The Plot Against America: Philip Roths spel met fictie en werkelijkheid
Charles Lindbergh
Bij de Amerikaanse verkiezingen van 1940 schuiven de republikeinen op het laatste moment een verrassende kandidaat naar voren als tegenstander van de zittende president Franklin Roosevelt: Charles Lindbergh, de legendarische luchtvaartpionier die in 1927 wereldberoemd werd door als eerste solo over de Atlantische Oceaan te vliegen. De razend populaire Lindbergh is een van de aanjagers van het America First Committee (AFC), dat een isolationistische politiek voorstaat, Amerika buiten de Tweede Wereldoorlog wil houden en goede betrekkingen met nazi-Duitsland onderhoudt. Het gedachtegoed van het AFC, waar ook automobielmagnaat Henry Ford een actieve rol in speelt, is uitgesproken antisemitisch: Lindbergh beschuldigt de Joden ervan Amerika mee te willen slepen in een 'Joodse oorlog' waar het niets bij te winnen heeft.
Met de slogan 'Stem op Lindbergh, of stem voor de oorlog' wint Lindbergh de verkiezingen met grote overmacht. Eenmaal president zet hij direct een isolationistische koers in. Hij tekent een verdrag met nazi-Duitsland waarin hij belooft zich niet te bemoeien met de Duitse expansie in Europa. Een jaar later vindt in het Witte Huis een staatsdiner plaats ter ere van Joachim von Ribbentrop, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken. Ondertussen wordt het leven voor de Joodse gemeenschap in de VS langzaam moeilijker. Ford, die minister van Binnenlandse Zaken is geworden, houdt zich bezig met 'het Joodse vraagstuk'. Er wordt een speciaal overheidsprogramma 'Just Folks' opgezet met als doel om Joodse kinderen te 'Amerikaniseren' door ze een tijd op te nemen in andere families. Joodse gezinnen worden via overplaatsingen op het werk gedwongen te verhuizen naar andere delen van het land. Sommige vooraanstaande Joden werken mee met deze geleidelijke culturele genocide, uit opportunisme of omdat ze denken op deze manier erger te kunnen voorkomen.
Het duurt niet lang voordat het verder uit de hand loopt. De invloedrijke Joodse radiocommentator en criticus van de regering Walter Winchell wordt na een toespraak neergeschoten. Wanneer president Lindbergh plots verdwijnt, worden 'Joodse provocateurs' beschuldigd van een complot om Amerika moreel te ondermijnen en de macht te grijpen. In Joodse buurten worden winkels geplunderd en ramen ingegooid, er vindt een aanslag met molotovcocktails plaats op een synagoge, en bij antisemitische rellen vallen meer dan honderd doden. Vice-president Wheeler en minister Ford laten prominente Joden die zich uitspreken tegen de regering, zoals de burgemeester van New York La Guardia, arresteren en opsluiten. Ex-president Roosevelt wordt 'voor zijn eigen veiligheid' in hechtenis genomen.
Alternative history
Het hierboven beschrevene is natuurlijk fictie: het zijn de gebeurtenissen zoals ze zich ontvouwen in Philip Roths roman The Plot Against America (2004), die de basis vormde voor de gelijknamige HBO-serie uit 2020. Tegelijk is de scheidslijn tussen feit en fictie dun en lopen de twee op allerlei manieren in elkaar over. De roman zit vol met historische feitelijkheden: tientallen personages erin, waaronder Lindbergh, Ford, Winchell en La Guardia, hebben bestaan en hadden de overtuigingen die ze in de roman naar voren brengen. Ook de America First organisatie bestond en propageerde een isolationistische politiek. Lindbergh had daadwerkelijk antisemitische ideeën en sympathiseerde tot op zekere hoogte met nazi-Duitsland. Er waren destijds invloedrijke republikeinse senatoren die graag wilden dat hij het in de verkiezingen tegen Roosevelt zou opnemen. Daar kwam het niet van, maar Lindbergh was wel actief voor het AFC en hield in 1941 een toespraak waarin hij de Joden ervan beschuldigde Amerika de oorlog in te willen slepen.
The Plot Against America is een voorbeeld van wat 'alternative history' wordt genoemd, het genre waarin een historisch gedachtenexperiment wordt gedaan: 'wat als het destijds anders was gelopen?' Roths alternatieve geschiedenis is echter veel meer dan een vrijblijvend spel met feit en fictie. Roth schreef zijn roman in de nasleep van 9/11, toen er in Amerika sprake was van een duidelijk toegenomen politiek en publiek wantrouwen tegen culturele minderheden. De 'Patriot Act' gaf de overheid grote nieuwe bevoegdheden die de stigmatisering en marginalisering van minderheden sterk in de hand werkten. De roman kan onder andere gelezen worden als een commentaar op deze ontwikkelingen. In het tijdperk van Trump lijkt Roths roman zelfs nog actueler en urgenter te zijn geworden. De historische parallellen dringen zich op: Trump versus Lindbergh als volksmenners die de gevoelens bespelen van gewone mensen die het moeilijk hebben om zich staande te houden; de 'America first' slogan van Trump versus de gelijknamige organisatie van toen; de sympathie van Lindbergh voor nazi-Duitsland versus de sympathie die Trump heeft voor autocratische leiders; het aanwijzen van een zondebok, de joden bij Lindbergh en de buitenlanders bij Trump; enzovoorts.
Spel met feit en fictie
The Plot Against America biedt een voorbeeld van wat Milan Kundera 'de wijsheid van de roman' noemde: meer dan de wetenschap of de filosofie is het volgens hem de roman die ons iets kan leren over de aard van de mens. Door het vermengen van fictieve elementen met historische gebeurtenissen toont Roth het gemak waarmee bepaalde tijdloze mechanismen opnieuw in werking zouden kunnen treden: altijd weer bestaat de kans dat populisten zondebokken aanwijzen als schuldigen voor de problemen in een land, dat mensen zich door hen laten ophitsen tot haatgevoelens, en dat de boel vervolgens verder ontspoort. Via een spel met feit en fictie waarschuwt de roman voor gevaren die in onze tijd opnieuw zeer reëel zijn, zowel in de Verenigde Staten als in Europa.