Zelfstigmatisering
Als mensen besluiten tot een geslachtsverandering die past bij hoe zij zich altijd hebben gevoeld, doen ze dat niet lichtvaardig. Maar vaak hoeven ze niet te rekenen op begrip van hun omgeving; die kan bevooroordeeld en zelfs veroordelend reageren. Het kan gaan om 'grappen' maar ook om uitsluiting, zelfs in familiekring, om intimidatie en geweld. Transgenders krijgen te maken met een stigma dat zo sterk kan zijn dat ze soms de schuld daarvoor bij zichzelf zoeken en de transfobie internaliseren, wat kan leiden tot zelfstigmatisering.
Vragenlijsten
De Reus legde 128 volwassen transgenders (66 transmannen en 62 transvrouwen) een aantal vragenlijsten voor waarmee zelfstigmatisering en verschillende vormen van coping in kaart werden gebracht. Coping is de manier waarop mensen omgaan met (psychische) problemen. De Reus onderzocht de werking van algemene coping (actieve emotiegerichte coping, actieve probleemgerichte coping en vermijdende coping), van (positieve en negatieve) religieuze coping en van spirituele coping.
Relatie zelfstigmatisering en coping
De Reus vond een sterke relatie tussen zelfstigmatisering, geïnternaliseerde transfobie en psychische klachten. Ook vond hij dat twee vormen van coping daarbij een significante rol kunnen spelen: vermijdende coping en spirituele coping. Vermijdende coping (zoals het probleem uit de weg gaan) kan het zelfstigma en de psychische klachten versterken, terwijl spirituele coping een gunstig effect kan hebben. Met spirituele coping, een in gedragsmatige, affectieve en/of cognitieve vorm geconcretiseerde spiritualiteit, kan zingeving worden hersteld, versterkt of vergroot met het oog op persoonlijk welbevinden. Spirituele coping is zo breed als het terrein van de spiritualiteit dat zich kan uitstrekken van meditatie, healing, muziek tot paranormale ervaringen en magisch denken en handelen. Ook religiositeit valt er onder. Religieuze coping kan dan ook als één van de vormen van spirituele coping worden gezien.
Meer kijken naar spirituele coping
De Reus zegt dat het is aan te bevelen om vervolgonderzoek te doen met het oog op het ontwikkelen van klinische interventies die zelfstigmatisering van transgenders kunnen reduceren. Daarbij verdient spirituele coping aandacht.