null Ook bij eHealth blijft schriftelijk leefstijladvies belangrijk

PSY_Gezondheidsvoorlichting_head_large.jpg
Gezondheid
Ook bij eHealth blijft schriftelijk leefstijladvies belangrijk
Hoewel er steeds meer aandacht is voor het gebruik van eHealth bij de begeleiding van patiënten, blijft het aanbieden van schriftelijke leefstijladviezen belangrijk. Deelnemers aan een eHealth-programma maken ook veelvuldig gebruik van schriftelijke leefstijladviezen. Dat blijkt uit onderzoek van de vakgroep Gezondheidspsychologie van de Open Universiteit bij prostaat- en darmkankerpatiënten in het kader van het programma OncoActief.

Persoonlijke beweegadviezen

OncoActief is een programma om prostaat- en darmkankerpatiënten te stimuleren voldoende te bewegen en daarmee het herstel van hun ziekte te bevorderen. Deelnemers aan het programma ontvingen persoonlijke beweegadviezen die zowel op een website als in schriftelijke vorm aangeboden werden. Deelnemers konden hierbij zelf de keuze maken op welke manier zij de adviezen wilden gebruiken. Tot op heden was er weinig onderzoek gedaan naar de voorkeur voor digitale of schriftelijke leefstijladviezen bij deelnemers aan programmas.

Kwetsbare groepen

In een onderzoek met 249 deelnemers is onderzocht welke deelnemerskenmerken gerelateerd zijn aan het gebruik van digitale en schriftelijke materialen. Resultaten laten zien dat bijna 70 procent van de deelnemers in eerste instantie kiest voor deelname via het internet en dat 85 procent van de deelnemers op enig moment gebruikmaakt van online materialen. Hoewel deze bevindingen bemoedigend zijn, blijkt ook dat juist kwetsbare groepen mogelijk worden uitgesloten bij het uitsluitend online aanbieden van een interventie: de kans op gebruik van online materialen is kleiner voor ouderen, lager opgeleiden, mensen die meer last hebben van vermoeidheid en mensen die nog medische behandelingen tegen kanker ondergaan. Juist deze groepen hebben veel baat bij een beweegprogramma.

Voorkeur schriftelijke materialen

Daarnaast werd in het onderzoek ook gekeken naar het gebruik van de digitale en schriftelijke materialen. Het bleek dat de schriftelijke interventiematerialen ook door de online deelnemers veelvuldig gebruikt werden. Het lijkt daarom belangrijk om ook voor de online deelnemers schriftelijke materialen aan te bieden. Verder onderzoek zal uitgevoerd moeten worden om meer inzicht te krijgen in redenen voor het niet gebruiken van online materialen en de voorkeur voor schriftelijke materialen.

Publicatie

Over het onderzoek is onlangs in de Journal of Medical Internet Research een artikel verschenen van Rianne Golsteijn, Catherine Bolman, Denise Peels, Esmée Volders, Lilian Lechner (allen OU) en Hein de Vries (Universiteit Maastricht).
Momenteel wordt door de vakgroep Gezondheidspsychologie ook onderzoek gedaan naar de effecten van het programma op fysieke activiteit, vermoeidheid, angst, depressie en kwaliteit van leven.