null Hoe kunnen slachtoffers van seksuele uitbuiting het beste worden geholpen?

PSY_SeksueleUitbuiting_19645_head_large.jpg
Gezondheid
Hoe kunnen slachtoffers van seksuele uitbuiting het beste worden geholpen?
Slachtoffers van seksuele uitbuiting en seksueel geweld krijgen vaak niet de behandeling die ze nodig hebben om hun leven weer een positieve draai te geven. Uit een kleinschalig, verkennend onderzoek kwam een aantal concrete aanbevelingen om deze vrouwen beter te helpen.

In Nederland zijn naar schatting per jaar 1.300 mensen slachtoffer van mensenhandel en 100.000 van seksueel geweld. Meestal zijn het vrouwen in gedwongen prostitutie of slachtoffers van een loverboy of eergerelateerd geweld. Ook als de slachtoffers uit hun situatie weten te ontsnappen, zijn er vaak lange-termijngevolgen zoals een beperkt vertrouwen, een lage zelfwaardering en een onveilige hechting. Opname in een instelling is dan vaak noodzakelijk om te kunnen werken aan herstel. Toch krijgen deze vrouwen in de praktijk vaak niet de juiste hulp.

Interviews met slachtoffers

Onderzoekers van de faculteit Psychologie van de OU hielden interviews met zeven slachtoffers van seksuele uitbuiting die in een instelling verbleven voor behandeling. Daarin keken de vrouwen terug op hun behandeltraject en wat daarin goed en fout ging.

Behoefte aan begrip, erkenning en ervaren hulpverleners

Wat veel van de geïnterviewde vrouwen als positief beoordeelden in hun behandeling was contact met een 'outreachend' werker. Dat zijn hulpverleners die direct contact leggen met mensen die werkzaam zijn in de prostitutie door hen te bezoeken op hun werkplek of thuis. Het krijgen van begrip, erkenning en het gevoel serieus genomen te worden waren ook erg belangrijk voor een succesvol traject, net als positieve voorbeelden tijdens een verblijf in een groep of safehouse. Ook het deelnemen aan een sportprogramma, om fysiek sterker te worden en te leren zichzelf te verdedigen, werd hoog gewaardeerd.

Hulpverleners met praktijkervaring

Veel respondenten noemden bovendien als belangrijke voorwaarde voor een succesvol behandeltraject dat de hulpverleners veel praktijkervaring hebben. Daarnaast benadrukt de casestudie het belang van aandacht voor het individu, en een behandelplan dat is gericht op de individuele hulpvraag.

De interviews werden uitgevoerd door (inmiddels afgestudeerd) OU-student Marieke Rauhé. Zij stond onder begeleiding van dr. Evelyn Heynen en dr. Ellin Simon van de vakgroep Klinische psychologie. Beiden zijn tevens verbonden aan de nieuwe mastervariant Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie die in september van start gaat.

De onderzoeksresultaten werden gepubliceerd in een themanummer over huiselijk geweld van Sozio.