag hoe informatie-uitwisseling op het internet veiliger kan. QUIC en IRMA zijn de centrale begrippen.

We hebben afgesproken in een restaurant langs de A27 bij Utrecht. Klaas (37), wonend in Dokkum, moet die avond optreden in Tivoli Vredenburg in Utrecht, hij is trombonist. De laatste maanden verdeelt hij z'n tijd tussen de trombone, z'n pas geboren dochtertje en het afstudeeronderzoek. Kortom, druk, druk, druk. 'Eerlijk gezegd is het soms best wel lastig tijd in te ruimen voor de scriptie. Ik probeer er toch wel tien uur per week voor te reserveren. Dat lukt helaas niet altijd, maar ik doe m’n best. Continuïteit is belangrijk, anders zakt het teveel weg. En er speelt natuurlijk de verplichting naar Irene.'

QUIC en IRMA. Daar draait het om in het afstudeeronderzoek. Achter deze begrippen schuilt een wereld die bezig is het internetverkeer sneller, efficiënter en veiliger te maken. QUIC, wat staat voor Quick Udp Internet Connections, is een netwerkprotocol dat in 2013 ontwikkeld is door Google. Klaas: 'De bedoeling is de verbindingen tussen browsers en webservers te versnellen. Het QUIC-protocol doet dat onder andere door het onderliggende protocol TCP te vervangen door UDP. Hierdoor kan veel sneller een webpagina worden gedownload.' IRMA, wat staat voor 'I Reveal My Attributes' is een identiteitsplatform voor zowel authenticatie als ondertekening. Dit beschermt de privacy van de gebruiker door alleen de strikt noodzakelijke gegevens te verstrekken. Het biedt een oplossing om op een privacy-vriendelijke manier in te loggen. 'Het is een initiatief van de stichting Privacy by Design, dat een link heeft met de Radboud Universiteit. Je kunt IRMA als app downloaden op je smartphone. Sommige gemeenten, maar ook een artsenregister, maken er al gebruik van.'

Klaas en Irene vragen zich in hun onderzoek af of en hoe het QUIC-protocol geïmplementeerd kan worden in de IRMA-app. En in welke mate het bij zal dragen aan de privacy doelen van het IRMA authenticatieplatform. Klaas houdt zich vooral met de eerste vraag bezig, Irene met de tweede. Wekelijks skypen ze over de voortgang, regelmatig ook met de studiebegeleider en soms met een meelezer. ‘We zitten nu midden in het onderzoek. Ik ben op dit moment vooral bezig met de broncode van de IRMA app en server. Dat is voornamelijk in de programmeertaal Go geschreven en daar probeer ik momenteel een implementatie van QUIC die ook in Go is geschreven in te verwerken. Het is allemaal gloednieuw, dat maakt het razend interessant. Ik kom in contact met experts, van over de hele wereld. Dat is bijzonder. Wat ik lastig vind, dat blijkt nu wel, is het academisch schrijven, ik moet actiever schrijven, niet te wollig, korte zinnen en to the point.’

Dat ze met tweeën (er zijn ook groepen van drie) aan de scriptie werken is gebruikelijk bij Informatica. Klaas: ‘Naast laten zien dat je de juiste academische vaardigheden bezit, is het bij wetenschappelijk onderzoek ook belangrijk dat dat je kunt samenwerken en over de juiste communicatieve vaardigheden beschikt. Er bestaan bij Informatica dan ook tabellen met de vereiste vaardigheden waarin je kunt lezen wat je moet doen om een bepaald cijfer te halen, de zogenaamde rubric. Daar kun je goed op zien wat je mee moet nemen.’ Dat Klaas en Irene aan elkaar gekoppeld werden was toeval. Ze kenden elkaar niet van tevoren. ‘Op een studiedag waar de scriptie-onderwerpen verdeeld werden bleken we als enigen geïnteresseerd in het onderwerp van de implementatie van QUIC-protocol in de IRMA-applicatie. Zo is het gekomen. We vullen elkaar goed aan, zo blijkt. Ik ben nogal van de details en de technische kant. Irene is van het overzicht en is functioneler ingesteld. De communicatie zit bij ons wel goed. Ik ben echt een teamspeler, zij ook. We houden van duidelijke afspraken.’

Dat Klaas een teamspeler is blijkt ook wel uit z’n huidige werk, trombonist bij het Noord-Nederlands Orkest. Trombone is z’n grote passie, al van jongs af aan. Na de middelbare school was het conservatorium een logische keuze. Maar met z’n grote liefde z’n brood verdienen bleek een ander verhaal. ‘Als freelance muzikant is het moeilijk om genoeg inkomsten te vergaren, zeker om een gezin te onderhouden. Om wat meer zekerheid in te bouwen wilde ik me tot softwareontwikkelaar omscholen. Om kennis op te doen ging ik aan de Open Universiteit studeren en met enkele modules op zak vond ik er ook werk in. Spelen op de trombone werd toen vooral weer een hobby.’ Tot het Noord Nederlands Orkest zich een jaar geleden bij hem meldde. Of hij niet een jaar lang, als vaste vervanger, wilde spelen bij het orkest? Dat wilde Klaas wel, en zegde z’n baan op. ‘Mijn tijd zit er nu bijna op, en wordt niet verlengd, helaas. Vanavond in Utrecht is een van m’n laatste optredens met het orkest. We spelen filmmuziek. Ik heb er erg veel zin in. Gelukkig heb ik intussen weer een nieuwe leuke baan gevonden, binnen de ICT. 1 juli begin ik. De toekomst ziet er veelbelovend uit, ook al moet ik het spelen op de trombone op een lager pitje zetten.’

Info bachelor Informatica