Boekenweek: het is bal!
Het is ieder jaar een hele klus om een nieuw boekenweekthema te bedenken. De CPNB, de organisatie die als sinds de jaren dertig van de vorige eeuw verantwoordelijk is voor de propaganda voor het boek, kiest elke keer ter gelegenheid van de Boekenweek een thema waarvan ze verwachten dat er veel publiciteit en veel nieuwe en heruitgaven van boeken uit te destilleren zijn, waardoor de boekverkoop even een boost krijgt. Maar zoveel publiciteit en zo negatief als dit jaar rondom het aan de dichter Nijhoff ontleende citaat 'de moeder de vrouw' was nu ook weer niet de bedoeling...
Ode aan de moeder, ode aan de vrouw…
De intentie was namelijk via de literatuur licht te werpen op het moederschap en het vrouw-zijn: het thema als ode. In dagblad Trouw van 25 juni 2018 schreef de hoofdredactie nog positief dat het een mooi en literair productief thema was, omdat iedereen immers een moeder heeft en er al vele prachtige romans en gedichten over moeders zijn geschreven.
Dat moge zo zijn, toch viel het thema niet in goede aarde. Er verscheen een protestbrief ondertekend door 300 auteurs (v/m) en personen uit het boekenvak. Dat had met twee kwesties te maken: met de keuze voor twee mannelijke auteurs voor het Boekenweekgeschenk (Jan Siebelink) en het Boekenweekessay (Murat Isik), en met het volgens sommigen ouderwetse, rolbevestigende thema. Vrouwen zijn toch meer dan alleen moeder!?
Welke auteur gaat het worden?
Waarom juist met dit thema geen vrouw gekozen om nu eens dat geschenk te schrijven? Sinds 2000 waren dat er voor het prestigieuze geschenk maar drie, terwijl het aandeel van vrouwelijke auteurs alleen maar toeneemt. Alhoewel vrouwen het merendeel van literaire publiek uitmaken, en er ook in de uitgeverij en boekwinkels vooral heel veel vrouwen werken, was het blijkbaar niet vanzelfsprekend om regelmatig een vrouwelijke auteur het geschenk te laten schrijven. De CPNB meende met de populaire auteurs Jan Siebelink en Murat Isik een goede keuze te hebben gemaakt en had al deze kritiek niet verwacht.
Er is uiteindelijk na alle gedoe een convenant gesloten tussen de CPNB en de actiegroep: men streeft vanaf nu naar een evenwichtige verdeling van vrouwelijke en mannelijke geschenkschrijvers. Wel wil de CPNB de mogelijkheid openhouden het ene jaar twee vrouwen te vragen voor geschenk en essay, het andere jaar twee mannen, waarbij nadrukkelijk de volledige balans (50/50) in deze verhouding over de jaren gegarandeerd wordt. Na vijf jaar zal dit besluit worden geëvalueerd.
De discussie over het thema heeft dus tot goede gesprekken geleid, mooie initiatieven vanuit het boekenvak én het plan ook een speciaal Boekenweekgedicht te laten schrijven bij het thema. De CPNB heeft inmiddels Ester Naomi Perquin, tot voor kort Dichter des Vaderlands, gevraagd dat gedicht te schrijven. Op 5 januari 2019 startte dagblad Trouw een tweewekelijkse serie waarin een aantal gerenommeerde Nederlandse dichters een nieuw gedicht presenteren. Bij het maken van dit gedicht lieten zij zich inspireren door het aan Martinus Nijhoff ontleende Boekenweekthema.
Boekenweek: strijd om de bal?
Wat laat deze kwestie zien? In het literaire bedrijf (of 'veld' om met de socioloog Bourdieu te spreken) vindt steeds opnieuw een strijd plaats over de macht en de bepalende posities. Literaire kwaliteit is maar deels aanwezig in een tekst, en is volgens Bourdieu vooral een sociale constructie. Door de eeuwen heen zijn vrouwelijke auteurs vaak populairder geweest dan hun mannelijke collega’s, maar ook altijd bekritiseerd en belachelijk gemaakt. Mannelijke 'poortwachters' bepalen vanuit heel strikte literatuuropvattingen hoe Literatuur eruit zou moeten zien en bezetten sleutelposities in het literaire veld als critici, jury's voor prijzen en tijdschriftredacties. Erica van Boven schreef daarover het verhelderende artikel 'De eeuwige verbinding tussen vrouwen, massa’s en middelmaat' in het tijdschrift De Gids.
Vrouwelijke auteurs krijgen volgens het recente proefschrift van Corina Koolen in 'Reading Beyond the Female' (2018) inderdaad minder aandacht in de literaire kritiek en ze krijgen minder vaak literaire prijzen. Coolen liet echter ook zien met behulp van computeranalyses van stilistische en thematische romankenmerken, dat er tekstueel niet echt verschillen zijn aan te wijzen tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs. De conclusie is dan ook, dat er zowel wat betreft genre, stijl als thematiek hardnekkige opvattingen heersen over wat vrouwelijk schrijven zou zijn. Het literaire ideaal is blijkbaar een mannelijk ideaal, dat steeds opnieuw wordt gereproduceerd door critici, jury's en ook de CPNB.
Waar niemand het over had rondom de keuze van de boekenweekauteur, is de vraag of het geslacht van een auteur er eigenlijk voor lezers toe doet. Er is vaak gesteld dat vrouwelijke lezers een voorkeur voor vrouwelijke auteurs zouden hebben. Dat zou - meer dan de literaire kwaliteit van hun werk - ook hun populariteit verklaren. Uit het onderzoek uit 2015 naar de boekenkeuze van hedendaagse leesclubs van Marjolein van Herten bleek, dat de grotendeels uit vrouwelijke leden bestaande leesclubs hier eigenlijk niet zo op letten. Ongeveer 35% van de door hen gelezen titels is geschreven door vrouwen. Dit percentage komt exact overeen met het aandeel van titels op de boekenlijsten van boekenclubs. Waar lezers (m/v) wel een voorkeur voor lijken te hebben, is de vraag of het boek een mannelijke of vrouwelijke hoofdpersoon heeft. En dat kan bij het boekenweekthema nog weleens verrassend uitpakken: gaan die boeken nu over de schrijvende zoons en dochters, of over hun moeder, of neemt moeder zelf de pen ter hand, zoals blijkt uit het boekenweekgedicht van Neeltje Maria Min voor Trouw?
Zie je zeg ik tegen mijn dochter die achter mij staat
hoe erg ik op mijn moeder ga lijken:
dat weerbarstige haar die vlekken die
ontevreden trekken rond de mond
wij maken ons op voor de toekomst
haar zoon moet naar school en naar voetbal
de voordeur staat wagenwijd open
wij lopen de loper af
mijn oud gezicht blijft nog lang
in de gangspiegel hangen.
Dr. Lizet Duyvendak, universitair hoofddocent Letterkunde en vakgroepvoorzitter Kunstgeschiedenis en Letterkunde.
Lizet Duyvendak is onder andere gespecialiseerd in de moderne Nederlandse letterkunde, de hedendaagse poëzie en poëzie in de openbare ruimte, vrouwen en literatuurgeschiedenis, leesgezelschappen en bibliotheken en canonvorming. Daarnaast is zij examinator van bachelor- en masterscripties en copromotor van proefschriften.
Meer webcolumns