Denken over diversiteit en inclusie

Kan een witte Nederlander het werk van een Afro-Amerikaanse dichter adequaat vertalen? Hoe kunnen we de betekenis en het succes van bewegingen als #MeToo, #KOZP en #BLM begrijpen? Hoe werken impliciete vooroordelen (bias) en kunnen mensen daarvoor eigenlijk wel verantwoordelijk worden gehouden? Zijn genderneutrale toiletten een gril? Dit soort vragen zorgt voor veelal verhitte debatten. Om er een zorgvuldig standpunt over te kunnen innemen, is het onontbeerlijk om te beschikken over kennis van en inzicht in het denken over diversiteit en inclusie. Deze cursus biedt precies daarin een inleiding.

Ten eerste biedt de cursus conceptuele kaders voor het interpreteren en analyseren van de werking van (impliciete) vooroordelen en processen van onderdrukking, marginalisering, onderrepresentatie en uitsluiting van mensen op basis van hun groepslidmaatschap, en de normen en culturele structuren die deze processen mogelijk maken. Aan bod komen concepten rond sociale identiteit, intersectionaliteit en macht; rond kolonialiteit, postkolonialiteit en dekolonialiteit; rond verbeelding en visuele praktijken, en tot slot rond politieke epistemologie (alledaagse kenpraktijken en wetenschappelijke kennisproductie).

Ten tweede biedt de cursus conceptuele kaders voor het interpreteren, analyseren en evalueren van uiteenlopende strategieën van ‘inclusie’: emancipatie, protest en transformatie (vóór dan wel dóór bovengenoemde groepen), zoals identiteitspolitiek, het activisme van sociale bewegingen en diversiteitsbeleid. Deze interdisciplinaire conceptuele kaders worden ontleend aan de genderstudies (feministische theorievorming) en post-/dekoloniale theorievorming (critical race theory).

Deze cursus maakt deel uit van het Focusprogramma Diversiteit en inclusie.

Leerdoelen
Na afronding van de cursus kan je:
- cultuurwetenschappelijke teksten zelfstandig lezen en in eigen woorden samenvatten,
- in de verschillende aangereikte teksten vooronderstellingen, argumenten en conclusies van de auteur aanwijzen,begrijpen en interpreteren,
- wetenschappelijke literatuur over een specifiek thema bevragen, en de teksten kritisch met elkaar vergelijken.

Specifieke leerdoelen:
Na afronding van de cursus kan je:
- een aantal verschillende invloedrijke conceptualiseringen van diversiteit en uitsluiting aanwijzen en uitleggen, en verschillen daartussen benoemen. Deze concepten hebben te maken met sociale identiteit, intersectionaliteit en macht; met kolonialiteit, postkolonialiteit en dekolonialiteit; met verbeelding en visuele praktijken, en tot slot met politieke epistemologie (alledaagse kenpraktijken en wetenschappelijke kennisproductie),
- een aantal verschillende invloedrijke inclusiviteitsstrategieën en -bewegingen aanwijzen en uitleggen, en verschillen daartussen benoemen, zowel de verschillende strategieën van gemarginaliseerde groeperingen van verzet en erkenning (sociale bewegingen) als de verschillende beleidsstrategieën voor de insluiting van gemarginaliseerde groeperingen,
- dilemma’s, twistpunten, risico’s en conceptuele en praktische problemen van identiteitspolitiek van sociale bewegingen aanwijzen en herkennen,
- dilemma’s, twistpunten, risico’s en conceptuele en praktische problemen van ‘diversiteits- en inclusiebeleid’ en het liberale diversiteitsvertoog aanwijzen en herkennen,
- begrippen rond kolonialiteit/dekolonialiteit/postkolonialiteit, verbeelding en wetenschappelijke kennisproductie toepassen in de cursussen over Diversiteit in de erfgoedsector (2) en in kunstzinnige praktijken (3), met name.