Een burn-out voorkomen. Hoe doe je dat?
Of je nou twintig of tachtig uur werkt. Tweede Kamerlid, onderwijzer of vrachtwagenchauffeur bent. Een burn-out kan iedereen treffen. Door zelf op tijd het heft in handen te nemen, kun je voorkomen dat het jou ook gebeurt. Mits, en dat is heel belangrijk, de werkgever je steunt en de ruimte geeft.
Deze conclusie trekt promovendus Madelon Otto in haar proefschrift 'Proactieve Burn-out Preventie, Hoe werknemers kunnen bijdragen aan de preventie van burn-out'. Otto schreef haar proefschrift voor de faculteit Psychologie aan de Open Universiteit.
1,3 miljoen mensen met burn-out klachten
Het percentage werknemers met een burn-out is al jaren hoog, vooral in het onderwijs en de zorg. In 2019 is bekend dat 17% van de Nederlandse werknemers kampte met burn-out klachten. Zo’n 1,3 miljoen mensen krijgt er jaarlijks mee te maken.
Zelf-geïnitieerde acties van werknemers kunnen helpen om een burn-out te voorkomen, stelt Otto vast. 'En daar moet meer aandacht voor komen. Want een burn-out heeft ernstige gevolgen voor het psychisch en fysiek welzijn van mensen. Iemand met een burn-out is gemiddeld driekwart jaar thuis. Dat is vervelend voor die persoon, maar ook voor werkgevers en de samenleving als geheel. De gevolgen van burn-out kosten onze maatschappij 3,1 miljard per jaar; het voorkomen ervan is dus van groot belang.'
Waarom overkomt het de een en de ander niet
Voor de oplossing wordt vaak richting werkgevers gekeken, volgens Otto. 'Die hebben de taak om werknemers te beschermen tegen werkstress. Zelf werkte ik jaren als HR-manager en had veel te maken met mensen die uitvielen door burn-out. Natuurlijk wil je dan weten: wat had ik kunnen doen om dit te voorkomen? Maar je denkt ook: iedereen heeft dezelfde werkomstandigheden, waarom gebeurt het de een wel en de ander niet? Had de werknemer zelf iets kunnen doen om dit voor te zijn?'
'Van de arbodienst komt vaak alleen informatie over hoe mensen beschermd kunnen worden tegen stress. Interventies van leidinggevenden hebben ook kleine, blijvende resultaten. Maar informatie over de dingen die werknemers zélf wellicht zouden kunnen doen om zichzelf te behoeden voor een burn-out worden soms gemist. In hun baan, maar ook privé. Dat laatste is belangrijk: beide factoren zijn van invloed op het ontstaan van een burn-out.'
Polsen of alles nog goed gaat
Otto voerde vier studies uit en nam vragenlijsten af bij meer dan duizend werknemers. Daaruit blijkt dat werknemers wel degelijk zelf acties (kunnen) ondernemen om een burn-out te voorkomen.
Maar voordat we daarop inhaken: wanneer spreek je eigenlijk over een burn-out? Heel in het kort: als je zó extreem moe en ontregeld bent dat je niet meer wilt en kunt werken. Je bent fysiek en mentaal in één woord uitgeput.
Dat gebeurt niet plots, wat veel mensen denken. Burn-out ontstaat langzaam - je begint foutjes te maken, wordt sneller boos, kan thuis niet afschakelen. Meestal als gevolg van hoge eisen op het werk en/of thuis in combinatie met verlies van zogenaamde hulpbronnen.
Hulpbronnen zijn de dingen die je energie geven, waarmee je de accu oplaadt. Denk aan autonomie, controle, sociale steun, zekerheid, gezond eten, ontspanning en beweging. De boog kan knappen als de werkdruk toeneemt en hulpbronnen opraken. Stel: je zit middenin een reorganisatie, krijgt minder ruimte van je nieuwe baas en moet tegelijkertijd mantelzorg verlenen én voor de kinderen zorgen. Dan is het oppassen geblazen.
Doe iets wat je energie geeft
Wat kunnen werknemers thuis en op het werk doen om een burn-out te voorkomen? Hou bijvoorbeeld zelf de vinger aan de pols: hoe zit ik in mijn vel? Op het werk maar ook thuis. Lopen een of meerdere facetten uit je leven niet lekker dan is het tijd om proactief acties te ondernemen. Denk aan hulp vragen aan je leidinggevende, grenzen aangeven, schuiven met werktijden en taken. Ook thuis en gericht op jezelf kun je proactief actie ondernemen om stress te verminderen. Bijvoorbeeld minder sociale afspraken maken als je het even druk hebt met werk, gezond eten en elke dag bewegen.
Belangrijk is dat mensen zich bewust worden van het risico dat ze lopen op een burn-out. Dat ze niet denken: joh, dat overkomt míj toch niet. En leren om de eerste signalen te herkennen. Als je eenmaal burn-out klachten hebt, wordt het steeds moeilijker om er iets aan te doen en de accu op te laden.
Veilige werkomgeving
En de werkgever? Kan die nu dan lekker achteroverleunen? Nee, de werkgever heeft een belangrijke faciliterende en signalerende rol. Alleen in een veilige omgeving durven werknemers proactief actie te ondernemen om een burn-out te voorkomen. Jezelf kwetsbaar opstellen doe je niet als je baan op de tocht staat of in een harde werkcultuur van niet-zeuren-maar-doorgaan. De werkgever moet werknemers stimuleren om grenzen aan te geven. Ruimte en autonomie bieden om dingen te veranderen. Daarnaast signalen van burn-outklachten herkennen om tijdig het gesprek aan te gaan.
Op dat vlak is nog voldoende werk aan de winkel. Het blijft belangrijk om kennis over te dragen over dit thema en interventies te ontwikkelen waarmee werkgevers hun werknemers kunnen stimuleren op zo’n manier te werken en leven dat de burn-out geen kans krijgt.