null Wat maakt beeldende therapie succesvol bij persoonlijkheidsstoornissen?

PSY_Symposium_ErvaringInzicht_head_large.jpg
Gezondheid
Wat maakt beeldende therapie succesvol bij persoonlijkheidsstoornissen?
Cliënten met een persoonlijkheidsstoornis ervaren veel profijt van beeldende therapie. Dat blijkt uit onderzoek dat werd uitgevoerd door vijf instellingen, waaronder de Open Universiteit. Het leverde voor het eerst een duidelijk beeld op van waar zo'n therapie aan moet voldoen om succesvol te zijn.

Samen met anderen je emoties tot uitdrukking brengen op doek, in klei of in een andere vorm van creatieve expressie: dat ligt voor de meeste mensen een heel eind buiten de vertrouwde comfortzone. Voor cliënten met een persoonlijkheidsstoornis (zoals bijvoorbeeld borderline of obsessieve compulsieve stoornissen) is dat vaak nog eens extra lastig. Maar zij hebben meestal wel veel baat bij de therapeutische toepassing ervan. In het grootschalige vragenlijstonderzoek onder 528 patiënten in verschillende grotere GGZ-instellingen gaf meer dan 95 procent aan profijt te hebben van aanvullende beeldende therapie. Overtuigende steun dus voor de veelvuldige toepassing van dat soort therapie bij persoonlijkheidsstoornissen.

Sociaal en emotioneel functioneren

Het onderzoek, waaraan namens de Open Universiteit werd meegewerkt door bijzonder hoogleraar Susan van Hooren, leverde een schat aan data op. Daarmee konden de onderzoekers dieper inzoomen op de werkzame bestanddelen van beeldende therapie. Die bleek volgens de deelnemende cliënten bevorderlijk voor het sociaal en emotioneel functioneren. De meeste vonden dat vooral hun expressie van emotie, zelfbeeld en autonomie erop vooruit gingen. Toen de deelnemers na drie maanden nogmaals naar hun ervaringen werd gevraagd waren die in het algemeen zelfs nog positiever.

Niet-oordelende houding

Opvallend was dat de beeldende therapie door uiteenlopende patiënten als even waardevol werd ervaren. Leeftijd, geslacht en type persoonlijkheidsstoornis bleken weinig uit te maken. De onderzoekers concluderen dat de aanvullende behandeling dus ingezet kan worden bij een brede groep cliënten. Toch wordt niet elke beeldende therapie als even effectief ervaren. Die blijkt vooral succesvol als de therapeut een niet-oordelende houding aanneemt. De cliënt moet bovendien het gevoel hebben serieus genomen te worden, vrijheid van expressie te krijgen en tegelijkertijd een duidelijke structuur te worden geboden. De resultaten van de studie bieden daarmee dus goede aanknopingspunten om beeldende therapie optimaal in te kunnen zetten.

Het onderzoek werd gepubliceerd in het tijdschrift Frontiers in Psychology.