null Geheugenpsychologie helpt bij formatief toetsen

OW_formatief_toetsen_17250_head_large.jpg
Leren
Geheugenpsychologie helpt bij formatief toetsen
Tussentijdse toetsen worden in het onderwijs veelvuldig gebruikt om het leren te stimuleren. Dat kan op veel verschillende manieren. Een tussentijdse toets geeft bijvoorbeeld inzicht in welke stof al wel, en welke nog niet beheerst wordt, het zet aan tot regelmatiger studiegedrag en draagt bij aan de studenttevredenheid. Docenten stoeien echter vaak met vragen rondom het ontwerp van dit soort toetsen: moet ik meerkeuzevragen gebruiken, of juist open vragen? Wanneer moet ik de tussentijdse toets aan studenten geven? Is een oefentoets voldoende? Antwoorden op dit soort vragen worden gegeven in de literatuur over retrieval practice waarin tussentijdse toetsen gebruikt worden om het onthouden van informatie te verbeteren.

Retrieval practice en distributed practice

In de geheugenpsychologie wordt al decennialang onderzoek gedaan naar de effecten van retrieval practice op leren, ofwel het oefenen met het (meermaals) tussentijds ophalen van informatie uit het geheugen. Naast retrieval practice speelt ook distributed practice een belangrijke rol: het spreiden van oefening met leermateriaal over de tijd leidt tot een beter geheugen voor dat materiaal dan het concentreren van de oefening in één oefensessie. De literatuur laat zien dat het zowel bij retrieval practice als bij distributed practice gaat om een robuust effect, waarmee het onderwijspraktijk zijn voordeel kan doen.

Tien richtlijnen

Echter, deze kennis wordt nauwelijks gebruikt bij het ontwerpen van tussentijdse toetsen in de onderwijspraktijk. Voor Kim Dirkx, Desirée Joosten-ten Brinke en Gino Camp, verbonden aan de faculteit Onderwijswetenschappen van de Open Universiteit, was dat reden om te kijken hoe beide terreinen bij elkaar te brengen zijn. Ze voerden een uitgebreide reviewstudie uit met als resultaat wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen voor het ontwerpen van formatieve toetsen, ontleend aan de geheugenpsychologie.

Ze kwamen tot de volgende tien richtlijnen:

  1. Gebruik formatieve toetsen in verschillende domeinen en bij verschillende soorten leermaterialen (bijv. teksten, woordjes, sommen, presentaties en video’s) om leren te stimuleren;
  2. Gebruik formatieve toetsen in elk geval voor onthouden, begrijpen, en toepassen van informatie;
  3. Stem het niveau en de inhoud van de formatieve toets af op de eindtoets;
  4. Kies voor een combinatie van open- en gesloten vragen bij formatieve toetsen;
  5. Als je formatief toetst, zorg dan dat je in de feedback het goede antwoord geeft;
  6. Zet een formatieve toets pas in na een initiële leerfase;
  7. Toets dezelfde stof minstens één keer maar maximaal drie keer;
  8. Spreid de toetsen uit over de tijd;
  9. Begin niet vlak voor de summatieve toets met het maken van formatieve toetsen maar gebruik de 20-procentregel;
  10. Bed formatieve toetsen bewust in het toetsprogramma in, waarbij de programmering geen vrijblijvend maar sturend karakter heeft.

Meer informatie over de reviewstudie is te vinden in het rapport 'Ontwerprichtlijnen voor formatieve toetsen'.