Promotie: 'Zorg voor meer samenhang en concreetheid in lerarenopleidingsonderwijs over klassenmanagement'
Promotie: 'Zorg voor meer samenhang en concreetheid in lerarenopleidingsonderwijs over klassenmanagement'
Hij verdedigt op donderdag 17 oktober 2024 om 16.00 uur zijn proefschrift met de titel: 'Het concept van klassenmanagement in Nederlandse lerarenopleidingen: Meer samenhang en concreetheid nodig' aan de Open Universiteit in Heerlen.
Aanstaande leraren
Leraren blijken moeite te hebben met klassenmanagement. Tijdens een lerarenopleiding maken aanstaande leraren kennis met klassenmanagement. Dat gebeurt in de opleiding en op de werkplek. Binnen de opleiding komt de theorie van klassenmanagement aan bod en op de werkplek, onder begeleiding van een werkplekbegeleider, leren aanstaande leraren de praktijk van klassenmanagement.
Concept klassenmanagement
Bruno Oldeboom analyseerde in de curricula van een aantal lerarenopleidingen het concept klassenmanagement. Dat deed hij op basis van vijf kenmerken: regels, organisatie, relatie, inhoud en fysieke factoren. Drie verschijningsvormen van het curriculum – het beoogde, het uitgevoerde en geleerde – waren daarbij leidend. Oldeboom interviewde aanstaande leraren, werkplekbegeleiders en lerarenopleiders van instituten en bestudeerde studiewijzers en studieboeken.
Boodschap raakt vervormd
Hij concludeert in zijn proefschrift dat in de onderzochte lerarenopleidingen binnen de curricula nuances van klassenmanagement naar voren komen. Maar de complexiteit van het concept van klassenmanagement krijgt niet de aandacht die nodig is. Zoals bij het spel Chinese whispers spel raakt de boodschap over klassenmanagement, verspreid over verschillende vakken waarin het aan bod komt, vervormd.
Complexiteit van concept klassenmanagement
De complexiteit van het concept klassenmanagement komt doordat elke klas en soms ook elke leerling en elke lesstof vraag voor een andere benadering. Tijdens de lessen heeft 'alles met alles' te maken. Oldeboom: 'De lesstof makkelijker maken is voor een paar leerlingen fijn, maar anderen gaan zich vervelen. Streng zijn tegen leerling x zorgt dat leerling y ook beter luistert, maar leerling z wordt bang en durft geen vragen meer te stellen. Een bus opstelling in het lokaal brengt orde, maar belemmert coöperatie in de klas.'
Oldeboom benadrukt dat de onderzochte lerarenopleidingen betekenisvol onderwijs aanbieden. Maar in het aanbod van die lerarenopleidingen blijken de kenmerken 'organisatie' en 'fysieke factoren' onderbelicht. Daarnaast speel het kenmerk 'inhoud' (van een vak) een belangrijke rol als er over klassenmanagement gesproken wordt. Het risico bestaat dat toekomstige leraren hierdoor een onvolledig beeld hebben van wat klassenmanagement inhoudt. Verder blijkt dat onderzochte lerarenopleidingen slechts ten dele de onderlinge samenhang tussen de kenmerken van klassenmanagement benadrukken. Ook is het aanbod regelmatig gevangen in abstract taalgebruik en dat kan de transfer naar de klaspraktijk bemoeilijken.
Aanstaande leraren geven aan veel te leren in de praktijk, maar ervaren in die praktijk onzekerheden en een kloof tussen theorie en praktijk. Voor de lerarenopleidingen zijn er meerdere kansen: een samenhangend, concreet en uitgebreid beeld van klassenmanagement kan helpen deze onzekerheden en kloof te verminderen.
Over Bruno Oldeboom
Bruno Oldeboom (1966, Hoogezand-Sappemeer) is hogeschoolhoofddocent Didactiek binnen het kenniscentrum Bewegen en Educatie van Hogeschool Windesheim. Op donderdag 17 oktober 2024 om 16.00 uur verdedigt hij zijn proefschrift bij de faculteit Onderwijswetenschappen van de Open Universiteit te Heerlen.
Zijn promotoren zijn prof. dr. Frank de Jong (Open Universiteit) en dr. Bob Koster (Fontys Lerarenopleiding Tilburg). De promotie is live bij te wonen en online te volgen via www.ou.nl/live.