null Hedendaagse Beeldenstormen: opstand tegen erfgoed

CW_CultureelErfgoed_Palmyra_head_large.jpg

Hedendaagse Beeldenstormen: opstand tegen erfgoed

Webcolumn Cultuurwetenschappen - door Pieter de Bruijn - oktober 2018

In 2017 vond in de Amerikaanse stad Dallas (Texas) een gebeurtenis plaats die zowel letterlijk als figuurlijk veel stof deed opwaaien. Een enorme hijskraan lichtte een standbeeld van een op een paard gezeten Robert E. Lee van zijn voetstuk, dat vervolgens op een trailer werd afgevoerd. Het monument was in 1936 opgericht ter ere van Lee’s daden tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Als opperbevelhebber van het leger van de zuidelijke staten had hij een aantal grote successen geboekt tegen de Unie van noordelijke staten in een oorlog die vooral ging over de afschaffing van de slavernij. De monumenten van Lee - die voor een groot deel ook nog eens waren opgericht tijdens een periode van per wet afgedwongen raciale segregatie in het zuidelijk deel van de Verenigde Staten - werden door velen gezien als een symbool van verdeeldheid, slavernij en racisme.

Het debat hierover laaide op toen in 2015 een 21-jarige man in een schietpartij negen Afro-Amerikaanse kerkgangers vanuit raciale motieven vermoordde. Diverse steden besloten daarop de standbeelden van Lee te verwijderen. Twee jaar later leidden dergelijke acties op zichzelf weer tot gewelddadige protesten van extreemrechtse bewegingen in de staat Virginia. Maar er zijn ook mensen die op een gematigde manier tegen deze hedendaagse 'beeldenstorm' protesteren. Zij zien de standbeelden als onderdeel van het cultureel erfgoed van de Verenigde Staten waar niet aan mag worden getornd.

Discussies en maatschappelijke context

De kwestie over de standbeelden van Robert E. Lee is een voorbeeld van een opstand tegen erfgoed die zelfs een gewelddadige vorm aanneemt. Dat erfgoed kan leiden tot felle discussies zien we echter op meer plaatsen. Zo is er in eigen land steeds meer discussie over Jan Pieterszoon Coen, die onder andere door middel van een standbeeld in de Noord-Hollandse stad Hoorn en een tunnel in Amsterdam wordt herdacht. Dat onder leiding van deze gouverneur-generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) in 1621 circa 15.000 bewoners van de Indonesische Banda-eilanden werden vermoord, is een feit dat de laatste jaren weer vaker in herinnering wordt geroepen. In Brussel is het standbeeld van de Belgische koning Leopold II - onder wiens leiding aan het einde van de negentiende eeuw ernstige gruweldaden plaatsvonden in Congo - enkele malen beklad. Maar conflicten over erfgoed gaan niet uitsluitend over tastbare zaken. Ook tradities en rituelen kunnen opstand oproepen. Denk bijvoorbeeld aan de discussie over zwarte piet als onderdeel van het sinterklaasfeest: een debat dat we misschien op zichzelf al als een traditie zouden kunnen beschouwen.

De boodschap die een erfgoedobject of -praktijk uitdraagt kan dus door mensen op verschillende wijzen worden ontvangen en geïnterpreteerd. In welke mate dat leidt tot conflicten is afhankelijk van de maatschappelijke context. Zo hebben alle hiervoor genoemde voorbeelden gemeen dat ze verwijzen naar een koloniaal verleden. Gezien het feit dat veel westerse samenlevingen als gevolg van processen van mondialisering, dekolonisatie en migratie steeds multicultureler zijn geworden, is dat misschien niet zo vreemd. Of het erfgoed met de tijd mee verandert en de boodschap wordt aangepast, hangt ook af van die context. Zo wordt de verwijdering van standbeelden van Robert E. Lee in sommige staten - bewust of door bestaande wetgeving - actief tegengewerkt. Bij het monument voor Jan Pieterszoon Coen in Hoorn is gekozen voor een klassiek Nederlands compromis. Het beeld is in zijn oorspronkelijke vorm blijven staan, maar de gemeente heeft wel een tekstbordje aan de sokkel toegevoegd om de daden van dit historisch figuur nader te duiden. De tijd zal leren of dit genoeg is om opstanden tegen het standbeeld in de toekomst te voorkomen.

Vernietiging als strategie

Dat erfgoed een boodschap uitdraagt en voor mensen een sterke symbolische waarde kan hebben, realiseren zich ook groeperingen die vanuit strategische motieven een 'beeldenstorm' tegen erfgoed beginnen. Zo voeren terroristische bewegingen in het Midden-Oosten ook een strijd tegen westerse culturele waarden door het vernietigen van plaatsen en objecten die de status hebben van UNESCO Werelderfgoed. Zo besloot de Islamitisch-fundamentalistische beweging Taliban om twee monumentale Boeddhabeelden uit de zesde eeuw na Christus in de Afghaanse Bamyan-vallei op te blazen: een actie die wel is geïnterpreteerd als een aanval op het westerse concept van 'cultureel erfgoed'. Eenzelfde lot onderging de oude stad Palmyra in Syrië toen de jihadistische beweging Islamtische Staat (IS) in 2015 diverse tempels en gebouwen tot ontploffing bracht. Deze 'Stad van Duizend Zuilen' stond al sinds 1980 ingeschreven als archeologische plaats op de werelderfgoedlijst. Daarmee wisten zij het westen in zijn culturele hart te raken. Want dat cultureel erfgoed belangrijk is om te bewaren voor het heden en de toekomst, is een besef dat zich sinds de negentiende eeuw in westerse samenlevingen heeft verankerd en zich via internationale verdragen in een specifieke vorm over de wereld heeft verspreid. Opstand daartegen leidt dan ook niet altijd direct tot grote aanpassingen en veranderingen.

Meer weten?

Als u meer wilt weten over het begrip 'cultureel erfgoed', de criteria die daarbij een rol spelen en de wijze waarop de zorg voor erfgoed in Nederland is georganiseerd, dan kunt u gratis de online cursus Cultureel erfgoed: van Paleis Soestdijk tot Sinterklaas volgen.

Wilt u meer de diepte ingaan? Overweeg dan de bacheloropleiding Algemene Cultuurwetenschappen waarin u in bredere zin leert om cultuuruitingen te analyseren, interpreteren en contextualiseren. In de nieuwe postpropedeusecursus Oordelen over cultureel erfgoed staat specifiek de relatie tussen erfgoed en identiteit, de ontwikkeling van de monumentenzorg, het proces van canonisering, en discussies over de beleving van het verleden in musea centraal.

Pieter de Bruijn, universitair docent, onder andere gespecialiseerd in Cultureel erfgoed; erfgoedonderwijs; museale representatie van het verleden; historische cultuur; herinneringscultuur van het slavernijverleden, de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust.