null Onderzoek: effect inzet van honden in therapie voor volwassenen met autisme

PSY_HondAutisme_15671_head_large.jpg
Gezondheid
Onderzoek: effect inzet van honden in therapie voor volwassenen met autisme
Uit onderzoek weten we dat een huisdier stressverlagend werkt. Een hond in gezinnen met een autistisch kind levert ook veelbelovende resultaten op. Maar hoe zit dat met volwassenen met autisme? Wat is het effect van het inzetten van een hond in de therapie? Werkt de aanwezigheid van de hond stressverlagend? Wat is het effect op stressgerelateerde problemen zoals depressie en angsten? En op de sociale communicatie? Carolien Wijker, buitenpromovendus bij de Open Universiteit onderzocht het. In maart 2019 publiceerde ze de eerste resultaten in de Journal of Autism and Developmental Disorders.

Therapiehond aanwezig bij de sessies

Wijker deed onderzoek bij 53 volwassenen met autisme. De volwassenen werden opgedeeld in twee groepen: een groep die therapie kreeg en een controlegroep. Het therapieprogramma bestond uit tien 1-op-1 sessies onder leiding van een psycholoog/pedagoog, gespecialiseerd in autismespectrumstoornissen. Anders dan in het onderzoek bij de gezinnen met autistische kinderen ging in dit onderzoek de hond niet mee naar huis. De hond was aanwezig tijdens alle therapiesessies en werd ingezet om samen met de cliënt oefeningen uit te voeren. Tijdens de sessies werd gewerkt aan het vergroten van zelfinzicht. Het natuurlijke gedrag van de hond (met name het non-verbale communiceren en de fysieke nabijheid die de hond kon geven tijdens de sessies) kon daarbij worden ingezet als spiegel en steun voor de cliënt. De onderzoeksvraag was wat het effect is van de aanwezigheid van de hond op stress, sociaal gedrag, zelfvertrouwen, en psychologische symptomen als depressie en angst. Daarvoor deed Wijker metingen voorafgaand aan de sessies, na tien weken en een follow-up meting na tien weken.

Positieve effecten

De deelnemers hebben het programma goed volgehouden en leken erg gemotiveerd voor deze therapie. Allemaal namen ze deel aan minimaal negen van de tien therapiesessies. Slechts één deelnemer, uit de controlegroep, brak het programma af. Na afloop van het programma waren de stressgevoelens bij de deelnemers aan de therapie meer gedaald dan bij de controlegroep. Uit de ondervraging bij partners, vrienden en familie bleek dat zij opmerkten dat de deelnemers sociaal beter reageerden en communiceerden. De angst om zich in openbare ruimtes te begeven, ook wel pleinvrees genoemd, daalde ook meer bij de groep die therapie had gevolgd in vergelijking met de controlegroep. Verder waren er aanwijzingen dat ook de symptomen van depressiviteit verminderden, maar deze zijn niet significant. De positieve resultaten deden zich niet alleen voor na afloop van de sessies, maar ook bij de follow-up tien weken later.

De conclusie van de onderzoekers is dan ook dat de inzet van therapiehonden bij de behandeling van volwassenen met autisme zeker zinvol is, al is er nog veel meer onderzoek nodig naar deze therapie. Voorwaarde is natuurlijk wel dat er geen sprake is van allergieën of angst voor honden.