Hoe ver mag de undercoveragent gaan?
Eind 2019 besloot de Hoge Raad dat 'de moordzaak Kaatsheuvel' over moest vanwege de omstreden undercovermethode Mister Big. De politie zette deze methode in om Wim S. een bekentenis te ontlokken. Aan de bewijskracht ervan werd later getwijfeld.
Sven Brinkhoff legt uit: 'Bij een Mister Big-operatie spinnen undercoveragenten een web van list en bedrog. Veelal wordt geveinsd dat zij deel uitmaken van een criminele organisatie, en een deal willen sluiten met de verdachte, die daardoor heel veel geld kan verdienen. Maar voordat het zover is moet de verdachte wel nog even laten zien dat hij te vertrouwen is en openheid van zaken geeft over zijn verleden. De verwachting is dan dat er een bekentenis volgt.'
Zo gaat het ongeveer ook tijdens het onderzoek naar Wim S., die zijn vrouw Heidy in 2010 met een baksteen op het hoofd zou hebben geslagen en gewurgd. Als de zaak op een dood spoor zit, tuigt de politie een undercoveroperatie op. Agenten doen zich aan S. voor als criminelen, en beloven hem een baantje met een salaris van 8000 euro per maand. Voorwaarde is dat ze eerst moeten weten hoe het precies zit met die moord. Onder druk bekent Wim S. in 2014 dat hij de moordenaar is. Achteraf zegt hij tegen de rechtbank: 'Ik heb zwaar gelogen. Ik had op dat moment gigantische schulden. Het ging me puur en alleen om het geld.' Toch werd hij in 2018 veroordeeld tot twintig jaar cel. Een uitspraak die dus later door de Hoge Raad is vernietigd.
Mister Big onder vergrootglas
Brinkhoff: 'De Mister Big-methode, die afkomstig is uit Canada, ligt in het buitenland al jaren onder een vergrootglas en leidt ook in Nederland steeds vaker tot verhitte discussies in de zittingszaal. Het is een voorbeeld van undercoveroperaties die steeds verder gaan in een poging om zware misdaad te beteugelen. Dat is begrijpelijk, maar werpt ook de vraag op: wat zijn de grenzen? Welke gevaren zijn verbonden aan opsporingsmethoden zoals Mister Big? Mag je een verdachte uitlokken tot strafbare feiten? Kan een undercoveragent té veel druk zetten om een bekentenis af te leggen? En, houdt het bewijs dat hierdoor is verkregen dan wel stand bij de rechter?'.
Bezwijken onder spanning
Onder begeleiding van Brinkhoff doet promovenda Sofie Naber aan de Open Universiteit onderzoek naar precies al deze vragen. 'Antwoorden zijn welkom, want regelmatig veegt de rechter bewijs uit twijfelachtige undercoveroperaties van tafel, omdat het onrechtmatig verkregen of onbetrouwbaar blijkt. Zo is de verdachte van de moord op de vermeende drugshandelaar Van Dillenburg in 2002 vrijgesproken vanwege een bekentenis onder druk. Hetzelfde wat nu dus dreigt te gebeuren in de heropende zaak Kaatsheuvel.'
'Reden voor twijfel, ontstaat vooral als een agent de duimschroeven te strak aandraait of aanstuurt naar een bepaalde verklaring. Volgens rechtspsychologen verhoogt te veel druk het risico op een valse bekentenis. Onschuldigen kunnen iets toegeven wat ze niet hebben gedaan.'
Moeilijkste baan ter wereld
Een ander punt waar de rechter moeite mee heeft in geheime operaties is uitlokking. 'Dus als een infiltrant aanstuurt op strafbare feiten, zoals bijvoorbeeld drugs- of wapenhandel, om te bewijzen dat iemand een dealer of wapenhandelaar is. De rechter kan dan zeggen: 'Zonder uitlokking van agenten had het strafbaar feit nooit plaatsgevonden.'
Los van het gevaar op onbetrouwbare verklaringen, uitlokking en dus onrechtmatig bewijs is een undercoveroperatie natuurlijk ook risicovol voor de agenten zelf. Brinkhoff: 'Het is gewoon de moeilijkste baan ter wereld. Soms moeten agenten strafbare feiten plegen om niet uit hun rol te vallen. Als ze te lang doorgaan of slecht begeleid worden, kan de spanning echt te groot worden. Een dieptepunt in Nederland was de zelfmoord van de Nederlandse undercoveragent 'Peter' eind vorig jaar.'
Meer openheid
Moeten we dan stoppen met undercoveroperaties om dit soort problemen te voorkomen? 'Nee, dat denk ik niet. Het is een ultiem middel om bewijs te verzamelen zodra een opsporingsonderzoek op een dood spoor zit. Maar het moet wel beter.'
'Om te beginnen kan de politie meer transparantie bieden zodat de rechter goed kan achterhalen of een undercoveroperatie al dan niet misging. Het is niet voldoende om een operatie van vijf maanden samen te vatten in een proces-verbaal van tien velletjes. Daar horen geluids- en eventueel video-opnames bij van de bekentenissen of strafbare feiten. Advocaten en rechters kunnen dan een beter oordeel vellen over de procesgang. Nu is het vaak het ene woord tegen het andere. En ja, er zijn altijd uitzonderlijk gevaarlijke situaties waarin opnames te risicovol zijn. In dat geval: schrijf elk contact, elke gebeurtenis en elk gesprek tot in detail uit.'
Daarnaast is meer psychologische begeleiding nodig tijdens undercoveroperaties. 'Interessant is de vraag hoe je zo’n begeleidingstraject zowel vanuit rechts- als psychologisch perspectief goed kunt vormgeven. Ook daar doet Sophie Naber, vanuit de strafrechtelijke bril, al waardevol onderzoek naar.'
Rechters voor moeilijke opgave
Terug naar Wim S. 'Het Haagse Hof stond voor een zeer zware opgave. Het is een hele moeilijke afweging als er een moordbekentenis ligt, maar de rechter toch moet zeggen: 'Ik gebruik die bekentenis niet voor het bewijs omdat er teveel vraagtekens zijn over de manier waarop die tot stand is gekomen.'