null Grondrechten voor dieren: komt het er ooit van?

RW_JannekeVink_Dierenrecht_20000_head_large.jpg

Grondrechten voor dieren: komt het er ooit van?

Met dierendag krijgt de hond een designerjasje en de kat een speeltje. Tegelijkertijd spannen mensen vaker rechtszaken aan over dierenwelzijn. De relatie tussen mens en dier is sterk veranderd. Maar in het recht wordt een dier nog steeds gezien als goed. Janneke Vink vraagt zich af: Moeten dieren grondrechten krijgen, net zoals de mens?

'De manier waarop we over dieren denken is al sinds het begin van de negentiende eeuw aan het verschuiven', stelt universitair docent rechtsfilosofie Janneke Vink van de Open Universiteit. 'In de biologie en in de ethiek is men anders gaan denken. Dieren worden niet meer gezien als zielloze machines zonder intrinsieke waarde. We weten dat dieren gevoel hebben en dat ze intelligenter zijn dan we dachten. Door het besef dat ze kunnen lijden, vinden we ook dat we rekening met ze moeten houden. Maar kijk je naar de positie van het dier in het recht, dan zie je die fundamentele omslag in denken niet terug. Dieren vallen nog steeds in de categorie rechtsgoederen en niet in de categorie rechtspersonen, waar behalve mensen ook bedrijven en organisaties onder vallen.'

Wiebelige dierenwetten

'Er zijn natuurlijk wel een aantal dierenwelzijnswetten die grenzen stellen aan wat we dieren mogen aandoen. Op zichzelf een goede ontwikkeling. Maar het probleem van deze normale wetten is dat ze nogal wiebelig zijn. Ze zijn ruim te interpreteren, makkelijk te wijzigen, worden slecht nageleefd en onvoldoende gehandhaafd. Zo mogen we zieke en gewonde dieren volgens de wet niet transporteren. Maar onlangs publiceerde dierenwelszijnsorganisatie 'Ongehoord' foto’s van dieren op exportverzamelplaatsen met zeer ernstige welzijnsgebreken. Er valt dus nog heel wat af te dingen op de bescherming die deze wetten dieren bieden.'

Dieren in democratische rechtsstaat

Moeten dieren daarom grondrechten krijgen? En als dát een stap te ver is, zijn er dan alternatieven om ze een betere rechtspositie te geven? Dat zijn vragen waarop Janneke Vink in haar promotieonderzoek uit 2019 antwoord geeft. 'Men vermoedt weleens dat mijn drive voor het dierenrecht voortvloeit uit activisme of moralisme. Dat is niet het geval. Dierenrechten zijn een ontzettend boeiend vraagstuk omdat er nogal wat op het spel staat. Als dieren écht aanspraak maken op een goed leven en een goede behandeling hebben wij in Nederland te maken met een onrechtvaardigheid van ongekende omvang. En met een rechtssysteem dat dat onrecht toestaat of zelfs faciliteert. Dat zou iedere jurist moeten triggeren.'

Recht versus plicht

Vink onderzocht onder meer of de oorspronkelijke argumentatie op basis waarvan mensen wel grondrechten hebben en dieren niet, nog steeds overtuigend is. 'Vanuit de moderne biologie geredeneerd lijken dieren namelijk meer op mensen dan op goederen. Maar hét meest gehoorde argument om dieren geen grondrechten te geven, is dat ze geen plichten kunnen dragen. Ga jij maar eens aan een vos uitleggen dat hij de kippen van de boer niet mag opeten. Plichten zijn volgens veel mensen een voorwaarde om rechten te krijgen. Maar er zijn ook mensen die onze regels niet begrijpen en dus geen plichten kunnen dragen. Denk aan baby’s of mensen met een geestelijke handicap of ernstige dementie. Het is dus niet zo dat je alleen rechten kunt hebben als je ook plichten kunt dragen. Dat dieren geen plichten kunnen dragen hoeft dus geen beletsel te zijn om ze grondrechten te geven. Bovendien zou je misschien zelfs wel kunnen zeggen dat er ook dieren zijn die wél in staat zijn plichten te begrijpen en op te volgen: denk aan blindengeleidehonden of politiepaarden.'

Dierenwelzijn in de grondwet

Is invoering van bepaalde grondrechten voor bepaalde dieren daarmee ook een goed idee? 'Op korte termijn is het praktisch onmogelijk', stelt Vink. 'Het zou bijvoorbeeld het einde betekenen van de bio-industrie. En dat is onrealistisch. Dierenwelzijn vinden veel mensen belangrijk maar de vraag is of mensen dierengrondrechten willen invoeren als dat betekent dat ze hun hamburger moeten laten staan.'

'Op korte termijn ligt het grondwettelijk opnemen van dierenwelzijn als staatsdoelstelling daarom meer voor de hand. Door dierenwelzijn in de Grondwet op te nemen, erkent de staat zijn verantwoordelijkheid hiervoor. Dat geeft mensen die opkomen voor dierenbelangen een stevigere stok om mee te slaan, bijvoorbeeld richting een minister die verantwoordelijk is voor de handhaving van dierenwelzijnsregels. In Duitsland en Zwitserland hebben ze al soortgelijke grondwettelijke bepalingen.'

Op een dag wellicht

Maar hoe zit het met de lange termijn: krijgen dieren ooit wel grondrechten? 'Het recht is niet in steen gebeiteld dus alles kan. De vraag moet eigenlijk ook niet zijn of het juridisch haalbaar is om dieren rechten te geven. Als wij als samenleving vinden dat het rechtvaardig is, dan moeten we ervoor zorgen dat het kan. Ik kan me voorstellen dat huisdieren en dieren die qua intelligentie het meeste op ons lijken, zoals chimpansees, orka’s en olifanten de meeste kans maken om ooit in aanmerking te komen voor grondrechten. In een beroemde rechtszaak streden twee advocaten al om de vrijlating van twee levenslang opgesloten chimpansees. Ze vonden dat een chimpansee net als een mens recht heeft op vrijheid. De rechter ging niet mee in het verzoek. Zij zei wel: 'Het streven naar chimpanseerechten is begrijpelijk en slaagt op een dag wellicht, maar rechters zijn traag met het omarmen van maatschappelijke verandering. Uiteindelijk gaat het rechtssysteem misschien dus toch op de schop.'