Onderwijswetenschappen: theorie en onderzoek in de praktijk

In deze cursus verdiep je je kennis rond de basisbegrippen en -theorieën van onderwijswetenschappen op micro-, meso- en macroniveau. Je gebruikt deze kennis bij het uitvoeren van een kwalitatief wetenschappelijk onderzoek in een authentieke onderwijssituatie. Je onderzoekt deze authentieke situatie op verschillende niveaus. Zo observeer je op microniveau een lessituatie en analyseer je deze observatie en het gebruikte onderwijsmateriaal op de toegepaste instructieprincipes en achterliggende leerprincipes. Je interviewt de docent over de achtergronden van de gemaakte keuzes. Op mesoniveau analyseer je relevante documenten en beleidsrichtlijnen met betrekking tot de visie van de bewuste onderwijsinstelling. Je vergelijkt de resultaten op mesoniveau.

Je presenteert de resultaten van je onderzoek in de vorm van een poster tijdens een virtuele postersessie en je bediscussieert deze met je medestudenten en docenten. Ter afronding van de cursus schrijf je een wetenschappelijk artikel waarin je verslag uitbrengt van het onderzoek.
De basisvaardigheden academisch schrijven oefen je met behulp van een serie formatieve opdrachten en bij het schrijven van het eindrapport. In de cursus werk je samen met je medestudenten aan je eigen onderzoek. Daarnaast ontvang je en geef je feedback. Je staat ook stil bij je eigen voortgang en reflecteert op je leerdoelen en de gemaakte vorderingen.

Leerdoelen
- Ontwerpvaardigheden: je kunt met behulp van het behavioristische, cognitivistische en constructivistische begrippenkader lessituaties, curricula en visiedocumentatie analyseren en evalueren.
- Onderzoeksvaardigheden: je kunt de onderzoeksmethoden observatie, interview en documentanalyse toepassen om een onderzoeksvraag te beantwoorden; je kunt instrumenten ontwikkelen om je data mee te verzamelen en te analyseren. Je kunt de onderzochte instructiesituatie evalueren met betrekking tot impliciete of expliciete curriculumuitgangspunten en leertheoretische principes.
- Academisch schrijfvaardigheid: je kunt je evaluatie presenteren in een wetenschappelijke poster en in een artikel dat voldoet aan de eisen van een wetenschappelijke tekst.
- Academische communicatievaardigheden: je kunt je onderzoek mondeling toelichten met behulp van een posterpresentatie, en anderen feedback geven op hun onderzoek en presentatie. Je kunt een wetenschappelijke discussie voeren over de resultaten en implicaties van je en andermans onderzoek.
- Reflectievaardigheden: je kunt reflecteren op de eigen prestatie, studeervaardigheden en studeermogelijkheden.