Personen- en familierecht

Het doel van de cursus is je te laten kennismaken met het personen- en familierecht, het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht, en je een zodanig inzicht te verschaffen dat je in staat bent om in een concrete casus uit een ongeordend feitencomplex, zoals zich dat in de praktijk kan voordoen, de relevante gegevens te selecteren en te ordenen, een duidelijke probleemstelling te formuleren en aan de hand daarvan beargumenteerd tot een juiste oplossing van het probleem kunt komen. De juridische regeling van het personen- en familierecht is opgenomen in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Deze nationale regeling kan echter niet losstaan van internationale en Europese verdragen (EVRM en IVRK) en jurisprudentie in relatie tot het Nederlandse personen- en familierecht. In dit kader komen eerst onderwerpen aan bod die aan de zuiver persoonlijke betrekkingen tussen onder meer ouders en kinderen en echtgenoten/ partners onderling nadere invulling geven. Het gaat hierbij om onderwerpen als persoon, woonplaats huwelijk, geregistreerd partnerschap, afstamming/adoptie, gezag en omgang, maar ook meerderjarigenbescherming zal hier aan bod komen. Voor een belangrijk deel ziet Boek 1 BW echter ook op de vermogensrechtelijke betrekkingen op basis van deze familierelaties, waaronder het relatievermogensrecht en het alimentatierecht. Het relatievermogensrecht zal in het licht van zowel formele als informele relatievormen worden besproken. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. De juridische regeling van het erfrecht vind je in Boek 4 BW. Bij het erfrecht komt zowel het ab intestaat als het testamentaire erfrecht aan de orde.

Leerdoelen
Na afronding van de cursus heb je de volgende leerdoelen bereikt:
- Je bezit elementaire kennis op de rechtsgebieden personen- en familierecht, relatievermogensrecht en erfrecht, en hebt geleerd deze kennis op deelonderwerpen zowel op elementair niveau als verdiepend toe te passen op casusposities.
- Je kunt de regels van de verschillende deelgebieden van het Nederlandse personen- en familierecht en het algemene privaatrecht met elkaar in verbinding brengen.
- Je hebt kennis van en basaal inzicht in de verhouding tussen nationaal, Europees en internationaal recht op het gebied van personen- en familierecht, relatievermogensrecht en erfrecht.
- Je bent in staat uit een feitencomplex de juridisch relevante feiten en handelingen te selecteren.
- Je bent in staat wet- en regelgeving en jurisprudentie te interpreteren en toe te passen in concrete situaties.
- Je bent in staat een oordeel te vormen over een actueel juridisch thema of leerstuk.
- Je bent in staat op een effectieve en efficiënte manier informatie te verzamelen uit juridische bronnen.