De geloofwaardigheid van fictie
Anonimisering
De fictie van een schrijver en de non-fictie van een wetenschapper zijn twee heel verschillende zaken. Dat dacht in ieder geval de Amsterdamse hoogleraar politieke antropologie Mart Bax. In zijn onderzoek naar het Brabantse klooster Elsendal kwam naar voren dat conflict en rivaliteit kenmerkend waren voor het kloosterleven. Bijvoorbeeld toen er tussen 1967 en 1974 revolutionaire veranderingen plaatsvonden, die kloosterpriesters aan de ene kant en lekenbroeders aan de andere kant heel verschillend interpreteerden. Bax verwees naar theorieën van geleerde sociologen om zijn stellingname te onderbouwen. Naar eigen zeggen stonden zijn bevindingen in scherp contrast met het beeld dat oprees uit fictionele teksten. In volksverhalen en romans werd het klooster namelijk verbeeld als een plek van traditie, orde, continuïteit, harmonie en broederlijke liefde. Toch was Bax niet helemaal wars van fictie. Het klooster dat hij Elsendal noemde heette eigenlijk anders en hij gebruikte fictieve namen voor zijn belangrijkste informanten, met als argument dat die anoniem wilden blijven.
Anonimisering door het gebruik van fictieve namen is een strategie die veel antropologen toepassen. Maar er is ook een risico aan verbonden. Het valt namelijk niet goed te controleren of wat de onderzoeker beweert waar is. Hij of zij kan zijn bevindingen evengoed verzonnen hebben. En dát is precies waarvan Bax beticht werd door collega’s. Hij zou anonimisering als dekmantel hebben gebruikt voor een gemanipuleerd verslag van de werkelijkheid, voor aanpassingen die goed pasten in zijn theorie over de geschiedenis van rivaliteit en conflict in religieuze kringen. Een speciaal ingestelde commissie kwam iets meer dan tien jaar geleden tot de conclusie dat Bax’ wetenschappelijke werk te weinig duidelijkheid biedt over zijn werkwijze. Ze kon echter niet met zekerheid vaststellen dat de antropoloog bewust elementen had verzonnen.
De mogelijkheden van fictie
Betekent dit dat elke vorm van fictie verbannen moet worden uit de wetenschap? Collega-antropologen van Bax zetten regelmatig fictie in. Niet alleen vanwege het voordeel van anonimisering, maar ook omdat fictie mogelijkheden biedt tot een typerende uitbeelding van de realiteit. Het combineren van bepaalde gebeurtenissen zorgt er bijvoorbeeld voor dat een beschrijving niet één op één terug te voeren is op een voorval, maar wel dieper inzicht in de sociale realiteit verschaft. Zo kunnen daadwerkelijk bestaande spanningen en conflicterende perspectieven goed zichtbaar gemaakt worden, zonder dat elk detail precies overeen hoeft te stemmen met de werkelijkheid.
Toch kun je je afvragen: lijdt feitelijkheid hier niet onder een zogenaamd hogere waarheid? De Franse antropoloog Didier Fassin meent dat de verzekering dat een beschrijving overeenstemt met wat is waargenomen, cruciaal is om de geloofwaardigheid van een tekst vast te stellen. Dit heeft ook belangrijke morele en politieke consequenties. Het is immers op grond van duidelijkheid over de beschreven realiteit dat een antropologische tekst - of welke andere wetenschappelijke tekst dan ook - een zekere autoriteit geniet en invloed kan uitoefenen op academische en publieke debatten.
Het gebruik van fictieve namen en het combineren van gebeurtenissen omwille van vertrouwelijkheid, maakt dat onderzoekers over precaire onderwerpen kunnen schrijven. Ze leggen zodoende bloot wat door het nastreven van maximale transparantie paradoxaal genoeg verborgen zou blijven. In de wetenschap moet echter steeds duidelijk zijn hoe tekst en werkelijkheid zich tot elkaar verhouden. Dit vraagt om een heldere verantwoording van de gehanteerde methode. Daarin verschilt de wetenschap van volksverhalen en romans. Zulke teksten vormen, anders dan Bax stelt, wel degelijk een goede bron voor de antropoloog. Verhalende fictie richt zich immers niet op de feiten, maar reikt visies aan op de mens en zijn wereld. Terwijl het werk van Bax vanwege zijn wetenschappelijke pretenties een dubieus karakter kreeg, zijn de door hem geringschatte volksverhalen en romans nog steeds relevant door de perspectieven die ze bieden op onalledaagse gebeurtenissen en de dagelijkse realiteit.