Steden zijn de belangrijkste spelers van de toekomst
Karima Kourtit: 'Steeds meer mensen op onze planeet leven in de stad. Die moderne steden brengen enorme beleids- en onderzoeksuitdagingen met zich mee. Steden zijn de belangrijkste spelers om de huidige en toekomstige uitdagingen van deze wereld op te pakken. Het is dan ook een dwingende noodzaak om de economische geografie van onze wereld te bekijken vanuit een breed stedelijk systeem-perspectief.'
Gaat het mis met de stad, dan gaat het mis met het land
Interessant is dat steden niet alleen 'probleemgevallen' zijn, maar ook, en vooral, duurzame 'groeimachines' en wereldwijde machtscentra. Steden kunnen in het algemeen beter en efficiënter presteren dan alle andere geografische samenlevingspatronen. Kourtit: 'Voor het beleid betekent dit dat een grootschalige inspanning gericht op het economisch, sociaal, milieu- en kennis-potentieel van steden een opdracht van de bovenste plank is. Gaat het mis met de stad, dan gaat het mis met het land.'
De achtergronden en drijfveren van steden
Het boek Urban Empires beschrijft de achtergronden, mechanismen, drijfveren en gevolgen van deze dynamische veranderingen en ontwikkelingen. In 22 bijdragen brengen bekende en invloedrijke onderzoekers van over de hele wereld (zoals Saskia Sassen en Richard Florida) de ontwikkeling en de rol van steden in kaart. Ze doen dat vanuit theoretisch en toegepast perspectief. De bijdragen zijn ingedeeld in drie thema’s: de positie van steden, stedelijke ontwikkeling, en leren van steden. Zo schetsen ze een omvattend beeld van de economische en politieke drijfveren van netwerken van elkaar beconcurrerende steden in een globaliserende wereld. Ze verkennen ook de uitdagingen voor het beleid ten aanzien van de vele mega-steden in deze wereld, steden met meer dan 10 miljoen inwoners.
Agglomeratievoordelen benutten
Uit de bijdragen in het boek 'Urban Empires' blijkt dat agglomeratievoordelen van de stad niet alleen economisch van aard zijn. 'Grote agglomeraties hebben ook voordelen op sociaal, ecologisch, cultureel of technologisch gebied. Om deze voordelen goed te benutten is beleid noodzakelijk: intelligente en innovatieve stedelijke strategieën en transformaties. Op die manier kun je een solide basis leggen voor moderne steden die duurzaam, veerkrachtig, veilig, inclusief en concurrerend zijn. De toekomst van onze planeet is ongetwijfeld een stedelijke toekomst', aldus Kourtit.
Prestaties meten en waarderen
'Urban Empires' laat zien dat stedelijke gebieden een gevarieerd en dynamisch fenomeen vormen, met vele complexe economische, sociale en culturele karakteristieken. Het meten en waarderen van stedelijke performance indicatoren is daarom een punt van grote wetenschappelijke en beleidsaandacht. Steden zijn immers complexe systemen, die beïnvloed worden door een veelheid van actoren en belanghebbenden. Het spreekt daarbij voor zich dat steden vele 'gezichten' hebben; ze zijn niet uniform of identiek, maar geven een gevarieerd panorama op onze wereld.
Over Karima Kourtit
Karima Kourtit is assistant professor bij de Faculteit Managementwetenschappen van de Open Universiteit (OU) in Heerlen. Ze is bij het Center for Actionable Research van de Open Universiteit (CAROU) de PI van het Smart Cities & Data Analytics programma. Ze is ook 'executive director' van The Regional Science Academy. Haar onderzoeksinteresse richt zich op de opkomende 'New Urban World'. Haar voornaamste wetenschappelijke onderzoek is gericht op creatieve industrieën, stedelijke en regionale vitaliteit en ontwikkeling, toerisme, cultureel erfgoed, smart cities, digitale technologie en strategisch prestatie management. Vanuit haar brede achtergrond, raakte ze betrokken bij internationaal onderzoek naar stedelijke dashboards, onderzoek naar sociale media ('big data') en 'resilience' analyse.
Haar academische profiel wordt gekenmerkt door een diepgaande betrokkenheid bij onder meer evidence-based stedelijk en ruimtelijk onderzoek naar smart city-beleid, duurzame ontwikkeling en data-analyse, door een sterke inzet voor onderwijsondersteuning voor jonge onderzoekers en door een actieve rol in tal van internationale wetenschappelijke en bestuurlijke activiteiten.
Edited by Edward Glaeser, Karima Kourtit en Peter Nijkamp