null Discriminerend pesten: hoe pak je het aan?

PSY_Pesten_28089_head_large.jpg

Discriminerend pesten: hoe pak je het aan?

Pesten is altijd schadelijk, maar discriminerend pesten gaat nog dieper. 'Kinderen die worden gepest op basis van vooroordelen, leren dat hun 'soort' er niet bij hoort', legt Roy Willems, universitair docent aan de faculteit Psychologie van de Open Universiteit, uit. 'Dat heeft op lange termijn grote gevolgen voor hun gezondheid, hun ontwikkeling en toekomstperspectieven.'

Pesten kan zich uiten op verschillende manieren, zoals uitschelden, roddelen of cyberpesten, maar soms ook slaan, schoppen of spullen afpakken. 'We spreken van pesten als het gedrag wordt herhaald en als er sprake is van machtsongelijkheid: de pester is sterker dan het slachtoffer', zegt Roy Willems. 'Bij discriminerend pesten gaat het niet om de persoon zelf, maar om de groep waartoe je behoort. Het pesten richt zich dan op het geloof, seksuele geaardheid, etniciteit of bijvoorbeeld een handicap van de gepeste. Zo krijgen slachtoffers niet eens de kans om te worden gewaardeerd voor wie ze zijn.'

Vooroordelen

Een recent rapport van de Kinderombudsman geeft aan dat 30% van de kinderen wordt gepest op discriminatiegronden. Roy haalt het voorbeeld aan van Amina, een meisje met Marokkaanse ouders, dat op school herhaaldelijk wordt gepest. Klasgenoten zeggen dingen als 'ga terug naar je eigen land', maken grapjes over haar kledingdracht of accent, of pakken haar hijab af. 'Dit voorbeeld van Amina weerspiegelt wat we ook in de bredere samenleving zien: vooroordelen over mensen met een migratieachtergrond. Het pestgedrag versterkt deze vooroordelen, omdat andere leerlingen het zien en zo leren dat het normaal is om mensen met een andere afkomst als minderwaardig te behandelen. Zo wordt een maatschappelijk probleem - discriminatie - 'klein gemaakt' en herhaald op de schoolspeelplaats. En tegelijkertijd maakt dat discriminerende pesten het maatschappelijke probleem erger, omdat kinderen deze houding meenemen naar hun volwassen leven.’

Rol leerkrachten

Bij het voorkomen en tegengaan van discriminerend pesten spelen ouders en leerkrachten een grote rol. 'Kinderen zien wel al op jonge leeftijd dat er verschillende groepen zijn, maar het waardeoordeel daarover komt pas later', vertelt Roy. 'Dat begint vanaf ongeveer groep 7 of 8, als kinderen het belangrijk gaan vinden om bij een groep te horen. Dat is een goed moment om deze vorm van pesten te behandelen in de klas, bijvoorbeeld met behulp van lesmaterialen zoals serious games en klassikale opdrachten als rollenspellen.'

'Een goede aanpak begint ermee dat een leerkracht zich meer bewust is van deze vorm van pesten, waar het vandaan komt, en welke impact het heeft op de identiteit van kinderen. Ook is het belangrijk dat leerkrachten zich bewust zijn van mogelijke eigen opvattingen of vooroordelen over bepaalde groepen. Daarnaast vinden docenten het vaak ongemakkelijk om in de klas te praten over gevoelige thema's als racisme of homoseksualiteit. Ze kunnen zichzelf misschien lastig verplaatsen in een andere geaardheid, of zijn bang om iets racistisch te zeggen. Maar het niet benoemen van discriminerend pesten is extra schadelijk en bevestigt voor het slachtoffer dat 'zijn groep' er niet bij hoort. Dus is het belangrijk om dat ongemak te accepteren. Je kunt het slachtoffer vragen hoe het voor hem is, zodat je de situatie beter leert begrijpen. Wees ook open naar alle leerlingen en omarm de diversiteit. De norm die je zelf stelt, sijpelt namelijk door naar de leerlingen.'

Vroeg bespreken

Belangrijk is dat de school, waar de leerkracht onderdeel van uitmaakt, discriminatie standaard opneemt in het bestaande sociale veiligheidsprotocol. Ook is het zaak dat de school aandacht heeft voor diversiteit in het curriculum. Dat betekent dat lesmaterialen en de voorbeelden die erin staan de diversiteit van onze maatschappij weerspiegelen. 'De school moet voldoende trainingsmaterialen bieden om leerkrachten meer bewust te laten worden van het probleem en hen vaardigheden aan te leren om het gevoelige thema van discriminatie te bespreken en aan te pakken. Dit geldt voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs.'

Het tegengaan van discriminerend pesten begint dus met het zo vroeg mogelijk bespreken ervan. 'Daarbij is het belangrijk dat de leerkracht en de leerlingen samen nieuwe klasnormen opstellen en hier naar handelen', aldus Roy. 'Laat als leerkracht ook zien dat je je aan deze afspraken houdt. Als leerlingen zien dat discriminatie niet wordt getolereerd, versterkt dat hun gevoel van vertrouwen en inclusie.'

Rol ouders

Ouders kunnen op meerdere manieren te maken krijgen met discriminerend pesten: hun kind kan dader, omstander of slachtoffer zijn. Het lastige is, dat kinderen hun ideeën vaak ontwikkelen uit de omgeving waar ze opgroeien. Toch is erover praten altijd een goed idee, meent Roy. 'Als jouw kind anderen pest, probeer dan te achterhalen waarom dat gebeurt. Bespreek de vooroordelen die er leven. Leg uit dat discriminatie niet oké is en trek dat door naar het pestgedrag. Geef aan hoe belangrijk het is dat een kind, ook jouw kind, zich veilig voelt.' Ook als je kind wordt gepest, is het belangrijk te ontdekken waarom dat zo is. Het is altijd goed om het pestgedrag op school aan te kaarten, maar als het pesten is op grond van discriminatie, bespreek dan met de schoolleiding hoe zij discriminatie behandelt. Is je kind getuige van pesten, ga ook dan als ouder het gesprek aan. 'Door niet in te grijpen, geef je een verkeerd signaal af. Leer je kind dat iedereen evenveel waarde heeft en dat je iedereen gelijk dient te behandelen. Misschien wil je kind een slachtoffer van pesten helpen. Dat kan bijvoorbeeld door de pester af te leiden, het slachtoffer uit de situatie te halen, het slachtoffer te troosten of door de leerkracht te informeren. Maar in alle gevallen geldt: grijp alleen in als je jezelf veilig voelt.'