Helpen beheerplannen bij de bescherming van natuur?
De Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) vormen de basis van het EU-natuurbeleid. Het doel is te zorgen voor een goede bescherming van soorten en hun leefgebieden. Daarvoor hebben alle lidstaten gebieden met natuurwaarden aangewezen als beschermd natuurgebied, gebieden die samen het Natura 2000 netwerk vormen. Echt heel erg positief is Raoul Beunen nog niet, als het gaat om de doelstelling van Natura 2000 om in 2020 het verlies aan biodiversiteit tot een halt te hebben geroepen. 'Helaas zijn de doelen voor een groot deel nog uit zicht. Er is veel gedaan, dat zeker, maar lang niet voldoende. Kijken we naar Nederland, dan valt bijvoorbeeld op dat ons land heel erg laag scoort als het gaat om de staat van instandhouding van de habitattypen. Ik vrees dat politieke onwil hierbij een grote rol speelt.'
Beheerplannen
Alle Europese lidstaten zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de natuurwaarden in de aangewezen gebieden en voor een beheer dat bijdraagt aan het behoud van soorten en hun leefgebied. 'Veel landen gebruiken hiervoor een beheerplan', aldus Raoul Beunen. 'Veelal worden deze plannen op lokaal niveau en samen met allerlei stakeholders opgesteld. De formele status van het beheerplan verschilt echter van land tot land. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om beheermaatregelen en de financiering ervan te regelen, om compensatie te regelen voor gebruikers die te maken krijgen met restricties of voor de vergunningverlening. Vaak bepaalt de nationale overheid welke status beheerplannen hebben en via welk proces ze moeten worden opgesteld.'
Onderzoek
Samen met Irene Bouwma en Duncan Liefferink deed Raoul Beunen onderzoek naar de wijze waarop keuzes van de nationale overheid doorwerken op de inhoud van de beheerplannen. De resultaten zijn te vinden in het artikel 'Natura 2000 management plans in France and The Netherlands; carrots, sticks, sermons and different problems', gepubliceerd in het Journal for Nature Conservation. Beunen: 'We vergeleken de Nederlandse situatie met die in Frankrijk. Ons land koos in 2005 voor een beheerplan dat duidelijkheid moet bieden over de natuurdoelen, de wijze waarop die gerealiseerd worden en de consequenties voor andere vormen van landgebruik. In Nederland zijn provincies en soms de rijksoverheid verantwoordelijk voor het opstellen van beheerplannen. In Frankrijk daarentegen wordt een beheerplan opgesteld onder regie van het lokaal bestuur en dient het plan vooral om financiële afspraken te maken over beheermaatregelen en compensatie voor gebruikers en eigenaren. Bij de analyse keken we naar de problemen die in de plannen worden benoemd, de maatregelen die worden voorgesteld en de partijen die betrokken zijn bij het uitvoeren van die maatregelen.'
Resultaten
Het onderzoek laat zien dat de beheerplannen in Nederland vooral beheermaatregelen benoemen en vrijwel geen restrictieve maatregelen bevatten. 'Dit betekent dat vrijwel alle activiteiten die in en om de Natura 2000 gebieden plaatsvinden, zijn toegestaan. Het laat zien dat de eerdere ophef over mogelijke beperkingen als gevolg van Natura 2000 erg overdreven was. Veel eerder mag je stellen dat ondanks alle benoemde knelpunten en de soms slechte staat van instandhouding, weinig beperkingen worden opgelegd aan het bestaand gebruik. Het is dan ook de vraag of de maatregelen voldoende zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te realiseren.' In de Franse plannen valt op dat er weinig aandacht is voor de meer complexe problemen, zoals waterkwaliteit en stikstofdepositie. 'De Franse plannen richten zich vooral op het reguleren van het landgebruik. In lijn met het nationale beleid gaat het vooral om maatregelen waarvoor een financiële compensatie beschikbaar is. In hoeverre deze maatregelen voldoende zijn voor de duurzame instandhouding van de gebieden, is niet altijd duidelijk.'
Niet ambitieus
Volgens Beunen toont het onderzoek ook dat de meeste beheerplannen weinig ambitieus zijn. 'In veel Natura 2000 gebieden is de kwaliteit van het leefgebied niet goed en gaan soorten nog steeds achteruit. Ik twijfel er dus aan of de beschreven maatregelen wel voldoende zijn om alle knelpunten aan te pakken. Bovendien lijkt een beheerplan niet het meest geschikte instrument te zijn om de bescherming van Natura 2000 gebieden te regelen. Dat komt door de beperkte beschikbaarheid van financiële middelen, maar vooral ook door politieke onwil om daadkrachtig op te treden en eventuele restricties op te leggen. Niet vreemd dus dat er in Nederland, meer dan 25 jaar na het aannemen van de richtlijnen en ondanks flinke investeringen in het natuurnetwerk, veel soorten en hun leefgebied nog steeds onvoldoende beschermd zijn. De implementatie van Natura 2000 moet in onze ogen verbeteren om de beoogde doelen van het EU-natuurbeleid te kunnen realiseren.'