null Pieter Stokvis geeft in 'Poste restante' arbeiders, boeren en burgers een stem

CW_PosteRestante_PieterStokvis_14245_head_large.jpg
Samenleving
Pieter Stokvis geeft in 'Poste restante' arbeiders, boeren en burgers een stem
'Poste restante 1780-1920', zo heet het boek van Pieter Stokvis dat voorjaar 2018 van de drukpersen rolt. De voormalige hoofddocent Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit geeft in zijn boek arbeiders, boeren en burgers een stem, om via deze 'kleine verhalen' de manieren van denken en doen van gewone mensen tussen 1780 en 1920 dichterbij te brengen. 'Kleine verhalen voegen vaak meer kennis en inzicht toe dan grote verhalen', aldus de auteur.

'Poste restante' verwijst naar bewaard gebleven brieven als bronnen om het dagelijks leven tussen 1780 en 1920 te belichten, verklaart Stokvis. 'Zo heb ik voor de periode 1780-1810 gebruik gemaakt van in een Doesburgse postkist opgeslagen brieven, die niet bezorgd konden worden. Het burgerlijke gezinsleven in de eerste helft van de negentiende eeuw verken ik aan de hand van dagboeken en brieven van de families De Clercq en Bousquet. Terwijl tussen 1845 en 1920 vanuit Nederland verstuurde brieven aan geëmigreerde verwanten in Amerika laten zien wat landarbeiders, kleine boeren en middenstanders vonden van hun levensomstandigheden. Die brieven heb ik in 1978 al verzameld, om ze nu, veertig jaar later, eindelijk te gebruiken. Tenslotte vertellen etiquettegidsen en huwelijksadvertenties ons over opvattingen wat partnerkeuze en gedragsregels betreft.'

Egodocumentair

Om allerlei aspecten van het dagelijks leven en meer in het bijzonder van het huiselijk leven in historisch perspectief te plaatsen, koos Stokvis in 'Poste restante' voor een invalshoek die volgens hem 'egodocumentair' of 'belevingshistorisch' kan worden bestempeld. 'Bij die kwalitatieve invalshoek gebruik ik egodocumenten, ofwel persoonlijke getuigenissen, niet alleen als illustratie, maar meer nog als grondstof en onderbouwing voor historische ontwikkelingen. Het zijn vaak kleine verhalen, gedestilleerd uit dagboeken, brieven, levensverhalen en huwelijksadvertenties. Ze confronteren ons heel concreet en direct met denkbeelden en gedragspatronen van voorbije generaties. Gecombineerd en becommentarieerd vormen ze een groter historisch verhaal en maken ze ons vertrouwd met de beleving van alledaagse dingen door de betrokkenen.'

Kleine verhalen

Dit in tegenstelling tot de gangbare sociale geschiedenis. Stokvis: 'Die onderzoekt primair structuren, processen en groepen of beziet zelfs de algemene geschiedenis vanuit die invalshoeken om daarover generaliserende uitspraken te doen. Beoefenaars van sociale geschiedenis en historische sociologie hechten veel waarde aan die grote lijnen en verhalen. Te veel zelfs, menen veel microhistorici en historisch-antropologen die zich bezig houden met de geschiedenis van het dagelijks leven, individuen en hun getuigenissen, kortom: met belevingsgeschiedenis. Kleine verhalen voegen meer toe aan kennis en inzicht dan grote verhalen. Ze bieden namelijk de mogelijkheid om generaliserende veronderstellingen te contextualiseren om zo een inzicht-gevend verhaal te vertellen over het verleden. In de belevingsgeschiedenis staat dan ook de vraag centraal hoe individuele mensen grootschalige veranderingen beleven, te weeg brengen en verwerken.'

Masterscripties

Tot aan zijn afscheid van de Open Universiteit als hoofddocent Cultuurwetenschappen in 2010 - een functie waarin hij onder meer aan de wieg stond van de cursus ‘Geschiedenis van het privéleven’ (2007) -,  begeleidde Stokvis zo’n tachtig masterscripties, waarvan een kwart op basis van egodocumenten. 'Die scripties sloten aan op eigen onderzoek en vormden tegelijk een stimulans voor verder onderzoek. Met Cornelie van Uuden, een van de scriptiestudenten heb ik zelfs twee boeken geschreven. Daarom bedank ik in het voorwoord van 'Poste restante' ook mijn scriptiestudenten en meer in het bijzonder Simone Felten, wier onderzoek ten grondslag ligt aan het eerste hoofdstuk. Ook moet ik Rudolf Dekker bedanken voor zijn stimulerende rol als onderzoeker van egodocumenten en als initiator van de werkgroep die sinds jaar en dag een forum vormt voor collega’s uit binnen- en buitenland.'

'Poste restante 1780-1920' verschijnt medio april 2018 bij uitgeverij Aspekt.

Pieter Stokvis