Interactieve tool voor het begeleiden van netwerkleren op de pabo
Randvoorwaarden en succesfactoren
Het eerdere project 'Studentenwelzijn door betrokkenheid en netwerkleren in het pabocurriculum' onderzocht de randvoorwaarden en succesfactoren voor participatie van studenten in netwerkleren. Hierbij is onderzocht hoe deelname van studenten aan netwerken de betrokkenheid en motivatie van studenten bevordert.
Richtlijnen voor het organiseren van netwerkleren
Dit eerdere onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot richtlijnen voor het succesvol ontwerpen van netwerkleren als onderwijssetting. Die onderzoeksresultaten en richtlijnen zijn gedeeld via wetenschappelijke en praktijkpublicaties, via een podcast en een projectwebsite. Maar daarmee zijn de ontwerpeisen nog niet direct toepasbaar voor pabo-opleiders bij het werken met studenten in netwerken. Daarvoor is een bewerkingsslag nodig. De ontwerpeisen moeten concreter beschreven worden waarbij met voorbeelden en tips en tricks, een pabo-opleider direct aan de slag kan.
Tool met tips, tricks en voorbeelden
NRO financiert vanuit het onderzoeksprogramma Kennisbenutting Plus de ontwikkeling van een interactieve tool. Die geeft per ontwerpeis tips en tricks met voorbeelden, passend bij de behoeften en vragen van de opleiders omtrent netwerkleren. Op die manier neemt de tool de opleiders stapsgewijs mee in het proces.
Uittesten
De interactieve tool zal getest worden door een groep van gebruikers op de bij deze aanvraag betrokken instellingen. Na bijstellingen zal deze tool via de projectwebsite toegankelijk zijn en breed gelanceerd worden op de Velon conferentie van maart 2024.
Het project wordt gefinancierd vanuit het NWO-programma Kennisbenutting Plus. Aanvragers zijn Emmy Vrieling-Teunter en Anna Hotze (iPabo). Andere betrokkenen zijn Patrick Sins (Thomas More Hogeschool en Hogeschool Rotterdam), Jolanda de Putter (Marnix Academie) en Simone Bijvoet (Iselinge Hogeschool). Ook een masterstudent Onderwijswetenschappen van de Open Universiteit maakt deel uit van het projectteam: Thomas Nieuwenhuize.