CW_DenkendeRomans_JeroenVanheste_head_large.jpg
Literaire romans als 'gestolde levenservaring'
Is er sprake van een wisselwerking tussen literatuur en filosofie? Dragen romans bijvoorbeeld bij aan een beter inzicht in mens en cultuur? Volgens Jeroen Vanheste, docent cultuurfilosofie aan de Open Universiteit, is dat inderdaad het geval. Het is ook de grondgedachte van zijn onlangs verschenen boek 'Denkende romans: Literatuur en de filosofie van de mens en cultuur'. De inhoud van het boek hangt nauw samen met het onderzoek dat Vanheste verricht naar de interactie tussen filosofie en literatuur.

'Schrijvers zijn op hun eigen manier onderzoekers van mens en cultuur', meent Vanheste. 'Dat is een zienswijze die terug gaat tot Aristoteles en die we in onze eigen tijd zien bij filosofen als Martha Nussbaum en Paul van Tongeren. Ik sluit in mijn boek dus aan bij een lange traditie van denken over literatuur.'

Gestolde levenservaring

Volgens Vanheste zijn romans als verhalen over mens en cultuur als het ware een vorm van 'gestolde levenservaring'. 'Terwijl de wetenschap theoretische kennis nastreeft, kan de roman ons een vorm van praktische wijsheid bieden. De biologie en hersenwetenschap benaderen liefde bijvoorbeeld vanuit een evolutionaire invalshoek of bestuderen het als een hormonaal of neurologisch fenomeen, terwijl het werk van schrijvers als Proust of Vestdijk ons in zekere zin laat meevoelen wat het is om een grote liefde mee te maken. Anders gezegd: de wetenschap onderzoekt de mens als object, de roman benadert de mens als een subject. Het gaat er daarbij niet om dat het een beter zou zijn dan het ander. Beide benaderingen zijn onmisbaar en vullen elkaar aan, want de mens is zowel object - een lichaam met allerlei eigenschappen -, als ook subject; een persoon die de wereld benadert vanuit een eigen perspectief. Iets soortgelijks geldt voor de samenleving als geheel. De sociologie zal een cultuur bestuderen door empirische gegevens te verzamelen en te analyseren, terwijl de romans van bijvoorbeeld Kundera en Houellebecq ons aan de hand van concrete personages en situaties laten voelen wat het is om anno nu in de westerse cultuur te leven.'

Literatuur als 'ervaring'

In de hierboven beschreven opvatting is literatuur een vorm van praktische filosofie die ons inzicht in mens en cultuur kan verdiepen. Literatuur biedt daarbij een soort van 'ervaring', aldus Vanheste. 'Ze biedt de mogelijkheid tot exploratie van concrete existentiële ervaringen in de vorm van 'verhalen'. De verhalende vorm is bij uitstek geschikt om universele menselijke emoties als angst, verlangen, verdriet, woede, haat, spijt, schaamte en vreugde, universele menselijke motieven - zoals  trots, eer, wraak en lust en universele menselijke existentiële situaties, zoals verliefdheid, eenzaamheid, geluk, wanhoop en zelfhaat te tonen en invoelbaar te maken. Meer dan welke theoretische verhandeling of abstracte theorie dan ook dat ooit zou kunnen. Toch maakt de literatuur de meer abstracte benadering van de theoretische filosofie niet overbodig, zoals ze ook de wetenschap niet overbodig maakt: de diverse benaderingen kennen elk hun eigen perspectief en vullen elkaar aan. Willen we bijvoorbeeld fenomenen als schaamte en schuld beter begrijpen, dan kunnen zowel romans als ook de Kantiaanse ethiek en de hersenwetenschap daar een bijdrage aan leveren, elk vanuit een verschillende invalshoek.'

Niet zwaar

Volgens Vanheste hoeft het lezen van filosofische romans helemaal niet moeilijk of zwaar te zijn. 'De romans die ik bespreek gaan over het interessantste onderwerp dat er bestaat: de mens. Een roman als Tolstojs 'Oorlog en vrede' bijvoorbeeld gaat over universeel menselijke zaken: ambitie, liefde, ziekte, dood en de zoektocht naar zingeving. Tolstoj raakt ons door zijn inzicht in de mens en door zijn superieure schrijftalent, maar het is helemaal geen complexe of 'filosofisch ingewikkelde' schrijver, integendeel.'

Denkende romans

Kun je eigenlijk wel spreken van 'denkende romans' en zijn deze werken niet eerder het resultaat van een denkende mens? Vanheste: 'Als je romans benadert als een bron van praktische wijsheid, dan kun je ze zien als een vorm van denken, een vorm waarbij het dus gaat om een soort ervaring die in verhalende vorm wordt overgebracht. Enerzijds is dat een stuk gestolde ervaring van de auteur en is het dus de auteur die de rol van 'denkende mens' speelt. Anderzijds betekent het lezen ervan echter ook het opdoen van een eigen ervaring en is het de lezer die de rol van 'denkende mens' speelt. De 'denkende roman' is dus een metafoor voor een denkproces dat zich, via de roman, zowel in de schrijver als in de lezer afspeelt.'

Cursus 'Filosofie in literatuur'

In de cursus 'Filosofie in literatuur', die in 2017 startte aan de Open Universiteit, gaat het om precies dezelfde thema’s als in het boek van Vanheste. 'Mijn boek fungeert als cursusboek. De studenten maken kennis met het terrein van de filosofische roman en voeren een klein onderzoek uit, waarin ze een  - in overleg met de docent gekozen -, roman lezen en de filosofische thematiek in die roman onderzoeken. Onze ervaringen met de eerste groep studenten zijn prima. In september 2018 start een nieuwe lichting studenten met de cursus.'