Creatief en innovatief gedrag in organisaties

Organisaties moeten zich voortdurend aanpassen aan ontwikkelingen zoals digitalisering, robotisering, globalisering, flexibilisering en de circulaire transitie. Creativiteit en innovatie zijn essentieel voor organisaties om mee te kunnen blijven gaan in deze snel veranderende wereld. Zo wordt het langetermijnsucces van bedrijven in grote mate bepaald door het ontwikkelen en op de markt brengen van succesvolle nieuwe producten en diensten. Tegelijkertijd zijn sociale innovaties binnen organisaties van groot belang om interne processen goed te laten verlopen en om het welzijn van werknemers te garanderen. Om te kunnen innoveren zijn organisaties uiteindelijk afhankelijk van hun werknemers. Het is daarom belangrijk om factoren die van invloed zijn op creatief en innovatief gedrag in organisaties te begrijpen, om het vervolgens wellicht ook te kunnen beïnvloeden.

In deze cursus komen vragen aan bod zoals:
• welke rol spelen creatief en innovatief gedrag in de toekomst van werk?
• hoe komen individuele werknemers op creatieve ideeën en hoe beïnvloeden verschillende werkomstandigheden het creatieve proces?
• hoe zijn teamsamenstelling en sociaalpsychologische processen binnen teams gerelateerd aan creatieve en innovatieve uitkomsten?
• wat kunnen organisaties en werknemers in leidende posities doen om creatief en innovatief gedrag bij hun werknemers te stimuleren?
• met welke psychologische en organisatorische factoren moeten managers rekening houden om ervoor te zorgen dat werknemers zich succesvol aanpassen aan innovaties binnen de organisatie?

Deze vragen benaderen we in deze cursus vanuit de arbeids- en organisatiepsychologie.

Leerdoelen
Na afronding van de cursus ben je in staat om voor een concrete casus:
- belangrijke ontwikkelingen die een rol spelen in de toekomst van werk te beschrijven en de consequenties hiervan voor werkontwerp en vaardigheden van werknemers te beredeneren.
- verschillende definities en operationaliseringen van creativiteit en innovatie te identificeren en hierop te reflecteren op basis van wetenschappelijke literatuur.
- het creatief en innovatief potentieel kritisch te evalueren op basis van belangrijke theorieën, modellen en empirische bevindingen over creatief en innovatief gedrag op: individueel, team- en organisatieniveau.
- het innovatief potentieel kritisch te evalueren op basis van wetenschappelijke literatuur over psychologische en organisatorische factoren die een rol spelen bij de implementatie van innovaties.
- verbetervoorstellen te formuleren op basis van wetenschappelijk literatuur over manieren om creatief en innovatief gedrag op de werkvloer te bevorderen.
- een interviewschema op te stellen (op basis van wetenschappelijke literatuur) en uit te voeren om een kritische analyse uit te kunnen voeren.