null Studeren. Wat werkt?

OW_Studeren_wat_werkt_15772_head_large.jpg
Studeren. Wat werkt?
Het vervolg op het interview Blokken zonder brokken van Sophie Pycke (HUMO) met Tim Surma, promovendus aan de Open Universiteit, en Paul Kirschner, universiteitshoogleraar aan de Open Universiteit. Hierin geven ze een aantal belangrijke studietips. Het volledige artikel is verschenen in het Vlaamse tijdschrift HUMO.

Vooraleer je je cursussen richting muur smijt: met deze technieken herinner je jezelf de droogste materie over vijf jaar nòg altijd.

Test jezelf (Retrieval Practice)

WAT? We maken het onszelf graag makkelijk. Maar als je die irritante studiegenoot in punten wil overtreffen, kies je beter de moeilijkere weg en organiseer je een quizrondje voor jezelf. Self-testing verplicht je om je bepaalde informatie te herinneren (retrieval practice: het terug ophalen van informatie uit je langetermijngeheugen), waardoor je sterkere geheugenpaden aanlegt die het ophalen van info vergemakkelijken.

HOE? Onderwerp jezelf na elk hoofdstuk aan een kleine quiz. Gebruik flash-cards of de Cornell-samenvatting: noteer tijdens de les kernwoorden en test jezelf thuis.

WAAROM? Voor lagereschoolkinderen en vierdejaars rechten: self-testing werkt voor iedereen, voor elk vakgebied. In plaats van passief te herlezen, kies je ervoor om herinneringen actief op te halen. De confrontatie met de beperkingen van je geheugen kan ontmoedigend zijn, maar je onthoud er wel een pak meer door. De techniek wordt zelfs toegepast op Alzheimer-patiënten. Korte en frequente tests tonen de beste resultaten.

Stop met blokken (Spaced Practice)

WAT? Twee dagen op voorhand die cursus taalkunde in je hoofd beginnen proppen? Fout idee! Blokken werkt minder goed dan gespreid leren. Drie keer studeren aan een onderwerp verspreid over een week is beter dan één keer drie uur studeren op dezelfde dag aan dat ene onderwerp. Dit betekent evenmin dat je meer moet oefenen, maar beter drie keer twee oefeningen doet dan één keer zes oefeningen.

HOE? Laat intervallen tussen je studeersessies. Als je 12 tot 24 uur laat tussen twee sessies, onthoud je leerstof gedurende één week. Wil je iets vijf jaar onthouden? Laat dan 6 tot 12 maanden tussen twee studeersessies.

WAAROM? Hoewel het wat onlogisch lijkt, onthoud je wel degelijk informatie tussen die lange intervallen. Je herleert ook makkelijker wat je in de tussentijd bent vergeten. De techniek werkt voor alle leeftijden, voor zowel het leren van woordenschat, begrippen en vaardigheden zoals wiskunde en muziek. Je plant wel best vooruit om uitstelgedrag te counteren.

Wissel onderwerpen af (Interleaved Practice)

WAT? Door gelijkaardige onderwerpen af te wisselen, bereik je meer. Een oefensessie is 'interleaved' als de opeenvolgende problemen zo zijn gerangschikt dat je ze niet met dezelfde aanpak kunt oplossen. Interleaving practice voelt daardoor moeilijker aan dan aan één stuk hetzelfde te studeren/oefenen, maar het effect op lange termijn is groot. Als je bijvoorbeeld steeds hetzelfde soort oefening na elkaar maakt, moet je na verloop van tijd niet meer nadenken over hoe die op te lossen. Wanneer je afwisselt is dat wel het geval.

HOE? Smijt je studeerschema om. In plaats van AAA / BBB / CCC (geblokt oefenen) kies je voor ABC / CAB / BAC (interleaved). Boeken bieden dikwijls oefeningen aan 'geblokt' per thema. Zorg bij de herhaling voor je examen dat je die dus zelf door elkaar gooit. Het betekent niet dat je extra oefeningen moet maken, enkel de volgorde waarin je oefent verschilt.

WANNEER? Wanneer oefentypes of leerinhouden uiterlijk gelijkaardig lijken (vb allemaal oefeningen over driehoeken of vervoegingen van werkwoorden), is interleaving aangewezen. Geblokt oefenen of studeren blijft aangewezen wanneer de inhouden weinig gemeenschappelijk lijken te hebben, of wanneer chronologie belangrijk is.

Stel vragen (Elaborative Interrogation)

WAT? Een lastige term voor het actief verwerken van leerstof door jezelf vragen te stellen. Het proberen beantwoorden van deze 'Waarom? Wat? Hoe?- vragen' tijdens het studeren faciliteert het leren. Het is intensiever dan enkel de tekst doorlezen, wat net die gewenste extra 'moeilijkheid' is die ervoor zal zorgen dat de leerstof langer beklijft.

HOE? Stel jezelf vragen tijdens het studeren. Die hangen natuurlijk samen met het onderwerp dat je studeert (hoe werkt dit? Waarom klopt deze overgang? Wat is de oorzaak van dit? Zoek verschillen of gelijkenissen.). Pas dit ook toe tijdens het maken van samenvattingen: vat je leerstof samen of parafraseer die zonder dat je initieel naar je bronnen te kijkt. Wel opletten dat je eigen uitleg klopt: controleer jezelf daarna ook op juistheid via je lesmateriaal of bij je leraar.

WANNEER? Deze techniek gebruik je best wanneer je al enige voorkennis hebt van het onderwerp. Het werkt bij een breed gamma aan vakken en leerstof, maar vooral bij feitelijke inhouden.

Andere effectieve leerstrategieën kan je bijvoorbeeld vinden via de website 'the Learning scientists'.