Onderzoek: Niet elke slaapapneu-patiënt is hetzelfde
Een diagnose, vijf typen
OSA is een veelvoorkomende slaapstoornis waarbij de ademhaling tijdens de slaap herhaaldelijk stopt. De ernst wordt meestal bepaald aan de hand van het aantal ademstops per uur (de AHI-score), maar uit dit onderzoek blijkt dat die score weinig zegt over hoe ernstig iemand zijn klachten ervaart. Teunissen en Bolman identificeerden - in samenwerking met Pascal Wielders van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven - vijf duidelijke patiënttypen:
- De eerste groep, het geen comorbiditeit-type, bestond uit patiënten met een hoge AHI en ernstige klachten, maar zonder bijkomende aandoeningen;
- De tweede groep, het hypertensie-type, kenmerkte zich door eveneens hoge AHI-scores, hoge bloeddruk en ernstige symptomen;
- De derde groep, het hoge symptoomernst-type, had opvallend ernstige klachten, maar relatief lage AHI-waarden;
- De vierde groep, het lage symptoomernst-type, bestond uit patiënten die weinig klachten ervoeren, ondanks dat driekwart van hen een hoge AHI had;
- De vijfde en laatste groep, het niet-geclassificeerde-type, omvatte alle patiënten met boezemfibrilleren, die doorgaans weinig OSA-gerelateerde klachten rapporteerden.
Stereotype beeld nuanceren
Het onderzoek leverde ook enkele opvallende conclusies op over de traditionele visie op slaapapneu. Zo bleek dat niet alle OSA-patiënten overgewicht hebben, wat het stereotype beeld nuanceert. Bijna de helft van de onderzochte patiënten had een gezond gewicht. De onderzoekers stellen dan ook dat de focus op BMI als risicofactor te beperkt is. Daarnaast bleken vermoeidheid, snurken en beperkingen in dagelijkse activiteiten sterkere signalen van OSA dan de traditionele maat 'slaperigheid overdag'. De onderzoekers benadrukken dat obstructieve slaapapneu dus niet één uniform ziektebeeld is, maar een verzameling van verschillende profielen met uiteenlopende klachten en oorzaken.
Een stap richting persoonlijke slaapapneuzorg
Deze bevindingen hebben belangrijke gevolgen voor de manier waarop OSA wordt gediagnosticeerd en behandeld. De indeling in vijf types is een eerste stap naar meer persoonlijke slaapapneuzorg. Door patiënten te verdelen in groepen met vergelijkbare klachten en kenmerken in plaats van enkel te focussen op de AHI-score of het lichaamsgewicht, kunnen artsen beter voorspellen wie het meest baat heeft bij CPAP-behandeling (slapen terwijl je verbonden bent aan een apparaat dat lucht in de luchtwegen blaast) en wie wellicht andere zorg nodig heeft.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek werden 151 nieuw gediagnosticeerde OSA-patiënten uitgenodigd die in aanmerking kwamen voor CPAP-behandeling. Zij vulden voorafgaand aan de behandeling twee vragenlijsten in: de Epworth Sleepiness Scale (ESS), die de mate van slaperigheid overdag meet, en de Patient Reported Apnea Questionnaire (PRAQ), die zes domeinen van ervaren klachten in kaart brengt: slaperigheid, vermoeidheid, dagelijkse activiteiten, emoties, nachtelijke symptomen en sociale interacties. De onderzoekers testten de betrouwbaarheid van deze schalen en pasten ze licht aan: de schaal 'nachtelijke symptomen' bleek onvoldoende betrouwbaar en werd vervangen door een aparte 'snurken'-schaal, omdat snurkklachten een belangrijk kenmerk bleken, vooral bij mannen.
Het onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Patient-Reported Outcomes.